27 april 2024
De Onkrant
Onkrant Columns
 
 
 
 
Onkrant Columns hobbies

laatste update : 24 februari 2022

oorlog in de oekraine – wat betekent het ? [new]

oorlog in de oekraine – wat betekent het ? - 1 januari 1970

 

oorlog in de oekraine – wat betekent het ?


Rusland is de Oekraine binnengevallen. Natuurlijk zit daar een geschiedenis onder, zitten er lagen onder. Het is geen tijd om met hete hoofden en koude harten oorlog te voeren, maar juist om te puzzelen, om dit probeem op te lossen. Het is een teken aan de wand. Rusland, de beer, nog steeds terugwijzende op het communisme. Deze beer is woest. We hebben er veel over geschreven. Rusland behoort tot de iconografie van het archetypische brein van de mens. Het enigma dient opgelost te worden. Wat drukt er op de ketel ? Waarom is er zoveel spanning ? Het is een grafische kracht. De mens moet losgetekend worden van het kapitalistische medische wereldrijk wat als kokende olie over het westen wordt uitgegoten. De beer is gevoelig, en kan dit niet verdragen. De westerse mens loopt zelf te prikken in het wespennest, en loopt zelf de beer op te fokken, alsof het een circusbeer is. De afgelopen tijd bleef ik maar dromen krijgen over een circusbeer die zijn temmer naar de keel vloog. Dat komt er nu van. Maar niet met gevaarlijke beesten spelen. En dan verbaasd opkijken als er een circusbeer probeert te ontsnappen en woest om zich heengrijpt. Het circus van het medische wereldrijk is het probleem, want die heeft van ons allemaal circusberen gemaakt, en kijkt dan raar op als zo’n circusbeer dan door het lint gaat. Alhoewel Rusland niet meer communistisch is, is Rusland dat in het hart nog wel. De ijzeren muur is weg, maar er is nog wel een onzichtbare ijzeren muur. Communisme op zich bewaard de mens ook niet voor oorlog. De mens moet tot het niveau van het minorisme komen, van de minste willen zijn, te worden als een kind. Dit houdt niet in dat de mens zich moet onderwerpen aan het vlees overigens. De mens is geroepen om over de zonde te heersen. Ja, dit gaat vaak mis, omdat de mens hier nog een onzuiver beeld over heeft. Oorlog voeren of puzzelen ? Laten we dan maar gaan puzzelen.


Als de man de vrouw binnengaat dan is dat metaforisch een beeld van de dag die ondergaat in de duisternis. De man is de dag, en de vrouw is duisternis, de verborgenheid, degene die het kind bewaard en schuilhoudt. Telkens weer dient de man de duisternis in te gaan om het kind te helpen. Als de man de vrouw binnengaat is dit ook een beeld van ‘de geschiedenis ingaan’, te leren van de geschiedenis, en het beste uit de geschiedenis te halen om de geschiedenis ook zo te veranderen, of er een ander zicht op te krijgen. We hebben het dan over het boek Zacharia, wat over de tempelbouw gaat, de wederopbouw van het hemelse lichaam, en dan bouw je dus met de blokken van de geschiedenis, wat dus tegelijkertijd een gedenking is. We hebben het dan over een andere pilaar van de reformatie, van de betere leer van Calvijn, en wat ook al een pilaar was van Johannes Hus : de geschiedenis begeerte, de gedenking van het kruis van de geschiedenis. Je begeert dus niet zomaar een vrouw, maar je begeert de geschiedenis die zij voorstelt, om ervan te leren, om erin te werken, om het vruchtbaar te maken, opdat zowel vrouw als kind zal veranderen ten goede. Dat is de shamanistische opdracht, en deze is dus heel figuurlijk.


Wij hebben een verantwoording af te leggen aan de geschiedenis. Het is zowel leergebied als zendingsgebied, en zij is deels geestelijk. De geschiedenis zweeft of hangt ergens tussenin, als het vleesgeworden Woord. Ben je op zoek naar zomaar een vrouw, of ben je op zoek naar de geschiedenis ? Als de man de vrouw binnengaat, dan gedenkt hij haar, dan gedenkt hij de geschiedenis, en overdenkt die geschiedenis, en brengt zijn offer. Tenminste, zo zou het moeten zijn. Wat voor perversiteit heeft de mens hier niet van gemaakt ? Men heeft het verletterlijkt, vervleselijkt, verkracht, omgesmolten. Men heeft er iets gruwelijks van gemaakt. Men maakt er reclame voor alsof het iets goedkoops is.


En dan denken we weer na over Rusland. Het communisme kwam uit Duitsland, uit de ideeen van Karl Marx en de Duitse verlichtingsdenkers, als een verdere reformatie, wat terugleidde tot de armoedsordes van de Middeleeuwen, de minores, de armoedsbegeerte tot het helpen van anderen, zo min mogelijk nemen zodat anderen ook wat hebben, de ander uitnemender achten dan jezelf, wat ook een betere leer van het christendom was, en wat ook weer terugkwam in de islam in de ramadan pilaar en de zakaat pilaar van armenhulp, zowel horizontaal als vertikaal. Toen Gorbatsjov kwam richtte hij de aandacht op de glasnost, openheid, en de perestrojka, de reformatie of verbouwing van het communisme, van Rusland, en dit leidde tot een nieuw Rusland. Rusland wijst dus op reformatie en minorisme, als een laag onder het communisme. Daarom vraagt Rusland de aandacht. Dingen gebeuren niet zomaar. Wat gebeurt er als een man tot een vrouw komt ? De vrouw beeldt de geschiedenis uit, en de man beeldt het minorisme uit, want hij brengt zijn offer, zaait zijn zaad op de akker van de geschiedenis, en dan is er reformatie, zoals Johannes Hus destijds ook zijn bloed hiervoor offerde, als voorbeeld. Hij offerde zijn zaad aan de vrouw van de geschiedenis om iets nieuws voort te brengen, haar nieuw leven te schenken. Dat mogen we niet zomaar op Johannes Hus schuiven op of Jezus of andere martelaren, maar moeten we als een voorbeeld nemen, opdat wij zelf deze principes zullen toepassen. Dat is wat het ascetisme is. Die projecteert het niet op een ander. Rusland is het geheimenis wat voortkwam uit de reformatie, als het kind van de reformatie, het kind van Duitsland. Glasnost betekent openheid, onderwijs, empathie, sympathie, plaatsvervangend lijden, verdraagzaamheid dus, minorisme, zodat er perestrojka kan zijn, reformatie. Wat een machine is dat dan, wat een apparaat, en dat moet de mens leren berijden, leren rijden op dit beest. Zolang de mens dit beest, dit paard, nog niet heeft leren berijden is het nog allemaal vlees. Vandaar dat het zo belangrijk is om klaar te komen met het Rusland raadsel.

zondag 41 en het belang van de hemelse geschiedologie – herstel het contact met moeder geschiedenis – de strijd tegen het race-vlees - 1 januari 1970

 

zondag 41 en het belang van de hemelse geschiedologie – herstel het contact met moeder geschiedenis – de strijd tegen het race-vlees


Het christendom : Ze hebben allemaal de heilige geest, maar ze zijn allemaal verdeeld, want de ene heilige geest zegt dit, en de andere heilige geest zegt dat. Toch worden ze allemaal geleid, en ze worden geleid tot oorlog. Die oorlog is tegen elkaar. De heilige geest is tegen zichzelf verdeeld.


