20 april 2024
De Onkrant
Onkrant Columns
 
 
 
 
Onkrant Columns overdenkingen

laatste update : 4 augustus 2022 

tussen Barth en Jung – de ontsnapping uit de zinkende Titanic van het vlees [new]

[voor meer artikels : zie forum]

tussen Barth en Jung – de ontsnapping uit de zinkende Titanic van het vlees - 1 januari 1970

 

tussen Barth en Jung – de ontsnapping uit de zinkende Titanic van het vlees


Dit is het ware leven niet. Dit is het onleven. Het ware leven is in het hart. De mens moet zijn anus weer onder controle krijgen, het ventiel van het lichaam, en controle gaan krijgen wat hij er wel en niet uitpoept. De mens moet geestelijk zindelijk worden.


Babylon viel, eind twintiger jaren van de jaren 1900, en met Babylon viel de mens. Het schip van het vlees begon te zinken. Nu moest de mens nog een uitweg zien te vinden uit het zinkende schip, en de tijd drong. De jaren veertig zijn een beeld hiervan, dat de mens geen adem meer kon halen. Het vlees trok de mens mee in zijn val. het was een zware worsteling, ook met zeemonsters die zich in het schip hadden begeven. Hier zijn diverse films over.


Het zinkende schip van het vlees was in de veertiger jaren terechtgekomen in de greep van een reuzenoctopus, en de mens was nog steeds opgesloten in deze zinkende kokon. Daarna, door alle gifbeten, raakte het meer en meer in stalinistische vormen, conformistische tirannie. De zinkende ark van het westerse christendom was aan het ijlen in een doodstrijd.


Wat is dan de weg uit het zinkende schip ? De barthiaanse theologie.


De mens legt vaak verkeerde links, maakt vaak verkeerde associaties. Die moeten vervangen worden door vraagtekens, en dan moet de mens de linkologie leren.


Dit is de vleselijke realiteit, een onrealiteit, fake news. Het ware leven is diep binnenin. Het hemelse woord is ons tegemoet gekomen. Het hemelse woord is zelfs vlees geworden. Hebben wij het herkend ? Er zijn kruispunten tussen de vleselijke realiteit en de hemelse realiteit. We zijn niet als wezen achtergelaten.


Wat is het pad van de zon van de onderwereld ? Daar waar vleselijke zonnen al oprijzen, want die hebben immers korte cirkeltjes, daar gaat de zon van de onderwereld juist nog dieper. Zorg dat je in de zon van de onderwereld blijft en blijft neerdalen, anders kom je in valse opstandingen. Als je in de zon van de onderwereld, in het vagevuur, blijft, dan blijf je zo jezelf zuiveren. Dan worden de wortels schoongemaakt. Je kunt om je heenkijken in het corona tijdperk en je afvragen : ‘Is er ook een moeder van corona ?’ Wij moeten ons richten tot de moeder van de onderwereld. De zon van de onderwereld is belangrijk om er doorheen te komen, maar de mens komt te snel weer boven, wil als snelle zonnen aanbeden worden. ‘Kijk mij nou,’ en dan is het als de challenger space shuttle ramp in 1986. Dat zijn gelijkenissen. Eerst moet de mens dieper dalen, eerst moet de mens crashen. De torens van Babylon, van het menselijke verstand, zijn gevallen, en blijven vallen. Wanneer leren we het nou eens ?


En dan is het als China die Taiwan niet wil laten gaan, en zoals Spanje die Catalonië niet wil laten gaan, stalkende families die niet willen dat iemand uit hun clan ontsnapt. Daar vuren ze raketten voor af. En zo gaan we door deze kokons : het vlees wat maar niet wil loslaten, de vleselijke bezitsdrangen en geldingsdrangen van deze wereld.


Wat is het pad van de zon van de onderwereld ? Wat zijn haar banen ? Want dat zijn zeker de sleutels om er doorheen te komen, en zij gaat dieper en dieper, juist dieper, de onderwereld in.


Ra wist het en volgde het, kwam tot de mysterieen van de onderwereld, verlaten, verloren, vergeten gebieden, tot aan de grote zeeen van de onderwereld. Zo ging hij die tunnels door en ontraadselde die. Hij schuwde religie niet. Terwijl de anderen lekker op de terrasjes zaten in de stad om hun zoveelste taartje op te peuzelen, gewoon in het openbaar, waar iedereen iedereen volgt, sociale media bij de hand met een druk op de knop, daar waar alles traceerbaar is, waar alles onder controle gehouden kan worden, want daar is het vlees zo dol op. En dan maar weer elkaar leegzuigen, al die siamezen, als in een golfslagbad. Op en neer, op en neer. Maar in 1929 zonk dit schip. Het was als een Poseidon of Titanic situatie, zoals dat ook weer in de negentiger jaren een groot thema was. Iedereen was ineens vol van de Titanic. Het was een gelijkenis. In 1912 gebeurde het, en in 1997 kwam de film, heel profetisch. Iedereen sprak erover, en er werden liederen over gezongen. Titanic 1912 was al een aankondiger, dat de mens voorzichtig moest zijn. De Titanic liep op een ijsberg. Een groot geheimenis. Het schip werd doorboord en zonk. Dat was het einde. De mens werd teruggeroepen.


Een heleboel mensen durven niet dieper te gaan, durven niet dichter bij het kruis te komen, want ze zijn geprogrammeerd met ‘dat niemand ooit meer uit de hel komt’, en dat terwijl hun eigen vorst, Jezus Christus, nederdaalde ter helle en ook weer opstond, dus het was slechts een doortocht door de hel, en zo is dat ook voor de volgelingen van dit hemelse principe. We zijn slechts op doortocht. We moeten door de grote verdrukking heen, en we komen er ook doorheen. Daar wijst ook de Egyptologie op, en de wereld heeft behoefte aan die pioniers. Mensen die het niet opgeven, die gaan ‘where eagles dare’. Ook Barth stelde dat God naar de hel leidt, maar dat hij daarom ook er weer uit leidt. Dat is het wonder van het kruis. Het is geen doodlopende weg, maar de enige weg. En het shamanisme geeft een heel ander zicht op de hel, want zij is de baarmoeder, de openbaarder. De mens vindt nieuwe wegen in de hel, ontwikkelt nieuwe gaven, zoals Augustinus ook stelde. Er valt leven te ontwikkelen in de hel, en zo eeuwig leven. Het is dus een kokon. Maar we moeten doorgaan, en doorgaan. Een openbaring van dat kruis is zo nodig.