Maar dan klopt er toch iets niet ? zou je dan zeggen. In het jodendom was er hetzelfde scenario. De rabbijnen en schriftgeleerden waren het niet met elkaar eens, en waren onderling aan het bekvechten, maar toch lieten ze al die oorlogen afdrukken in de Talmoed. Was het dan weer het verhaal van de groep blinden die elk een deel van een olifant beschreven, denkende dat alleen hun deel de ware olifant was ? Het Jodendom liet die traditie bestaan en schreef het op. Iedereen beschreef een ander deel van de waarheid, maar het moest nog in het juiste verband komen, op de juiste manier gedraaid worden, in balans komen.


Er is geen excuus. Er moet gekomen worden van het excuus van theoretische leiding als heilsfeit tot daadwerkelijke profetie. Vroeger als jongen belde ik alle pinkstergemeenten af om te vragen of ze ook profeten hadden, en telkens kreeg ik weer als antwoord : ‘Nee, die hebben we niet.’ Ik wist daarom dat het niet stopte bij pinksteren. De mens moest tot de profetische gemeente komen. Die waren er niet in Nederland, dus wij waren de eersten die een daadwerkelijke profetische gemeente hadden gesticht, want zomaar met pinksteren en vol evangelie kom je de woeste zee niet over.


En dit bracht een grote gave, een grote verantwoordelijkheid, en ook een aan die gave en verantwoordelijkheid verbonden groot lijden met zich mee. Je kan dan ook niet meer terug, en je wil dan ook niet meer terug. In een profetische gemeente zijn toetsen en territoriale demonologie de fundamenten, dus de exorcistische wetenschap, anders kom je in grote misleiding terecht.


Als je de heilige geest ontvangt, dan is het eerste waartoe je geleid wordt de wildernis, zoals ook in het Jezus verhaal, waar je moet leren luisteren en toetsen, en waar je ook een strijd hebt met de duivel. En dan wordt je ook de bibliotheken ingezonden voor grondige studie. Je wordt de boeken ingezonden. Die orde mag niet omgedraaid worden, want eerst moet je alles loslaten en leren luisteren en leren toetsen, een persoonlijke relatie ontwikkelen met de hogere kennis. Maar dat is een oorlog. Er zijn veel wachters waar je langsheen moet. Toen het volk Israel naar het beloofde land moest was dit ook vol met vijandelijke volkeren die ze eerst moesten verslaan. Ze hadden dus te maken met een stuk geschiedenis waar ze niet omheen konden, waar ze zich in moesten verdiepen. Als je niks van die volkeren weet, dan kun je ze ook niet innemen. Dat was een geestelijke oorlog, een oorlog waarin je terugmoet in de geschiedenis, want dat is de geestelijke wereld.


Zoveel mensen gaan gebukt onder hun verleden, bijvoorbeeld door een traumatische gebeurtenis. Ze dragen dan het kruis van hun eigen verleden, en er wordt veel aan gesleuteld door therapeuten die daar dan een dikke boterham aan verdienen. Maar het is belangrijk om juist het in de context van de algehele geschiedenis te brengen, want je situatie is namelijk niet uniek. Het staat ergens mee in verband. Dat wordt bijna niet geleerd : reflectologie, spiegologie, en spasmologie, in de grote context van de geschiedologie. De mens is een absolute nul wanneer het aankomt op de geschiedenis, en de geschiedenis leert dat de mens niets van de geschiedenis leert. Helemaal niets. Niente.


Wat moet je dan doen ?


Efeziers 6 zegt :

Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels; want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse (geestelijke) gewesten.


Waar hebben we het dan over ? Dan hebben we het over de geschiedenis. Het is een strijd in de geschiedenis waar al die overheden zijn opgebouwd. Daar liggen de fundamenten. Daar moet iets veranderen, dus daar kun je niet zomaar van weglopen. Daar ligt het fundament van het kruis, ook van je eigen kruis, en daarvan weet je dat je het moet dragen. Ken je alle kruis-principes nog ? Daar is al veel over geschreven. Ook dat we elkanders lasten moeten dragen, dus dan heb je met de algehele geschiedenis te maken, niet alleen maar met je eigen verleden.


Waar komt het dan op neer ? Als we het over moeder natuur hebben, dan hebben we het ook over moeder geschiedenis, en moeder kruis. Wat hebben we met die moeders gedaan ? Kennen we die moeders wel ? Hebben wij wel persoonlijke omgang met hen gehad ? Of kennen we alleen maar de vader, de zoon en de heilige geest ? Of kennen we alleen maar de new age ? Of ben je zo liberaal dat je niet eens weet wat dat is ?


Zondag 41 gaat over het huwelijk, oftewel relatie. Het is een waarschuwing tegen onkuisheid, onzedelijkheid, in woorden, gebaren en begeerten, want het lichaam is de woning van de heilige geest. Allereerst gaat het dus om een huwelijk met god, met de gnosis, met de vergeestelijking van de geschiedenis dus. Ken daarom je geschiedenis, anders is je relatie met de gnosis nul. Ken moeder geschiedenis, maak een afspraakje met haar, en leer omgang met haar te hebben. Dat is je dagelijks brood, want men leeft niet van brood alleen, maar van het Woord, en dat ligt in de geschiedenis. Het ware Woord is dus de hogere, vergeestelijkte geschiedenis, want alleen doordat het Woord tot vlees werd kon het tot Geest worden. Woord, Geest en Geschiedenis zijn dus onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Ze kunnen niet zonder elkaar, want dan zou alles instorten. We krijgen ze een nieuwe definitie van wat Geest eigenlijk is. Moeder Geschiedenis, en er valt nog heel wat uit te broeden. Dat is een oorlog. Heb deel aan de Geschiedenis oorlog in de geestelijke wereld.


Zondag 41 gaat over het hebben van afkeer aan onzedelijkheid, een hartgrondige afkeer, om zo kuis en tuchtelijk te leven. Hebben wij al een relatie met de gnosis, met moeder Geschiedenis ? Zij houdt de geschiedenis in haar hand. Er ligt hier een werk-opdracht, om zo niet in de klauwen van het modernisme te vallen, want dit is van alles losgekapt in de race-drugs. Dat is een motorgang van speed demons, van wegpiraten. Je moet je aan hun race-bijbel houden, van het lagere, vleselijke Orion. Je moet samen met hen scheten laten en je wijden aan hun onderbroeken lol. Want dat is alles wat het is. Het is vuig, goor, vulgair. Je moet met hen meedwepen. En dit gaat allemaal ten koste van de vrouw, want de moeder wordt niet genoemd. Zelfs in de new age gaat het allemaal om de new age Jezus, en in de liberale groepen gaat het ook allemaal over mannelijke politieke leiders. This is a man’s world. Aanbid die vuile protsers niet, want ze leiden je naar een duistere plaats. Kijk ze protsen met hun stropdasjes en trotse vooruitgestoken borsten, en hun bling bling en dure auto’s, en aan de armen denken ze niet, en al helemaal niet aan het vegangelie. Het zijn kannibalen. Vraatzuchtige snelheidsduivels zijn ze. Ze vreten wegen, en ze vreten auto’s, telkens weer nieuwen. Moet telkens weer beter, telkens weer mooier, en ze draaien alles om, want wat mooi is noemen ze lelijk en wat lelijk is noemen ze mooi. Is het je niet opgevallen ?


In welke vreettent zijn ze terechtgekomen ? Die van geschiedenis verachting, want dat is hun versnelling, kunnen ze nog harder gaan. Het moet telkens moderner. En dan trapt zondag 41 op de rem. Ja sorry, zo gaat dat niet.


Wat is er van je huwelijk met de geschiedenis ? Je eerste liefde ?

Wat is dan de bruidsschat ? Kersten noemt het bittere lijden en sterven van de Bruidegom waardoor hij tot de Bruidskerk kon komen. Hij noemt het een gemeenschap die geoefend moet worden. Je moet hiervoor je leven geven. Wij komen niet zomaar tot Moeder Geschiedenis. Het kruis staat tussen haar en de mens in. Dat is het kruis van de geschiedenis.


De geschiedenis is niet zomaar weg. Dat is een leugen van de matrix. Het is er nog steeds, maar gewoon weggedrukt door de krachten van het modernisme, geasfalteerd, gecementeerd, eroverheen gebouwd. Walgelijk. Hoor je de stemmen die roepen vanuit het verleden ? Het zijn hun gevangenissen. Je bent het zelf, onder het ijs. Hoor je haar roepstem ? Of ga je verder slapen met je race drugs en je race bijbeltje ? Maar de mens lacht, en slaapt door, want de mens heeft het al wel vaker gehoord, en de mens zou zich niet bekeren, al zouden de plagen komen, zoals Openbaring sprak. De moderne mens is het beest, het beest in de mens. Dat kan alleen getemd worden in de geschiedenis. Het is een strijd met je eigen vlees. Leer dit beest te berijden. Werp het niet zomaar weg. Worstel ermee, want je worstelt met de geschiedenis. Dit beest heeft dus diepe wortels. Geloof niet in het rad wat voor je ogen wordt gedraaid, van de beelden van het nu, en de beelden van de toekomst. Laat je niet afleiden van de daadwerkelijke strijd. Luister niet naar vreemde toeters, vreemde bazuinen, want je strijd dan slechts voor een clan, voor een zekere markt.


Ze lachen zich slap, die snelheidsduivels, want ze hebben de mensheid verkocht, en de mensheid werkt voor hen, voor deze piepende muizen.


Kersten noemt de bruiloft van de ziel, over het oefenen van gemeenschap. Dan moet je weten wat dat betekent. Twee geloven op een kussen, daar slaapt de duivel tussen. Trek geen juk aan met de ongelovigen, noemt Kersten. Wij moeten ons dus richten op de gnosis die leidt tot de geschiedenis. Moeder Geschiedenis, wat heeft de mens met Haar gedaan ? Is de mens teder met haar geweest ? Heeft de mens wel geworsteld met de geschiedenis ? De geschiedenis is ook haar kooi. Er is een groot verschil tussen geschiedenis en Moeder Geschiedenis. Ken je het verschil ? Daartoe is er de geschiedologie, een belangrijk hemels vak. Kersten waarschuwt tegen lichtvaardigheid. Ga geen huwelijk aan met Rome, stelt hij. Soms is het beter te vasten en te bidden. Ik moet ook denken aan een bijbeltekst : ‘Dit geslacht vaart niet uit dan door bidden en vasten.’


Kersten noemt : Bukken onder de Waarheid, en gevangen geven onder het Woord.


Ik had een droom over pieren, wormen, onder de huid van de mensen, als aderen, en die moesten eruit getrokken worden. Dat zijn de lagere, vleselijke spasmen waardoor de mens wordt voortgedreven, gedachtenkronkels. Ik kwam tot een gebouwtje, een soort winkeltje, want ik had er een uitnodiging voor gekregen, en ik vroeg wat ze allemaal verkochten, maar het bleek dat ieder product een streepjescode had wat alleen met een mobiele telefoon gescand kon worden. Ik wist niet eens dat ik droomde, dus ik zei dat ik geen mobiele telefoon had, maar na wat testen realiseerde ik me dat het een droom was en dat ik in de geestelijke wereld was. Het ging om een hemelse telefoon, namelijk Moeder Geschiedenis. Zonder Moeder Geschiedenis kom je nergens.


De mens heeft haar verruild voor een aardse mobiele telefoon ? Really ? Kun je nog wel ademen met zo’n ding ? Nee. Je bent onder hypnose. Je denkt alleen dat je kunt ademen. Het is een hallucinatie. Het zijn gimmicks van de snelheidsduivels. Je hebt iedereen binnen bereik, en iedereen heeft jou binnen bereik, maar de gnosis en de geschiedenis ken je niet. Hoe arm ben je dan eigenlijk ? Kan de mens dat niet afleggen ? De mens is er ziekelijk verslaafd aan. Ik zei het eens tegen een jongen : ‘Nu ben je al je vrijheid kwijt, nu volgen ze je overal in het vlees. Je hebt geen privacy meer, en het is bloedlinke microgolf straling.’ Hij zei toen : ‘Ja, je hebt eigenlijk wel gelijk,’ en hij is het gaan terugbrengen naar de winkel waar hij het had gekocht, maar ze wilden het niet meer terugnemen. Gekocht is gekocht, en verkocht is verkocht. Gedane zaken nemen geen keer. Zo tragisch. De mens is al ge-race-chipped. Wormen onder hun huid drijven hen voort als zombies. En wil je los komen, dan zullen je handlers echt niet zomaar toegeven. Er moet veel meer gebeuren. Hoge technologie, hoge, hemelse technologie in de geschiedologie, maar wie wil dat vandaag de dag leren ? Dan pas kun je echt de strijd aangaan tegen het race-vlees.

zondag 37-38 : het ware Woord is oorlogszuchtig - 1 januari 1970

 

zondag 37-38 : het ware Woord is oorlogszuchtig


Zondag 37 gaat over de belijdenis. Ook dit is een zendingsbevel, maar als een oorlogsbevel, een belijdenis tegen het vlees.


De mens is helemaal weggezogen en ondergezogen in spiegelwerelden. In die spiegelwerelden zijn er telkens missende items, boekrollen. De mens is dus helemaal verspiegelt, en moet door de spiegel weer terug, dus door de reflectologie te leren, de spiegel kunde, want daar ging alles mis. De mens is terechtgekomen in eenzijdigheden, in zijtakken. De mens moet terug naar de bron, door het terug te spiegelen.