Ik had een droom over de zon van de onderwereld, en het daalde in mijn hart, en het omringde mij geheel, en het begon mij te leiden. Toen ik wakker werd voelde ik nog het vuur. Het brandt al het vleselijke weg. We kunnen dus in het corona tijdperk ons afvragen : Wie is de moeder van corona ? En we moeten komen tot de moeder van de onderwereld.


Barth komt tot de conclusie in zijn bespreking van Romeinen 11 dat de kerk God heeft gekruisigd. Hij stelt dat de kerk God vond, maar toen verwierp, omdat ze het niet begrepen. In die ramp moet inzicht komen, stelt Barth dan. Jung had er eens een droom van dat hij God zag poepen op de kerken, van een grote hoogte. Daarom is God juist op zoek naar het buitenkerkelijke, stelt Barth. Er zijn daar ook veel hemelse gelijkenissen. De buitenkerkelijken zijn oningewijd, wild, en naakt, maar ze moeten zich niet hoger voelen dan de kerkelijke gebondenen, want er is een groot verschil tussen hun vleselijke naaktheid en de ware, geestelijke naaktheid van het paradijs. Beide kanten zijn gelijkenissen, en de buitenkerkelijken moeten niet verwaand lopen doen naar de kerkelijken toe, want de buitenkerkelijken zijn dan wel niet slechter, maar ook absoluut niet beter, stelt Barth.


Dit leven is slechts vleselijk, leugenachtig. Het is het rijk der leugens, maar toch werkt het als gelijkenissen, en toch is het hemelse woord hieraan tegemoet gekomen. De zon van de onderwereld gaat hier doorheen. Ra ging er doorheen, Jezus ging er doorheen, Freud, Jung, en Barth gingen er doorheen.


Het is zo leugenachtig, grillig en bedrieglijk, deze vleselijke realiteit, dat je jezelf met niemand moet vergelijken, want alleen de hemel is de maatstaf. Houd dus de lat hoog, en laat het niet door anderen om je heen verlaagd worden. Vergelijk jezelf niet met hen, en gebruik ze niet als excuus. De lat in deze vleselijke realiteit ligt nu eenmaal laag, maar dat zegt verder niks over ons en hoe we zouden moeten leven. Laten de doden de doden begraven. De zon van de onderwereld brandt hier ook doorheen, door al die menselijke grenzen en maatstaven waar ons leven aan onderhevig is, door wordt onderdrukt. De zon van de onderwereld vindt haar weg wel. Waar een muur is is een pad. Het zijn geen onoverkomelijke bergen, maar bruggen.


Geef je niet over aan de afgod van willekeur, de tijdsgeest. Maar laat jezelf leiden door de hogere bron. Barth noemt die bron God als de Onmogelijkheid. Het is onmogelijk voor het vlees, en onmogelijk voor de werken van het vlees, totaal onbereikbaar. Het is het Ongehoorde. Het is het verborgene en ondoorgrondelijke, wat geen oog gezien heeft en wat in geen hart opgekomen is, wat boven denken is, onuitsprekelijk. Alleen in onze diepten zal het ons vinden. Het goede ontwikkelt zich door in de mens, zo ook het slechte, afvallende, wegvallende, wat slechts een gelijkenis daar van is. Het is het afpellen van de hemelse vrucht, in de ware ontwaking van het bestaan, de vrucht van tijd. Geef iets lang genoeg de tijd. Het heeft altijd die twee eigenschappen. Het een roept het andere op. Dat is hemelse natuurkunde. Er ligt daar een ijzeren, onwrikbare bestemming voor de mens. De oude mens zal wegvallen, afgedaan worden, en de nieuwe mens zal opstaan, hoe dan ook. Daar kan niemand aan ontkomen. De hemelse spiegel werkt nu eenmaal zo. Iedere ontwaakte, die waarlijk hemels opgevoed is, beseft dat. Er kan niet aan dat mechanisme ontkomen worden. Ieder mens heeft dit hemels zaad in zich. Het is alles voor allen, en allen voor allen, want in tijd, voldoende tijd, wordt alles tot sieraad gestrekt, en tot goed gebruik gemaakt. De oude schillen zullen wegvallen, nieuwe betekenissen zullen er komen, voor een nieuwe bedeling. Bent u klaar ?


Jung zag de anus van God, die het gemunt had op de kerken. Buitenkerkelijken vinden dit vaak amusant, maar laten we beseffen dat het woord ‘kerk’ een heel relatief begrip is, en dat het een negatieve waarheid en een positieve waarheid heeft. Ook de buitenkerkelijken hebben hun eigen kerken voor hun eigen afgoden. Hun leven is een grote kerkdienst, een liturgie, tot hun afgod, die ze volgen, en dat werkt precies hetzelfde. Ook zij laten hun doden hun doden begraven, ook zij vegen het stof van hun voeten af wanneer hun publiek niet naar hen luistert, en niet zoals hen wordt om hen te volgen. Ook zij hebben hun eigen kruis en wederkomst. Ook zij hebben hun eigen doop en pinksterdag, allemaal ter ere van hun afgod, of die nu vrijheid is, geld, entertainment, hun beroep, hun familie, hun echtgenoot, of hun huis, hun auto, of hun ideologie of filosofie. Ook zij zijn religieus. Ook zij zitten in de kerkbanken. Ook zij geven de rol pepermunt door als de preek begint. Ook zij hebben hun eigen psalmen en gezangen. Ook zij hebben kosterlijke taken. Ook zij hebben hun eigen reformatie, en hun eigen avondmaal. En Jung’s God poept op die kerken. Zalig zij die spreken, want het is goud. Zalig zijn zij die zwijgen, want het is zilver. En toetsen is diamant, een hart hebben is platinum. En zalig zijn zij die een anus hebben, want dat is de jackpot. Geestelijk zindelijk worden is de grens, de middenlijn, van deze paradox, die door alles heenloopt. Waarom zijn bijvoorbeeld ‘shit’ en ‘asshole’ twee van de meest gebruikte stopwoorden ter wereld ? Tijd om met dat mysterie klaar te komen.