Geloof niets van wat je om je heen ziet. Het is het vlees, het verspiegelde vlees. Toekomst ? Toekomst ? Er is helemaal geen toekomst. Alles is al in het verleden gegeven, en de mens heeft het over het hoofd gezien. De mens moet terug naar het hiervoormaals. De mens heeft veel teveel genomen van de toekomstdrugs, en is daardoor gaan wanen. Toekomst is maar een woord. Michael Jackson zei : ‘Leef alsof er geen morgen meer is,’ in zijn strijd tegen de snelheidsduivel die zijn leven wilde beheersen en die zichzelf ‘de wet’ noemde, en waar Michael Jackson ook een lied over had geschreven.


Als toekomst en geschiedenis uit balans is, en je bent meer gericht op de toekomst dan op het ontsluieren van het verleden in de recyclocratie, dan gaat het zich allemaal ophopen en dan ontploft het. Ik had een droom dat iemand een pilletje had genomen wat al lang over datum bleek te zijn, en die had ook er veel teveel van genomen ook nog eens, dus ver over de dagelijkse limiet, wetende dat het verkeerd zou aflopen, wat een beeld is van de toekomstdrug. Pas op met deze illusies. Het kan versterkt worden door de mensen om je heen die in het vlees leven.


Wat is precies je belijdenis ? Want er is ook vleselijke belijdenis gebaseerd op mensenvlees waar zondag 37 het over heeft. Bouwen op vleselijke getuigenissen van vleselijke mensen is een doodlopende weg. Wij moeten dus weten wat ware hemelse belijdenis is. Wij moeten een ontmoeting hebben met de hemelse belijdenis, met zondag 37. Hebben wij ons al uitgesproken tegen het vlees ? Of praten wij allemaal met het vlees mee, om vleselijke belijdenissen te doen ? Want dat zijn dus die medicijnen die over datum zijn en die de mens telkens over de limiet nemen.


Soms moet je zeggen : ‘Het is nu eenmaal zo. Als het zo is, dan is het zo,’ en dan gaan ontzegelen. En als je dan door het vlees wordt aangevallen, dan moet je soms zeggen : ‘Niet geinteresseerd in die reclame.’ Het is geen onderwijs, maar propaganda. Martin Buber zei : ‘De ware strijd is niet tussen Oost en West of kapitalisme en communisme, maar tussen educatie en propaganda.’ Het is dus ook geen strijd tussen zomaar religies. De mens moet komen tot hemelse belijdenis.

Het Woord is oorlogszuchtig, hangt niet de valse vrede van het vlees aan. Zondag 38 gaat over het belang van het kerkelijk onderwijs en haar scholen, maar de mens heeft het zicht op de betekenis van de kerk verloren. De mens heeft de kerk vervleselijkt en verletterlijkt. De ware, hemelse kerk is iets geestelijks, en iets vergeestelijkende. De aardse kerk is een doofpot, niet door enige kennis verhinderd. Voortgedreven door de winden van het vlees. Het vlees heeft ook een kerk gebouwd, en daarom is het juist tijd om af te remmen en terug te gaan, tot de daadwerkelijke oorsprongen van de hemelse kerk.


Het ware woord is oorlogszuchtig, trapt tegen heilige huisjes aan, dient het vlees niet. Zondag 38 stelt dat dit woord moet voortstromen vanuit de sabbat, oftewel vanuit de plaats waar de vleselijke krachten en werkzaamheden zijn uitgeschakeld. Dit houdt dus ook een hongertaak in. Het vlees wil niet hongeren, en zal daar tegen protesteren, en dat zien we ook om ons heen. Vleselijke kritiek op het hogere is aan de orde van de dag. Het vlees heeft honderden, zo niet duizenden, smoesjes om aan het hogere proberen te ontkomen. Die allen moet de mens kennen. Van die allen moet de mens loskomen door de belijdenis. Hoever is de mens daarin al ?


Zondag 38 is geheel in de context van de armenzorg, wat ook genoemd wordt, en de strijd tegen het vlees. Het gaat dus om een armen-evangelie, of armengelie en het vegangelie. Het is van belang dat de armen genoemd worden in de belijdenis, dat het niet in de doofpot wordt gestopt, maar dat er bewustzijn over komt. Een heleboel mensen prediken het armengelie en vegangelie niet. Ze durven het woord ‘armen’ niet in de mond te nemen, want dan zou hun vlees uitgedoofd worden. Ze stoppen liever de armen in de doofpot. Ik had eens zo’n levenspartner. Ze wilde het woord ‘armen’ niet in de mond nemen, ook niet toen ik erop aandrong. Ze hield haar lippen stijf op elkaar. Ze begon goed met het vegangelie, maar wierp dit later weg, en ook haar studie.


Ik had een droom :


Haugstrasse


In het spookstadje Haugstrasse gaat alles heel traag.

Spoken terroriseren het stadje al zo lang.

Ze dwalen daar door de straten in het centrum,

en wonen in de gebouwen.

Als ze het ergens niet mee eens zijn, dan zeggen ze dat gewoon,

en gebruiken daarvoor een ongeluk of een vreemde gebeurtenis,

of een ramp.

En daarom is iedereen in het stadje bang, zo bang.

Zij willen dat er meer vlees gegeten wordt,

kip, kip, kip met rijst,

om zo de boekrollen te vervangen.

Men moet meer eten, en minder leren.

Men moet meer eten en minder werken,

minder leven.


Dienbladen en vleesschotels vliegen door de open ramen,

waar dat vroeger nog boekrollen waren.

Er is veel veranderd sinds de spoken kwamen.

Eerst was het stadje gewoon een boom,

maar nu is alles versteend en grauw geworden.

Het stadje is verspookt tot een spookstad.


Kip met rijst, lijst, in lange Chinese gewaden.

Kip met lijst, opdat het stadje vergrijst.

Het jonge willen ze niet,

daar zijn ze bang voor.

Dat is hen te druk.

Dan moeten ze teveel lezen,

en ze hebben een hekel aan lezen,

zo’n hekel.


Nee, ze dansen lieven als ballerina’s in het rond om al hun zorgen te vergeten,

daar in het stadje Haugstrasse.

En daarnaast lag het stadje Haugzchwarze,

maar dat bestaat niet meer,

want dat is al geheel door de spoken verslonden,

en Haugstrasse wacht hetzelfde lot


Boekrollen zijn er niet meer,

maar nog wel enkele spookrollen,

Bezoek je zo’n spook dan is het als een kermis attractie,

Veel betalen, veel huiveren,

veel moeten incasseren,

maar dan is er kip met lijst


Daar marcheren de spoken door de straten,

met hun vreemde maskers,

Ik had eens een meisje lief,

maar zij werd ook meedogenloos door hen verslonden,

Wat moet ik doen ?

Ze is slechts nog een spookbeeld.


Soms ga ik naar het stadje Herzenkopf,

daar is het nog wel te leven,

Daar is een ieder die ik ooit verloor,

maar slechts op tv en in de boeken,

en als etalage poppen,

Ik heb er genoegen mee genomen,

maar ik ga telkens terug naar Haugstrasse,

om op beterschap te hopen


Ik kan me daar niet bewegen, nee,

alles gaat zo traag,

totdat ik een van hen ben geworden,

Alleen een spiegel doet mij ontwaken


Tot zover de droom. Laten we beseffen dat alles vertraagt en weer terug gaat naar de geschiedenis. Die geschiedenis is demonisch, maar die moeten we ontzegelen.

Alles moet gedaan worden vanuit armenbewustzijn, elke stap die je zet, anders ben je schuldig aan de vraatzucht van het westen, en heb je het bloed van de armen aan je handen, en hetzelfde geldt als je het vegangelie niet predikt. Bovenstaande gaat ook over de zegels van Heidelberg. De mens moet de zondagen ontzegelen en terugkeren tot de wilde sabbathen.


Vleesschalen laten staan, en komen tot de boekrollen.


Kersten stelt dat God ons de armen heeft nagelaten opdat wij hen zouden weldoen, en Calvijn stelde dat het ware altaar de armen is. Dat wil niet zeggen dat we hen erger moeten maken. Dat wil niet zeggen dat we hen tot het vleselijke moeten verleiden. Wat een grote schuld hangt er op hen die kinderen misleiden en tot het vleselijke verleiden door drogredenen. Het vlees heeft duizenden excusen voor dit soort dingen. Het vlees is de grootste schoonprater ooit, de witwasser van leugens. Het kwaad wordt vergoelijkt.


Kersten stelt dan ook : Armenzorgers, zoekt uw armen te kennen. Oftewel er moet onderwijs over dit soort dingen komen. Dat begint met het maar eens te noemen, het balletje op te gooien. Het is een onderdeel van de belijdenis. Het vlees lacht hierover, vol van spot. Laten wij dan maar voorwerpen van spot zijn in de wildernis, om geen deel te hebben aan de zorgeloze dronkenschap in de stad met hun miljoenen smoesjes om niet te hoeven medelijden en medestrijden. De hemelse oorlog wordt veracht en belasterd. Oh, laten wij niet met hen meedoen. In ieder geval hebben we dan nog een geweten en bewustzijn. Het prediken van het armengelie en vegangelie brengt je misschien geen vrienden, maar de hemel is alles wat telt, en in de hemel zijn alleen maar armen en armenzorgers. Kerk en hemel. De kerk behoort de hemel op aarde te zijn, wat niet een vreetfestijn is of een zangfestijn of een pretpark of hoe men dan ook vandaag de hemel voorstelt. Neen. Het is een kruis. Het is een goede herder die tot de buitenste duisternis gaat om daar heil te schenken, niet als een wilde weldoener, maar als de toner van het pad van het kruis, wat tot vruchtbaarheid leidt. Om die vruchtbaarheid gaat het, dat het kruis zal bloeien, en haar wortelen zijn zoet.


Kersten noemt dat armenzorgers tot wat anders geroepen zijn dan centen tellen en elke behoeftige hun deel toe te werpen. ‘Komt onder de armen, leer hen kennen.’ Kersten klaagde erover hoe het medegevoel was verdwenen, dat het ambt is versteend, dat de liefde van de ambtsdrager wordt gemist. ‘Zoek de armen op, komt aan de huizen, maar ook in de huisgezinnen.’ Is dit letterlijk of symbolisch ? Er moet weer onderwijs over komen, en onze monden dienen er vol van te zijn, want waar het hart vol van is, daar stroomt de mond van over. Is dit letterlijk of symbolisch ? Een ding is zeker : Het moet een deel zijn van onze belijdenis, ons getuigenis. Wij zijn geroepen om het armengelie en vegangelie te prediken, uit te dragen, te verspreiden, als een bloem in zijn bloei. Is dit allemaal geestelijk ? Moeten wij dit vergeestelijken ? Hoe groeien planten ? Hoe communiceren zij ? Er zijn vele manieren van communicatie. Vaak zijn de armenzorgers al helemaal doodgebloed en kunnen geen woord meer uitbrengen. Het Woord is oorlogszuchtig, en kent vele strategieen. Uiteindelijk is de enige ware verkondiging door het kruis. Dat is een lange weg, een omweg.


Kersten riep de dode kerk weer op tot medelijden en barmhartigheid, en dit ook uit te dragen. Dat is ook waar zondag 38 over gaat. De liefde moest gaan bloeien. Hij stelde ook dat ons hele leven gericht zou moeten zijn op het vieren van die dag. Dan mag je verder de verjaardagen vergeten, maar als je in deze dingen wedergeboren zou worden, dan zou je dus daadwerkelijk jarig zijn. Kersten stelde dat als we niet in God’s huis zijn geweest, zowel in de ochtend als in de middag, dan is het ook geen zondag geweest. En zo is dat ook met de verjaardagen. Als je het armengelie en vegangelie niet hebt gepredikt, je geen belijdenis hebt gehad in deze wereld tegen het vlees, dan ben je dus ook niet jarig geweest en heb je niks te vieren. Ook ben je dan nog niet eens geboren. De schepping is er nog niet geweest.


In deze wereld viert de mens de boze werken van het vlees. Het hemelse onderwijs gaat over het binnengaan van de hemelse woning, het huis van God, waar de psalmen ook over gaan. Het heeft dus niks te maken met aardse huizen en gebouwen, dat wat ze kerk noemen, want dat is helemaal de kerk niet. Welk gebouw je dan ook binnengaat, je komt zo niet tot de ware, hemelse kerk. De mens moet geplant worden in het huis van God, waar psalm 92 over spreekt, als een spiegelpsalm van psalm 1. Zo mag de mens groeien, om zo vrucht te dragen om te verkondigen, te belijden, te verspreiden. De mens mag zo komen tot de hemelse vijgeboom, de figtree, oftewel de victory, de overwinning, om zo tot het verborgen manna te komen.

Volg de vuurvliegjes – 2 - 1 januari 1970

Volg de vuurvliegjes – 2


Als je dan door de vuurvliegjes door de hersenhelften bent heengeleid, en je hebt de hersenhelften in balans, dus links, rechts, boven en onder, om zo op je hart aansluiting te vinden, dan kun je weer terug naar het centrum in de hersenen, naar het elvenland. Die balans is dus WEL een vereiste, anders kun je er niet in, of moet je er weer UIT.


Als je ergens vast komt te zitten is het altijd belangrijk te gaan tot de zeekant van je hersenen, de rechterkant van je hersenen, en daar vanuit te leven, zodat alles weer los kan raken, want dat is nu juist de twijfelzone, waar alles heroverdacht wordt, alles getoetst, en zo kun je ook weer dieper in het woud komen, uiteindelijk tot de vuurvliegjesbrug over de rivier tussen het woudland en het ijsland. Het woud is dus je linker hersenhelft, en het ijsland is je boven hersenhelft. Het ijsland is voor nieuwe, hogere perspectieven, richting krijgen, dus dat doen we NIET zomaar met licht, maar met ijs. Zo worden de ijsstralen opgewekt, die veel eerlijker en genuanceerder zijn dan zomaar licht. We hebben het dan dus over ijszicht.