1912 en 1997 : de Titanic. Iedereen is op zoek naar de nooduitgang. Waar is de nooduitgang ? Waar is het ventiel ? Waar is de anus van dit zinkende schip ? Deze kapitalistische en opportunistische westerse ark van Noach was dus toch niet waterdicht. Deze Goliath is zinkende. Wie had dat ooit gedacht ? De wallstreet crash. Waar is hier de nooduitgang ? We kunnen hier niet blijven, zong Herman van Veen. Opzij opzij. Hij had grote haast, en ook het Goede Doel zong erover. We zijn op zoek naar de anus van dit ding. Kom op, jongens, waar is het ? We kunnen hier geen ademhalen. De jaren veertig, de gifbeker van Socrates, 1978 ook. ‘Ikke ikke ikke en de rest kan stikke’ werkt dan niet meer. Iedereen was op deze Titanic, op deze Poseidon, deze Goliath. Wall street was immers gecrashed. De toren van Babel was ingestort, en wees dan niet zo schijnheilig om te denken dat jezelf niet op deze toren was. Iedereen had deel aan deze toren. Dat is wat dit menselijk bestaan is, een toren van de aarde tot een ingebeelde hemel.


Geestelijk zindelijk worden, een hele uitdaging. Niet velen zijn welwillend om deze uitdaging aan te grijpen. Ze spelen liever verstoppertje en verkleedpartijtjes, allerlei feestjes. Ze bouwen liever hun eigen kerkjes, dravende voor hun eigen koninkrijkjes. Zindelijk worden staat niet op het programma. En Jung’s God poept op zulke kerken. ‘Je wil niet zindelijk worden ? Dan zul je het krijgen ook. Misschien dat je daarom zo vaak ‘shit’ zegt ?’ Wie zijn anus niet onder controle krijgt, wie zich niet disciplineert, die zal wegzinken erin. Dat is wat het waard is. De mens verzuipt erin. Dat is toch wat ze willen ? Onsmakelijk verhaal. Dan toch maar zindelijk worden. Zo snel mogelijk als het kan. De mens zal hieraan afsterven, hoe dan ook. Evolutie zal daar naar toe werken. De uitverkiezing is iets veel groters dan zomaar het persoonlijke. Het is de uitverkiezing, de uitwerking, van het goede, het doordachte, het bezonnene, het ingetogene, en dat is in ieder mens. Het zal wel doorgroeien en tot nieuwe verbindingen komen, nieuwe samenstellingen, ongeacht de keuze van de mens. Dat is dus geen rechtstreekse alverzoening, maar ook een kwartslag gedraaid, dat het een nieuwe betekenis heeft gekregen. Het heeft een zeker aspect van communisme en socialisme in zich. Maar het is veel groter. Het is insectisch. Barth stelde dat anti-communisme van een groter kwaad was dan communisme zelf. Het gaat erom te komen tot de gematigde vormen. Barth kwam gelijktijdig opzetten met het communisme, als een enigma. Het liep parallel in de theologie, om nieuwe, diepere betekenis eraan te geven. Overschat de factor niet, maar onderschat het ook niet. Communisme moet op een laag, maar duidelijk pitje aanwezig zijn. Anders zou de wereld weer meegesleurd worden door de draken van kapitalisme. Die hebben al eeuwen de mensheid meegesleurd in grote woede. Toch is het dan een gelijkenis ergens van.


Alles heeft zowel een positieve waarheid als een negatieve waarheid, waar het beeld van de deur ook op wijst : Een deur kan zowel open als dicht. We kunnen denken aan de Romeinse god van de deuren, van het begin en het einde, genaamd Janus (Ianus, van ianua, deur in het latijns), die twee gezichten had, en die bij het bidden werd genoemd anders zouden de gebeden niet door de hemelpoorten kunnen komen. Hij was dus een soort middelaar. Ook kunnen we denken aan het voortijdse Jana-Jani orakel bij de amazones, een soort urim en thummim, wat dan was voor het toetsen. Uiteindelijk krijgen we alleen zicht op de verhouding tussen de positieve waarheid en negatieve waarheid van iets of iemand door het toetsen.

oorlog in de oekraine – 3 – glasnost toepassen op de gnosis – van gereserveerd tot gereformeerd (perestrojka) – het grote geheimenis van Rusland - 1 januari 1970

 

oorlog in de oekraine – 3 – glasnost toepassen op de gnosis – van gereserveerd tot gereformeerd (perestrojka) – het grote geheimenis van Rusland

 

Met een bespreking van Gorbatsjov's 1987 boek 'Perestroika'

 

De mens steelt stukjes van de gnosis, trekt het uit verband, isoleert het, maakt er wat anders van, en maakt er dan een markt van. Dat is wat de mens is. Het is totaal niet eerlijk naar de gnosis, al die baasspelerij. De mens denkt dat hij zo’n baas is. ‘Ik ben de baas, I am the boss.’ Echt ? Denk je nu echt dat al die regeringsleiders de daadwerkelijke leiders van die landen zijn ? Neen. Ze wanen maar wat. De engelen zijn over die landen aangesteld.


Vannacht had ik een droom dat ik in een supermarkt was, en een Nederlandse regeringsleider liep er rond met een bloedneus. Niemand zei wat, dus ik vroeg aan iemand wie het had gedaan, tegelijkertijd me afvragende of hij het misschien zelf had uitgelokt. Ik begon toen in de supermarkt te zingen : ‘Vrede op aarde, vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.’ Ik liep toen zingende naar buiten en hoorde buiten ook wat groepjes mensen hetzelfde zingen, van het leger des heils of iets soortgelijks.


Gorbatsjov noemde Rusland de grootste producent ter wereld van staal, grondstoffen, brandstof en energie, maar dat er grote tekorten zijn vanwege verkeerd gebruik. (p. 25, Perestroika, 1987) De mens moet het leren berijden, geestelijk. Het is niet vreemd dat daar het communisme kwam opzetten, want alles moest eerlijk verdeeld worden, en het wees terug naar de middeleeuwen, zoals in mijn droom over de man met het brood, de engel van Rusland, want men zou terug moeten naar het minore tijdperk van de armoedsordes, waar Johannes Hus zich door liet inspireren voor de reformatie. Dan pas kan er echt vrede zijn. Het is een geestelijke strijd tegen valse rijkdom en valse macht en valse eer. Velen zijn dronken door wereldse toejuichingen, denkende dat dat het leven is, om als god in Frankrijk aanbeden te worden. Er moet dus weer een zelfverloochening zijn om plaats te maken voor het hogere, dus de mens kan niet buiten Israel om waar dit geheimenis ligt. Het gaat om de dialoog tussen moeder en innerlijk kind, de tweedeling, de openheid, de glasnost, wat terugwijst op de oerkennis, de Name, wat ook het gehele oergeheimenis is van Suri-Name, van verbrokenheid, zelfonderwerping (Suri), te komen tot de hogere natuurkennis van het oer (Name). Dat is wat glasnost ten diepste is, en wat eigenlijk gewoon een Russisch woord is voor de regressie, de terugkeer tot de moeder, waar Maleachi over sprak, Elia die brak met het koningschap van de wereld, en terugging tot de wilde moeder van de natuur. Dat is ook de hele opzet van Heidelberg : de dialoog. Gorbatsjov noemde dit in zijn boek Perestroika het nieuwe denken, de glasnost, dat de mens tot zelfregering moest komen, dat er openheid in de regering moest komen, meer dialoog, meer autonomie, een bepaalde hogere democratische factor, anders zou het communisme stagneren. (p.35, Perestroika)


Ik keek in een droom in de engel van Rusland, Glasnost, zijn ogen. Hij was in de vorm van mijn vechtsportleraar, en hij was hemels dronken en woedend. In zijn ogen waren er hemelse kleuren van een andere dimensie, als zwarte gaten. Als je er in keek, dan vroeg je je af van ‘He, wat is dat ? Dat kan toch helemaal niet ?’ Zo vreemd was het, want het zuigt je op, alsof het transparant was. Ik kende deze kleuren helemaal niet. Het waren hemelse kleuren van hogere hemelen, en het waren werelden op zich. Gorbatsjov stelde dat perestroika (reformatie) ging om sociale verantwoordelijkheid, dat die weer zou terugkomen, dat het niveau daarvan zou stijgen. (p.35) Glasnost zou moeten komen om de mens te trainen, als een discipline van zelfkritiek en algemene kritiek in de context van respect voor het individu en voor persoonlijke waardigheid. (p.39)


Glasnost zou een geestelijke en ethische atmosfeer promoten, waardoor men de geschiedenis beter zou begrijpen, waardoor reformatie (perestrojka) zou kunnen plaatsvinden. (p.79) De mens moest weer zuivere informatie krijgen, onderwijs. De mens was te gereserveerd, maar moest weer gereformeerd worden. Er moest geluisterd worden naar het individu, en er moest weer aandacht gegeven worden aan het individu. Het individu was verdronken in retoriek, stelde Gorbatsjov. Men moest terugkeren tot de ethiek. Het was te stijf geworden, te mechanisch. Er moest ook weer plaats zijn voor gezonde kritiek, kritisch, onderzoekend denken. (p.81) Waar was het hart van de mens gebleven ? We zien Gorbatsjov dus in principe pleiten voor het shamanisme, voor het verloren schaap. Hij durfde de kudde achter zich te laten om het te vinden. We zien Gorbatsjov hier optreden als een vredesengel, als de goede herder van Rusland. Hij reikte niet alleen uit naar zijn eigen volk, maar ook naar andere volkeren. Dit was belangrijk, want er was een steeds grotere dreiging van nucleaire oorlogen of rampen, vanwege de opkomst van kern energie planmatigheid en technologie. Het zou maar zo mis kunnen gaan. En het is misgegaan, want de mens trok laatjes open die het niet mocht opentrekken, als de doos van Pandora. Daarom sprak Gorbatsjov dat glasnost zo belangrijk was als de lucht die we inademen (p.82)


Eerlijkheid moest weer terugkomen, stelde Gorbatsjov, oprechtheid (p.267), en er moest openheid zijn voor originaliteit, opdat ingedutte conformiteit ontweken kon worden. Dat is een humanitaire opdracht, en ook een animalitaire en naturitaire opdracht. Hiervoor moest de mens loskomen van nationaal egoisme (p.301)


De mens moest zo een relatie aangaan met de waarheid. Dit zou een proces zijn van evolutie. Glasnost is een natuurlijke wetenschap. Er zouden een heleboel obstakels overwonnen moeten worden. Dit kon alleen gedaan worden door internationalisme, door verscheidenheid, door variatie, om zo ingedutte dogmatiek te ontstijgen. Glasnost moest verdiept worden, als werken in de mijnen. Er werd over Glasnost gesproken als over hemels gesteente wat het fundament moest worden van een nieuwe wereld, niet een wereld waar de geschiedenis weg was geworpen, maar waar er van de geschiedenis werd geleerd en waar de geschiedenis werd verbeterd.


Doe jezelf niet te wijs voor. Laat anderen ook spreken. Laat ook kinderen spreken, ook je innerlijke kind, wat ook weer in de psalmen van Israel terugkomt. Als je je te wijs voordoet kan dat ook weer gevaren opleveren, en daarom gedroeg de psalmist zich als een dwaas in 1 Samuel 21 toen hij op de vlucht was voor Saul en in Gat was gekomen. Dit hoofdstuk gaat overigens ook over de man met het brood.


In psalm 69 is de psalmist omringd door zijn vijanden, en heeft hij gevast en zich met een zak gekleed. Hij was in een diepe put gekomen, in diepe wateren, in slijk, en hij werd bespot. Hij moest zich hier wel openstellen voor het hogere. Hij kon het niet alleen. Er waren missing links. Hij was verslonden door een beest, eaten alive, met huid en haar. Hij moest zich openstellen voor een andere wereld, anders zou hij het niet redden. Hij moest een dialoog aangaan. Hij moest dus tot Glasnost komen, anders zou er geen Perestrojka zijn. Hij moest dit gesteente leren kennen. De psalmist was diep gezonken, en maakte er een psalm van, als een visnet. Hij moest hier leren vissen. Hij moest het ten goede laten meewerken. Hoe groter de wreedheid was van de vijanden naar hem toe, hoe meer hij in deze nieuwe wereld werd geduwd. Calvijn stelt dat zo de hoovaardigen uiteindelijk werden wederstaan.


De psalmist had gezocht naar hen die medelijden zouden hebben of zouden troosten, maar hij vond hen niet. Ze gaven hem slechts gal en azijn te drinken, zoals ze ook bij Jezus deden aan het kruis. Zijn discipelen sliepen. Er was niemand. Hij moest hier helemaal alleen doorheen. Zo ontwikkelen wij het heilige glasnost gesteente van doorzicht, inzicht, uitzicht en overzicht als een nachtzicht, als een gids, de engel van Rusland. Dat was de raaf die Elia voedde in de wildernis. De mens ziet niets. Als zijn naaste in nood is is de mens in geen velden of wegen te bekennen. Maar de Kennis ziet alles. De psalmist werd aan zijn kruis vergiftigd, net zoals Jeremia sprak dat ze hout hadden gedaan in het brood, stelde Calvijn. Hier bidt de psalmist dat hun tafel hen tot een strik zal worden, stelt Calvijn, en dat de dingen die hen tot vrede zijn tot een net zullen worden. Dat zijn allemaal beelden of gelijkenissen dat de mens geen bovenmatige rijkdom en voorspoed mag hebben ten koste van een ander. Gorbatsjov stelde ook dat het geen propaganda praatje mag zijn, maar dat er onderwijs moet zijn voor algemeen welzijn. Het moet vanuit het hart komen, en door het hart gevoeld zijn. Laten we beseffen zoals Calvijn het zegt in zijn betere leer dat alles wat de hemel strekt tot leven, dodelijk is voor de zonde en het vleselijke. Het vlees in de mens haat hierom het hogere, en zoekt het in de doofpot te stoppen. Als Glasnost komt, zie dan naar al die ogen die afwijken en doen alsof ze het nooit gezien hebben, alsof het niet bestaat. Hierom is de engel van Rusland woedend. De bron of de baarmoeder die genezing draagt in Maleachi draagt dus tegelijkertijd een adem van de dood, stelt Calvijn, om tot het goddeloze vleselijke te brengen.