Hebben de vuurvliegjes je weer teruggeleid tot het centrum van de hersenen, tot het elvenland, dan zal de wuzzel groente weer volop groeien, want je hebt immers de hersenhelften weer in balans, en de sleutel tot je hart gevonden, en zo ook de sleutel tot het elvenland. Mocht je door plaaggeesten in je hoofd, plaaggedachten, worden lastig gevallen, of door plaagherinneringen, dan is het altijd weer belangrijk om vanuit je rechter hersenhelft te leven, je zeekant, totdat er weer balans is. Richt je dan dus op de zeekant aan de rechterkant van je hersenen. Laat het vandaaruit stromen. Ga dus niet zomaar de aanval aan, maar ga twijfelen, ga aan alles twijfelen. Ze zeggen weleens : Spreken is zilver, zwijgen is goud, maar het twijfelen is de zee.


Als je dan in het elvenland bent aangekomen, in het centrum van de hersenen, dan groeit daar dus volop de wuzzel groente, en die wordt verbouwd door boeren. Dat zijn de zogenaamde wuzzel boeren. Wuzzel groente is een hoofdbestanddeel van het voedsel van de elven, levensbelangrijk, want als het niet verbouwd wordt, en niet gegeten wordt, dan komen de plaaggeesten. Als plaaggeesten hun macht verliezen, dan worden ze ook gewoon weer tot wuzzelgroente. Als de wuzzelgroente rijp is en klaar, dan wordt de wuzzelgroente getransporteerd tot de wuzzeliers die de wuzzelgroente verkopen. De wuzzeliers zijn dus de groente winkeliers. Ze verkopen ook vaak wel andere dingen, maar de wuzzelgroente is het belangrijkste, en wat ze vaak ook het meest verkopen. Dat gebeurt dus in de winkels en de wuzzel supermarkten. De elven moeten het veel eten, maar niet teveel. Als je het teveel eet dan zou alles weer uit balans gaan. Ook bij de wuzzel groente zijn er grenzen. Als er teveel van gegeten wordt dan zouden de plaaggeesten weer komen. Het elvenland haat daarom de vraatzuchtigen, en die worden ook verdreven, of komen in de gevangenis terecht. Ja, er staat gevangenisstraf op vraatzucht. Zo gevaarlijk is het. Het wordt gezien als een misdaad. Dit principe komt wel vaker voor in de tweede bijbel. Denk bijvoorbeeld aan het boek ‘de bibelebonse wijn.’ Als je dat boek nog niet kent, ga het dan een keer lezen.


Als je over de grens gaat van de hoeveelheid wuzzelgroente die je mag eten, en je stopt dan nog niet, dan kom je na een tijdje aan bij de tweede grens, en dat is de dood. En daarom is teveel wuzzelgroente eten niet alleen crimineel, maar ook levensgevaarlijk, maar dat is eigenlijk met alles zo. Je moet nooit teveel eten of teveel drinken. Alles heeft zijn grenzen en zijn gevolgen. En daarom moeten de elven ook goed onderwezen en geschoold zijn over deze dingen. Dat wordt ook nog eens goed uitgelegd in de gevangenis. De gevangenis is tegelijkertijd een ziekenhuis en een school. Mocht dat allemaal niet baten, dan wordt je het land uitgezet. Dat wil je voorkomen natuurlijk.


Zalig is dus hij die met gematigdheid overal kan komen. Het hart houdt alles in balans. Als er overmaat ergens dreigt te komen, en iemand dreigt vast te groeien, dan gaat het hart waarschuwings signalen zenden, als een alarm, door de vuurvliegjes. Als zo iemand dan niet wil luisteren, dan moeten er andere maatregelen getroffen worden. Als dat niet zou gebeuren, dan zouden de plaaggeesten vrij spel hebben. Dat ze het elvenland al een keer hebben kunnen verwoesten is al meer dan genoeg. Het is daarom belangrijk dat de elf goede verstandhoudingen onderhoudt met zowel de wuzzelboer als de wuzzelier, opdat hij met de juiste mate de wuzzelgroente tot zich neemt, en zo de samenleving niet in gevaar brengt. Dat begint allemaal dus met de juiste verstandhouding met de vuurvliegjes. Volg daarom de vuurvliegjes.


Vaak zullen de vuurvliegjes je dus naar de zee leiden, om veel te twijfelen, want als de mens te snel te zeker is van zijn zaak, dan gaat het al snel mis, en dat is vaak de hoofdzaak van het probleem. Daarom is het van belang dat de elven ook goede zee-elven zijn, en de zee vaak bezoeken, om dit principe helder te houden. Er worden daarom vaak dagjes naar zee georganiseerd. Het is om de machine gesmeerd te houden. En elven zijn dol op de zee. Ze gaan daar vaak zwemmen.


En de grootste geheimen van de zee zijn er te vinden op de eilanden. Ben je daar al geweest ? Ken je ze al ? Voor een elf is het daarom ook zaak een goede verstandhouding te hebben met de zee en de zee wachters die daar werken, zoals er ook woud wachters zijn, en ijs wachters. Allemaal hebben ze hun taak. Een heleboel elven weten dat er leven is in de zee, dat daar werelden zijn die ze nog niet kennen, en iedere elf wil daartoe ontwaken. Daarom gaan ze vaak in de zee op ontdekkingsreis. En dan komen ze vaak met hele verhalen erover terug, die tot beroemde boeken worden, of ze komen nooit meer terug. Wat is er met die elven gebeurd die nooit meer zijn teruggekomen ? Dat kun je je afvragen. Alleen de vuurvliegjes weten het.


En wat wil jij worden ? Wuzzel boer, of wuzzelier, of zee wachter, woud wachter, ijs wachter, of wachter van het land van de vuurvliegjes, of gewoon ontdekkingsreiziger ? Natuurlijk zijn er veel meer beroepen. Sommigen werken in de gevangenissen om de vraatzuchtigen te helpen. Dat zijn dus ook scholen en ziekenhuizen. Weer anderen werken op campings, en weer anderen zijn gidsen. Trouwens, als wachter ben je ook een soort gids, maar je moet zelf ook goed balans houden, want een wachter uit balans moet op ziekenverlof of wordt per direct ontslagen. Ook plaaggeesten paraderen graag als wachters, sluw en bedrieglijk als ze zijn. Er is daarom altijd een strenge keur als het om het wachterschap gaat. Daarom zijn er ook inspecteurs. Ook de inspecteurs moeten in balans zijn, anders is het hetzelfde liedje. Zij die deze ambten misbruiken komen uiteindelijk ook in de gevangenis. Terug naar school, of naar het ziekenhuis. Soms moeten ze heropgevoed worden, en moeten ze een cocon in om weer een baby te worden. Dan moeten ze naar de creche. Als dat dan nog niet werkt, en ze hebben teveel de natuur van een plaaggeest, dan moeten ze weer tot wuzzel groente worden. Dat is uiteindelijk het lot van alle plaaggeesten. Zij die plagen worden wuzzel groente, wordt er daarom vaak tot de kinderen gezegd, maar trouwens ook tot volwassenen. Zij die graag plagen hebben dus een groot probleem, alhoewel er een groot verschil is tussen goed plagen en slecht plagen. Een beetje speelsigheid is niks mis mee, en vaak is dat wat men als plagen ziet helemaal geen plagen, of men plaagt uit zelfverdediging, of men plaagt om te helpen. Maar het echte boze plagen moet gestrafd worden, en uitgebannen. En daar moet een goed begrip over komen, dat er niet verkeerd gesneden wordt. Veel elven willen dokter worden, of rechter, maar daarin zijn ook veel plaaggeesten. Een plaag geest zal juist al het andere om hem heen als plaaggeest bestempelen, en doet zo zijn operaties, en spreekt zo zijn onrecht. En daarom zijn de inspecteurs zo belangrijk, en de scholen, anders gaat alles mis. En daarom is er het harts alarm van de vuurvliegjes, van de honingboom. Uiteindelijk bepalen de vuurvliegjes wie mag blijven en wie weg moet, en wat wat is, en niet al die duizend en een beroepen, die vaak uit balans zijn.