De psalmist vraagt dan of de ogen van deze wrede tafelheren dan verblind mogen worden, want alles wat ze doen is anderen vergiftigen. Ontneem hen alle verstand, stelt Calvijn dan. Deze blindheid, stelt hij, die over hen wordt uitgegoten, zal ervoor zorgen dat zij hun lendenen breken. Uiteindelijk zullen ze zelf vallen in de kuil die ze gegraven hebben. Zelf zullen ze ook afdalen in die diepe put van psalm 69. Calvijn zegt dat de psalmist maar blijft aanhouden met zijn verwensingen met de grootst mogelijke heftigheid en onstuimigheid tegen hen, opdat zij af zullen laten van hun slechtheid en hoovaardij. Wie denkt dat de psalmist maar op zijn woorden moet passen en niet zo moet schelden en vloeken die is ten eerste verschrikkelijk onverschillig en harteloos, en ten tweede heeft zo iemand nog nooit zelf aan zo’n kruis gehangen, want dan zou hij net zo schelden en vloeken, als onderdeel van het lijden. De beste stuurlui staan altijd aan wal zullen we maar zeggen. Het is een dichterlijke en figuurlijke kunst om alles te verwerken. Met zulk lijden kan boosheid niet ontlopen worden. Boosheid is dus een onderdeel van het kruis, inclusief schelden en vloeken. Het is allemaal heel makkelijk praten voor mensen die nog nooit wat hebben meegemaakt en zich nooit om iemand anders bekommerd hebben, of alleen om hun eigen kroost. De psalmist is als een hemelse atoombom die hier ontploft. Nu zal glasnost er komen. Het tikken van de bom is voorbij. Ze hebben er zelf om gevraagd.


‘Edelachtbare Marjolein, er is een bom hier, en het tikt.’

--- ‘Och, zolang het tikt is er niets aan de hand.’

‘Maar nu tikt het niet meer.’

--- ‘Dan is de bom of onschadelijk gemaakt, of je bent er inmiddels geweest, of wij allemaal.’


Calvijn noemt psalm 69 een hyperbolische psalm. De psalmist gaat spreekwoordelijk om met godsdienst en de diensten der mensen, en hij noemt de psalmist een voorbode van het evangelie. Hier werd het evangelie al gepredikt, in deze dingen, die dus figuurlijk waren, en de westerse mens die daarna kwam heeft het verkracht door het te verletterlijken. Men is met deze gnosis op de loop gegaan, omdat men glasnost er niet op toepaste. Men moet weer terugkeren tot de hemelse mijnen, en glasnost winnen. Deze werd dus al geopenbaard eind tachtiger jaren, begin negentiger jaren, met de val van het ijzeren gordijn, met de verschijning van de engel van Gorbatsjov. Deze staat nog steeds als een paal boven water. Laten wij hierin binnengaan. Leren van de engel.


Als iedereen een stapje terugdoet, en niet te groots, niet te machtig, niet te wijs, niet te weterig, op te treden, zal een ieder tot zijn eigen zelfbestuur, zijn eigen autonomie kunnen komen, en hierin zal een nieuwe wereld zich kunnen openen en de missing links zullen kunnen verschijnen, en zal er een goede en zuivere terugkoppeling kunnen zijn, door glasnost. Iedereen een stapje terug, opdat glasnost kan komen. Niet groots willen doen, maar laat het kleine spreken. Laten de dwergen weer tot hun mijnen kunnen gaan, en hun edelstenen aan Sneeuwwitje kunnen laten zien. Oh, laat dit sprookje kunnen herleven, het geheimenis van Rusland.

een stekker in een varkensneus ? – loskomen van de schijnwerkelijkheden van het vleselijke kind en de vleselijke moeder - 1 januari 1970

 

een stekker in een varkensneus ? – loskomen van de schijnwerkelijkheden van het vleselijke kind en de vleselijke moeder


We roepen misschien om wraak als de martelaren onder het altaar in Openbaring 6. We zouden misschien graag zien dat het hemelse oordeel uitgestort zou worden op het grote kwaad van deze wrede wereld. We snakken misschien naar genezing van onze wonden. Maar de martelaren werd een wit kleed gegeven, en zij moesten rusten, de minste zijn, kind worden. Wij moeten meer naar kennis verlangen dan naar genezing en oordeel. Boven alles moeten we naar de kennis verlangen. Er zal veel minder aandacht worden geschonken aan genezing en oordeel, want dat ligt namelijk allemaal in de kennis besloten. ‘Mijn kennis is u genoeg.’ De kennis zal een heleboel vraagstukken oplossen als de hemelen opengaan, en je zult dingen anders zien, en je ook anders voelen. Dingen zullen andere betekenissen krijgen, en je zult je afvragen : ‘He, hoe kan dat ? Wat is dit ?’ Een heleboel van wat we nodig vonden is ineens helemaal niet meer nodig. De kennis zal hele andere verlangens geven. Dan zullen we zeggen : ‘Ach, laat allemaal maar zitten. Dit is veel beter.’ Werelden zullen wegvallen, oude problemen, en oude gedachten, als de hemelen zich openen. Maar het begint erbij dat jezelf je gaat openen tot de hemelen. 


Paul B. Smith schrijft in zijn boek ‘Dagelijks Evangelie’ dat het tragische van de lichamelijke volwassenheid is dat de mens de neiging heeft om zijn verwondering over en de warmte van het leven kwijt te raken, wat hij ook beschrijft als verzaking van de eerste liefde, zoals bij de kerk van Efeze. Ook Herman van Veen zingt erover in zijn lied ‘Zingende Doden’, dat de mens het niet eens in de gaten heeft als de wereld is vergaan, want er druipt een slaapdrank van het scherm, en dan kun je ook denken aan de mobiel waar de mens vandaag de dag aan verslaafd is. Men mist het leven en de liefde niet meer. Er is geen bewondering meer, en zelfs geen angst, zingt hij. Bewondering is een pilaar van de betere leer van Calvijn. Bij zijn commentaar op het boek Maleachi stelt hij dat het volk was bevrijd uit Babylon, maar het deed hen niet veel. Ze hadden een gebrek aan dankbaarheid. Het boek is in dialoog stijl geschreven, en er wordt ook gesteld dat zij hun eerste liefde hebben verzaakt, ontrouw zijn geworden. Ze hebben hun stekker in de neus van een varken gestopt.


De dialoog laat de verhouding zien tussen moeder en kind, en is dus tweeledig. Heb je die tweeledigheid al in je hart, de twee-deling ? Ga met jezelf om als met een dialoog, want het is niet slechts eenzijdig. Zo zien we deze dialoog ook terug in de Heidelbergse catechismus van vraag en antwoord. Ook de moeder stelt vragen aan het kind. We moeten hierin onderscheid maken tussen innerlijk kind en vleselijk kind, want we moeten met hulp van de moeder loskomen van ons vleselijk kind, want die is er ook. Het vleselijk kind kan verschrikkelijk zeuren en dingen anders voorstellen, dingen omdraaien, om zo te spijbelen en aan de hogere natuurmoeder te ontkomen, en maakt zichzelf zo vleselijke moeders, want die zijn er ook, en daar moet je voor oppassen. In Maleachi is de boodschap uiteindelijk : Keer terug tot je moeder, en dan wordt het voorbeeld van Elia aangehaald. Elia beeldde de brug uit. Elia onderwierp zich niet aan de vleselijke koning en koningin en de vleselijke priesters en vluchtte tot de wildernis, want profeten werden gedood. Het gaat dus om het krijgen van een profetische relatie met moeder natuur, wat misschien een erg christelijk woord is, maar wat in principe gewoon ‘practisch’ betekent. Elia moest in de wildernis helemaal loskomen van vleselijk denken en vleselijke invloeden, van het horen zeggen, van roddel, die zijn leven ook bedreigde, en moest zo de hemelse, hogere praktijk leren, niet alleen maar theorie. Er mag een persoonlijke omgang zijn met de hogere kennis, om zo los te komen van lagere, vleselijke kennis. Dat is iets heel natuurlijks, als een wedergeboorte van de ziel, en een wederopvoeding. Vandaar dat Maleachi dit voorbeeld noemde, en dit staat of valt met de dialoog. 


Wij mogen leven door de hogere dromen. Wat we op aarde zien zijn vaak de lagere, vleselijke dromen, en de mens is tot slaaf gemaakt tot die dromen. Alleen kennis is de bevrijding ervan, dat je innerlijk vrijkomt, niet door welke andere goocheltruuk dan ook. Zomaar oordeel en genezing werken niet als er geen practische kennis is. Dat zou alleen maar leiden tot een nieuwe vleselijke droom. Ook het vlees droomt, de zonde droomt, en bouwt zijn zandkastelen en luchtkastelen, die uiteindelijk weer door de zee worden weggespoeld. Alle vleselijke opgeblazen dromen zijn als ballonnen die op uitspatten staan. Maak dus ook onderscheid in je dromenleven, aan de hand van je innerlijke kind en je innerlijke moeder. Elia vond veiligheid in grotten en spelonken in de wildernis, in het verborgene, waar hij ontmoetingen had met de hogere werelden, of in christelijke termen met de hemel. Hier ontving hij practische kennis, wat hij moest doen. Verborgenheid is ook een van de pilaren van de betere leer van Calvijn, je toeleggen op de verborgenheden van de hemelse praktijk, werken van de hogere natuurkennis, wat dus de ware betekenis is van ‘de dingen van boven zoeken’, de verborgen voorzienigheid. Je leeft zo niet vanuit het voor de hand liggende, het publiekelijke, het algemeen aanvaardde. Neen, want dan hebben ze je. Dat is het vlees, en het vlees verlokt en houdt je opgesloten. Elia leefde vanuit de onaangeroerde natuurdiepte, dat wat niemand had gehoord of gezien, daar waar geen mensenvlees was gekomen. Elia leefde boven denken. En er was een geweldige wind die rotsen verbrijzelde en bergen verscheurde. Wij kunnen ons namelijk nooit verstoppen voor de hogere kennis. Nooit. Al onze vleselijke schuilplaatsen, ook al zijn het rotsen, zullen uiteen verscheurd worden, want de dialoog moet blijven, de dialoog tussen mens en hogere natuurkennis, en die kennis roept ons. In de geweldige winden van het leven zijn we veilig, want het toetst alles, prikt door alles heen, zodat het vlees zich niet kan ontwikkelen. 

contact zoeken met je innerlijke moeder en innerlijke kind om zo je lego-zelf te bouwen - 1 januari 1970

 

contact zoeken met je innerlijke moeder en innerlijke kind om zo je lego-zelf te bouwen


‘Onthoud altijd : Geruchten worden gedragen door haters, verspreid door dwazen en geaccepteerd door idioten.’ (universele wijsheid)


Johannes Hus noemde zichzelf vaak de minste priester en zwakkeling priester, om geen deel te hebben aan de hoogmoedswaanzin van de wereld. Verneder jezelf, opdat de hemel je zal verhogen. Goede wijn behoeft geen krans. Dat waren de eenvoudige beginselen van de reformatie tegen het bluffende, overmoedige, vraatzuchtige katholieke stedensysteem.


Titels zoals dr., prof., ds. hebben nogal een hoge snob-graad. Men steekt elkaar voortdurend veren in de kont. Maar verlaag jezelf, en de hemel zal je verhogen, zoals in het boek ‘Het Paarse Complot.’ Verbeeld jezelf niks. Vaak zijn zulke titels gewoon voor de markt, en die knapen zijn zwaar aan de drugs. Je mag hun boeken lezen en ermee stoeien, maar laat je niet verleiden. Het kunnen goede mensen zijn, maar die titels zijn van het vlees. Je kunt ze vaak al gratis bij drie pakken melk krijgen bij de Albert Heijn, of door een of ander negen stappenplan van een of andere universiteit, en er worden een heleboel stappen overgeslagen. Het is iets van de mens, van het vlees, niet van de hemel. De oude profeten waren in vreze en beven, en hadden zich buiten de stad gesteld en predikten tegen de goddeloosheid en valse superioriteit van de stad. Dat is een strijd tegen een machtssyndroom. Er wordt heel wat ingebeeld tegenwoordig buiten de natuur en de hemelse standaarden om. De ziel van het kind wordt geheel platgelegd. Het is allemaal trucage, en het bouwt illusie op illusie in een luchtkasteel.