Het vuurvliegje gaat altijd de hogere weg, en daarom zijn de vuurvlieg elven zo belangrijk, dat zij hun vleugels weer terugkrijgen, terugvinden ook. De plaaggeesten werken graag met overmatig vuur om hun verwoestende werk te doen, maar de vuurvliegjes zijn een soort brandweer, om het vuur te blussen en te matigen. En zo ook de vuurvlieg elven. Maar dat wordt je niet zomaar. Je moet een lange en diepe verstandhouding hebben onderhouden met de vuurvliegjes. Volg daarom de vuurvliegjes.


Goed je wuzzelgroente eten doet wonderen. Sommigen verbouwen het in hun tuin. Maar eet dus niet teveel, want dan komen de plaaggeesten van het vuur, en dat is dus crimineel. Dat leidt tot de gevangenis, tot zitten. En dan moet je op de blaren zitten. Niet alleen met vuur kan het misgaan, maar ook met ijs. Sommigen hebben zoveel ijs, en hebben de andere kanten veracht, dat ze onverschillig en zorgeloos zijn geworden, en zij kunnen ook hun verwoestend werk doen. Maar de vuurvliegjes en de vuurvlieg elven zijn niet alleen brandweer, maar ook ijsweer. Zij kunnen de balans weer herstellen. Dat gebeurt door het aan te sluiten op het hart, wat het allerbelangrijkste is, want zij die geen aansluiting meer op het hart hebben kunnen hele koude, afstandelijke personen worden, op een verkeerde manier, op de manier van de plaaggeesten. Ze twijfelen niet meer aan zichzelf. Ze moeten terug naar de zee, en terug naar het hart, om het pad van de vuurvliegjes te leren. Volg daarom de vuurvliegjes. Heb een hart. Herstel de hersenhelften, en eet goed je wuzzel groente, maar niet teveel. Echt, het zal je goeddoen.


Heks en plaaggeest Ralwin was de verantwoordelijke voor de verwoesting van het elvenland. Maar het zal weer tot wuzzel groente worden, al haar werken. Zij zal verdwijnen als sneeuw voor de vuurvliegjes. Laten wij daarom onze blik vooruit richten, en leren goed om te gaan met de wuzzel groente, het goed leren te verbouwen, en goed leren te eten. Laten wij daarom ook zeker tot de landbouw school van de elven gaan, opdat zoiets nooit meer zal gebeuren, wat er in het elvenland was gebeurd. Ralwin de heks, wat een naar sprookje. Ik zal het nooit meer vergeten. Zij verlokte kind en volwassene. Ze bracht een waas over de wuzzel groente. Ze bracht een waas over de landbouw, en misleidde de elven tot het doen van andere dingen. Ze bracht vreemde hobbies die er niet toe deden. Ze vernietigde de balans. Ze liet de regenboog opdrogen en allerlei andere kwalijke zaken, in de boeken beschreven. Maar tot wuzzel groente zal zij worden, zij en haar werken. Tot wuzzel groente zal zij worden, zij en al die haar volgen. Deze heks zal het nooit leren. Ze is het kwaad zelf, het plaagkwaad. Kwam eens uit een flesje. Iemand deed iets teveel van iets erop, en wham. Daar begon het al, en niemand kon het meer stoppen. Alleen de vuurvliegjes konden het uiteindelijk stoppen. Volg daarom de vuurvliegjes. Luister niet meer naar het woord van de heks. Het grote kwaad is zij, het plaagkwaad. Tot wuzzel groente zal zij worden.


Eet er niet teveel van, oh nee, want dan groei je tot een reus, en weet je de weg niet meer. Reuzen kunnen de vuurvliegjes niet volgen. Daar zijn ze te groot voor, en dat horen ze niet, zien ze niet. Ze volgen alleen de heks. Als je alleen maar bezig bent in je centrale hersenen met het eten van wuzzel groente, dan kun je je hersenhelften niet meer balanceren. En dan eet je zoveel wuzzel groente totdat je zelf wuzzel groente bent geworden. Volg daarom de vuurvliegjes. Waak op tot de strijd om de hersenhelften. Het is een strijd om jezelf. Daarom zijn er ook elven soldaten, zoveel, zoveel. Zij strijden tegen het grote plaagkwaad, maar moeten zo goed oppassen dat ze niet zelf dat grote plaagkwaad gaan worden. Het is maar al te snel te bedrieglijk. Volg daarom de vuurvliegjes, volg ze tot je hart. Vandaaruit kan het stromen, om weg te wassen al die bedrieglijke dromen.


Ralwin woont in het ijsland, zo diep zo diep. Zij is de ijsheks die al het kwaad schiep. Ben je haar nog nooit tegengekomen, dan moet je opgroeien, rijp worden, ontwaken. Het is een strijd tegen de ijsheks. Zoveel elven zijn nog steeds bevroren. Zoveel vuurvliegjes houdt ze in haar ijs, en in haar gouden bol. Vuurvliegjesbrood, dat is wat zij eet. Zij is een kok voor al de vraatzuchtigen. Maar zij eet slechts haarzelf. Zij is zo dun dat niemand haar kan pakken. Ze is zo ijl als het licht. Zo vluchtig als een straatkind. Elven soldaten zijn al lang naar haar op zoek, maar velen kwamen in haar valstrikken terecht. Nu slijten ze hun dagen in haar kooien. Elvenbloed drinkt zij, en elvenvlees eet zij, met als delicatesse haar speciale vuurvliegjesbrood. Voor alle vuurvliegjes betekent zij de dood. Zij schreef haar naam in elvenbloed, als een contract met de duivel, haar kwade hart. Plagen en bedriegen is haar lust en haar leven, alles omdraaien, tot het zwart. In elvenbloed baadt zij, dag in en dag uit. In plaagijs troont zij, waar de dood bloedt. Druppelende naar beneden naar wie zij maar kan wegnemen. Haar duivels en plaaggeesten zendt zij op paardjes naar beneden, om kinderen uit hun bedjes te roven, van elke onoplettende ouder. Kinderbloed drinkt zij, dat is haar wijn. Zo maakt zij haar beslissingen. Velen vielen in haar strikken, en kwamen er niet meer uit. Dit grote duivelse kwaad moet daarom stoppen. Volg daarom de vuurvliegjes. Bij haar kasteel aangekomen zul je bevriezen en niet meer dezelfde zijn. Alles zal ze omdraaien, alles wie of wat je denkt. Maar dan ga je twijfelen in de zee. Tenminste, als je niet zoals haar wil worden. Geloof haar leugens niet. Alleen de zee zal haar kunnen wegwassen. In het grote ijs troont zij, als het licht van de hel. Ren voor je leven. Kinderbloed drinkt zij, maar alles is slechts in je hersenen. Je moet contact maken met de zeehelft van je hersenen, aan de rechterkant. Daar de eilanden leren kennen, daar naar vluchten, want daar zal zij ontvellen, en zal zij ontzegeld worden, ontsluierd, door het voorhangsel heen. Vlucht, vlucht, en keer niet meer om. Wees die ontdekkingsreiziger, ga terug naar Orion. En wie zegt dat zij niet ontzegeld hoeft te worden, zij wiens naam ‘de zondagen’ is, die is zelf de grootste plaaggeest, vanuit haar hart gezonden. Je vele wachters heeft zij, als de wachters van Heidelberg, waar zij woont en troont, in het ijsland. Velen willen die strijd niet aan, en verzinnen excuses, lezen haar dagelijkse krant, die over allerlei andere dingen gaat, om juist die strijd te verdoezelen. Laffe soldaten zijn het, helden op sokken, die nog graag willen pronken in de stad, met hun kranten onder de arm. Tot standbeelden zullen zij worden, tot wuzzel groente.