Luchtkastelen bouwen : de mens is er goed in. ‘Neemt en eet,’ en de mens grist en graait. Men grist de gnosis voortijdig en raakt verblind en maakt er iets anders van, voor de markt, voor aanzien, voor macht, en het is op het niveau gekomen van een ordinair roddelblaadje. Iemand zei eens : ‘Onthoud altijd : Geruchten worden gedragen door haters, verspreid door dwazen en geaccepteerd door idioten.’


‘Universiteit’ heeft ook al een hoge snobgraad. Waar zijn de profeten gebleven, de dichters, de rebellen, de jokers, de kinderen ? Waar zijn de ware intellectuelen gebleven die door wereldse vormendienst heenprikken ? De mens heeft vandaag de dag of een godsyndroom van godsdienstwaanzin, of is totaal goddeloos, aan niets of niemand meer verantwoording verschuldigd. Men praat langs alles heen tegenwoordig. Ben je al in de hemel geweest ? Ben je al in de natuur geweest ? Heb je al een ontmoeting en een aanraking gehad met moeder natuur, en heeft er zo reformatie in je leven plaatsgevonden, en zelf-reformatie, op basis van zelfverloochening ? Zo niet, dan wordt je nog door andere krachten voortgedreven : de bedrieglijke krachten van het vlees, wat altijd het baasje over de ander wil spelen, wat altijd alles doet voor klinkende munt, wat zich altijd wil laten gelden, wil pronken, aandacht wil hebben. De enige aandacht die vandaag nodig is is tot de hogere dingen, te zoeken de dingen die boven zijn, en dan zal de rest je gegeven worden.


Pronkzucht is vijand nummer 1. Het is zelfsabotage, want het gaat niet om de schimmen om je heen. Er is een geestelijke, verloren wereld in het verborgene, die om je aandacht vraagt. Het is aan de kant geschoven door de massa meuk van tegenwoordig. Ze storen zich niet meer aan geweten en ethiek. Dat hebben ze uitgedoofd. Wie de grootste wil zijn zal de kleinste zijn. De eersten zullen de laatsten zijn. Als het buiten onweert en je bent op het veld, ga dan plat op de grond liggen, anders wordt je door de bliksem geraakt.


‘Neem en eet,’ wordt er in de wereld gezegd. Het ligt allemaal voor het oprapen. Maar ze zijn naar je op jacht voor de markt. Het is lokaas wat er voor je neus wordt gehouden. ‘Toe maar, eet maar, drink maar en wees vrolijk.’ Kies daarom om jezelf geestelijk op te bouwen, en dit gaat alleen in grote worsteling met de tijdgeesten die alles hebben opgeslokt. Het is een zoektocht terug naar je verloren hart, je gestolen hart. Je bent ontvoerd in deze wereld. Nu moet je je weg zien terug te vinden. Datgene waarvoor je kiest, zal je leiden. Kies je voor de hogere dingen, dan zullen de hogere dingen je leiden, maar kies je voor het vlees, dan zal dat je leiden. Wie heeft je hart gestolen ? Dan kom je op het strijdveld van de detective en de geschiedenis. Dan zal er een onderzoek gedaan moeten worden. Ben je vastbesloten om de waarheid te ontmoeten, het onderste uit de kan te krijgen ? Dan zal de waarheid ook naar jou op zoek zijn. Neem met iets minder geen genoegen. Ontvlucht het carnaval van de wereldse mensheid. Ruk het masker af. Als je je goede zelf wil opbouwen zul je je verkeerde zelf moeten afbouwen, afbreken, vervangen. Je bestaat uit allerlei stukjes geschiedenis en voorgeslacht. Daar zijn goede stukjes bij en slechte stukjes. Leer daarom de regels van het bouwen. Wees als een kind met een lego pakket, en sta open voor de instructies van de hogere moeder. Luister naar je innerlijke kind en luister naar je innerlijke moeder. Als er angsten zijn, depressies, eenzaamheid, frustratie, dan kan dat een teken zijn dat je innerlijke kind of innerlijke moeder probeert door te komen. Ze vragen om meer ruimte, meer aandacht. Ze delen je hun pijn. Ja, beiden doen dat. Ze laten je zien waar de strijd over gaat. Ook als je pijn hebt, als je een probleem hebt, dan kan dat een teken zijn dat ze proberen door te komen, je aandacht proberen te trekken. Luister naar hen en spreek tot hen, en houdt ze in balans. Laat het niet zo zijn dat je alleen maar naar je innerlijk kind luistert, en laat het ook niet zo zijn dat je alleen maar naar je innerlijke moeder luistert, want ze zijn beiden nodig. De hogere innerlijke moeder zal ook de aandacht richten op het innerlijke kind, want het heeft aandacht nodig, om te kunnen overleven. Laat ze elkaar helpen. De innerlijke moeder heeft ook behoefte aan contact met haar innerlijke kind. Het moet van twee kanten komen. Zo niet, dan is het dood. 

van jezus christus tot johannes hus – van kruis tot brandstapel - 1 januari 1970

 

van jezus christus tot johannes hus – van kruis tot brandstapel


Oh, dus je hebt Jezus in je hart ontvangen ? Maar Johannes Hus ? 

Oh, je draagt het kruis van Jezus ? Maar de brandstapel van Johannes Hus ?

Mag ik het bij deze gelegenheid ook hebben over de dieren die nog steeds in de holocaust leven ?

Draag je hun kruis al ? Zo niet, dan is het allemaal slechts ijdelheid.


Er kwam nog iets na Jezus. De draak, het romeinse en romeins-katholieke rijk, wat dus in de Middeleeuwen steeds meer werd tot het Duitse rijk, de aardse kerk van het vlees dus, stond voor de vrouw, een beeld van de hemelse kerk, en zou het kind wat zij zou baren verslinden zodra het zou zijn geboren, in Openbaring 12. Het kind werd tot God opgenomen en kreeg een ijzeren staf om de heidenen te hoeden. In het Aramees is de sebet, staf, ook een stam, of een speer. Het zou de opkomst zijn van een ijzeren volk. Ook kan sebet een plaag betekenen. In ieder geval gaat Openbaring 12 over Johannes Hus, die van de hemel gegeven werd om de mens te bevrijden uit de katholieke tirannie. Dat is een verhaal, net zoals Jezus een verhaal is. Daar moet verder geen afgod van gemaakt worden, maar Johannes Hus was de messias van de reformatie. Ik zei het al vlak na de bijbelschool dat er nog iets na Jezus zou komen, omdat dat in de bijbel stond, en er stond ook in de bijbel dat er grotere werken dan Jezus zouden gebeuren. Nou, dat namen ze me niet in dank af, ook al stond het gewoon letterlijk in de bijbel. Wat me opviel was dat velen, zelfs op de bijbelschool, de bijbel niet eens of niet goed kenden. Ze noemden mij altijd ‘de lopende bijbel’, omdat ik het memoriseerde, maar vervolgens als ik dan zei wat er dan daadwerkelijk in de bijbel stond, dan wilden ze dat niet horen.