En maar klagen over dagelijks nieuws, om hun krantje maar te kunnen verkopen. ‘Oh, moet je dit toch eens lezen, en dat, oh wat hebben wij het slecht, wat hangt ons boven het hoofd,’ terwijl het kwaad allang is gekomen en allang troont, daar in Heidelberg, en ontzegelt dient te worden. Een diepere krant dus, ja, jawel. Terug naar Orion. Alles wat om je heen is, is slechts in je eigen hersenen.


Daar in Heidelberg marcheren ze, ze marcheren hier ook. Allemaal om hun valse krant te verkopen, om het bestaan van deze heks te verdoezelen. Het is haar schuilplaats, haar voorhangsel, om de dapperen te bedriegen, om de tuin te leiden. Door een krant van plaaggeesten. Tot wuzzel groente zullen zij worden, ook die kranten. Het blijft maar doormalen in het hoofd, en de ware strijd gaan ze niet aan. In Heidelberg ligt het grote geheim verborgen.

 

Volg de vuurvliegjes - 1 januari 1970

Volg de vuurvliegjes

https://youtu.be/lrVTxxyxTOo

de wuzzel fokkers - de ontwaking van de vuurvlieg elven in de strijd tegen de plaaggeesten - 1 januari 1970

DE WUZZEL FOKKERS

de ontwaking van de vuurvlieg elven

in de strijd tegen de plaaggeesten

 

Hoe met vuur om te gaan ?

Je moet er heel voorzichtig mee zijn.

De mens heeft vreemd vuur gegrepen en heeft er alles mee verwoest,

alles verdraaid ook.


Stel je linker hersenhelft voor als een woud, en je rechter hersenhelft als een zee.

Zo heb je in je hoofd aan je linkerkant het woudland, en aan de rechterkant het zeeland.

De zee staat voor het twijfelen, dat je niet zomaar tot snelle conclusies komt.

Dat kan een groot lijden zijn, maar dat is nodig om de mens te behoeden voor valsheid.


Het woud staat voor het volharden, het aarden en wortelen. Mensen die hun zeehelft niet ontwikkelen groeien al snel helemaal vast in het bos, en komen niet meer verder. Leer de woudhelft dus te balanceren met je zeehelft. Zo kun je dieper in het woud komen, helemaal tot de rivier aan de bovenkant, waar ergens een brug van vuurvliegjes is. Over die brug kom je tot het ijsland, je boven hersenen. Het ijs is voor de afzondering, dat je niet op anderen steunt, niet door anderen verkeerd wordt beinvloed, want het is namelijk iets tussen jou en het hogere. Dit is dus heel belangrijk in het toetsen, dat je alles in het ijs brengt. daar kun je dus je rugzakje aan gedachten, zienswijzen en herinneringen leegkieperen. Stel je boven hersenen dus voor als een ijsvlakte, reusachtig groot. Hier moet eerst het goede rijpen. Daar moet eerst goede raad gegeven worden. Hier moet ergens een tweede vuurvliegjes brug zijn die helemaal naar onderen leidt, naar het vuurvliegjes land, je onder hersenen. De onder hersenen lopen helemaal door tot bij je hart. Dat is een kap van vuurvliegjes, en een honing boom. En dat is wat de vuurvlieg elven de ware liefde noemen : de liefde voor het werk.


In dit proces, in dit plaatje, leer je dus remmen. Leer je niet zomaar overal maar gris gras naar te grijpen en met vuur te spelen. De vuurvliegjes willen je leiden. Ga er maar mee aan de slag, om gevoelig te worden voor de onderdelen van je lichaam. Alles is al ingebouwd. Dit is telkens weer een principe in de tweede bijbel. Met name in het (nog ongepubliceerde) verhaal van de vuurvlieg elven. Door deze principes toe te passen zullen de vuurvlieg elven ontwaken. Dat is dus wat de vuurvlieg inhoudt, de schoolbegeerte en werkbegeerte, en omdat vuur al snel uit de hand kan lopen is het dus belangrijk dichtbij de vuurvliegjes te blijven. Die zullen je altijd weer terugleiden tot de balanzen, tot je woudkant, je zeekant en je ijskant. Je doet dus niks zomaar, springt nergens zomaar in. Er zijn teveel gevaren, de plaaggeesten, die met vals vuur werken, om alles te vernietigen en te verdraaien. Zij roofden eens van de vuurvlieg elfjes hun vleugels af, maar door met deze principes aan de gang te gaan, zoals ook in het (nog ongepubliceerde) verhaal van de vuurvlieg elven, zullen de plaaggeesten weer verstijven tot wuzzel groente, wat verbouwd en gegeten moet worden. Dat gebeurd in het centrum van je hersenen. Door goed je wuzzel groente te eten blijven je hersenen in balans, ook met je hart. Als je niet goed je wuzzel groente eet, dan kunnen de vuurvliegjes je ook niet helpen. Daarom zullen de vuurvliegjes je vaak zeggen om je wuzzel groente te eten. 


Hoe kon het dan dat de plaaggeesten eens alles konden overnemen en de vleugels van de vuurvlieg elven konden wegroven ? Door verliefdheid. Ze kunnen je verliefd doen worden op dingen die er helemaal niet toe doen als je niet oppast. Dit gebeurt als ze je kunnen afleiden van school en werk. Het is een ziekte die zo snel mogelijk genezen dient te worden. Daarom is er dit medicijn van de vuurvliegjes. Zo kun je weer leren richten in je hersenen en hart, om in de juiste richting te komen, voor de liefde voor het vak, door op die manier het land van de vuurvliegjes te leren kennen wat helemaal terugloopt tot je hart, waar de honingboom bloeit.


Oh, zoveel vuurvliegjes in de nacht. Verbouw je nog wel je wuzzel groente ? Of laat je de plaaggeesten maar aanrotzooien ? Er is een oorlog te voeren en een werk te gebeuren.


coming soon

 

Een van de kinderen had er nog een plaatje van gemaakt :

hobby links - 1 januari 1970