Jezus hebben ze verafgood. Je mag niet aan dat heilig huisje komen. Dat is hun zere teen. Zo hebben ze de bijbel ook verafgood. Ik heb altijd gezegd dat er nog iets na de bijbel komt, wat ook in de bijbel zelf staat, dat er daarna nog iets zou komen. Maar dat mocht ik ook niet zeggen. Ze gaan met de bijbel om als een papieren paus, als een afgod.


Vannacht had ik een droom dat ik in de onderwereld bij het lichaam van Johannes Hus was aangekomen. Hij was geslacht. Zijn vlees, zijn lichaam, was bijna transparant en roodachtig, heel rauw vlees, wat daar lag. Hebben wij Johannes Hus al bezocht in zijn gevangenis ? Dat is waar Mattheus 25:35-40 over gaat :


‘Ik was in de gevangenis geweest en gij zijt tot Mij gekomen. Voorwaar ik zeg u, voor zoveel gij dit een van deze mijne minste broeders gedaan hebt, hebt gij dit mij gedaan.’ (Vert. Calvijn)


Verder met de punten van het hussisme, voordat het calvinisme opkwam :


13. Wees avontuurlijk (brief aan een van zijn vrienden)

14. Hemelse waarschuwing is beter dan goud en topaas. (brief aan zijn vrienden)

15. Gedenk wie je bent, wie je was, en wie je zal zijn. (brief aan Henry de Schopeck)

16. Tussen de wereldse en hemelse voorzienigheden ligt een doorgang van grote verdrukkingen (brief aan zijn vrienden)

17. Wees altijd vriendelijk voor de armen, zoals je gewoon was; bewaak uw kuisheid en zelftucht (ascetisme); vlucht voor hebzucht; bezit niet meerdere levens, maar bewaar uw kerk, opdat de gelovigen een toevlucht bij u vinden, als in de schoot van een vader. (brief aan Johannes Christen)

18. Wreedheid de mens aangedaan reinigt van zonden. (brief aan zijn benefactoren)


Zowel in het werk van Hus als in het werk van Calvijn kwamen hemelse metalen door. Hus had in een van zijn brieven gezegd dat het geschreven was in ijzer, doelende op zijn ketenen van gevangenschap (brief aan Haulikon), wat ook weer terugwijst op Openbaring 12. Hus was in de gevangenis gegooid omdat ze vonden dat geen enkele ketter ooit zulke gevaarlijke dingen als Hus had geschreven. Dit hebben ze trouwens ook weleens over mij gezegd. Maar ik spreek niet voor en door mezelf, maar de dingen van de hemel, waar ik ben geweest. Anderen hebben alles slechts van horen zeggen en volgen blindelings anderen na. Ook Johannes Hus had dus te maken met valse getuigen die tegen hem streden. Johannes Kardinaal had aan Johannes Hus geschreven : ‘Daal zoals Paulus af in de mand om een betere leer te verkondigen (shamanisme).’ Volstaat alles met het kruis van Christus ? Nee, duizendmaal nee. Het was slechts een voorbeeld. De mens moet in de romeinse en katholieke onderdrukking gaan tot de brandstapel van Johannes Hus, tot zijn kruis en graf.


Oh, dus je hebt Jezus in je hart ontvangen ? Maar Johannes Hus ?

Oh, je draagt het kruis van Jezus ? Maar de brandstapel van Johannes Hus ?

Mag ik het bij deze gelegenheid ook hebben over de dieren die nog steeds in de holocaust leven ?

Draag je hun kruis al ? Zo niet, dan is het allemaal slechts ijdelheid.

van hus tot calvijn – pilaren van regressief-reformatorisch hussisme en calvinisme en het loskomen van dutch dark side calvinisme - 1 januari 1970

 


van hus tot calvijn – pilaren van regressief-reformatorisch hussisme en calvinisme en het loskomen van dutch dark side calvinisme


Wereld in oorlog


De Hussitische oorlogen - oorlogen om de reformatie


Vandaag zullen we wat punten bespreken van de boheemse reformatie van Johannes Hus (jaren 1400), wat de baan maakte voor de latere Duitse reformatie (jaren 1500).


Wat zijn de hoofdpunten van Calvijn ? Veelal worden alleen zijn verkeerde leringen belicht, maar wij hebben veel zijn goede punten besproken. Er zal een heel ander calvinisme moeten komen, namelijk het regressief calvinisme, wat zijn geschriften ook daadwerkelijk kent, niet zomaar wat punten opdreund van horen zeggen. De mens moet loskomen van het dark side adromediaanse calvinisme, oftewel het romeinse calvinisme, botte bijl calvinisme, waarin ieder andersdenkende mens dood moet en naar de hel, zoals de Romeinen vroeger de christenen vervolgden en die voor de leeuwen wierpen, en daarna de gnostici vervolgden en de reformatoren. Er zullen dus nieuwe punten van Calvijn moeten komen. We hebben er veel over gesproken. Het zijn punten die ondergesneeuwd liggen, en die het calvinisme vanuit een hele andere hoek zullen benaderen. Er is dus een dark side calvinisme wat nu nog in Nederland regeert, en dat komt door gebrek aan kennis. Hoe dan ook is Nederland calvinistisch, maar het is tijd om tot de verborgen schatten van het calvinisme te gaan. De huidige pilaren van het calvinisme dienen afgebroken te worden, en er zal een nieuwe hierarchie moeten komen in de punten van Calvijn. Hij had veel belangrijkere punten dan de huidige pilaren die op de voorgrond zijn getreden. Er zullen dus nieuwe pilaren moeten komen.


Johannes Hus ging hieraan vooraf, maar die hebben ze in de doofpot gestopt, want meestal als men het over de reformatie had dan had men het over Luther en Calvijn, en vaak de verkeerde punten ook nog eens. Johannes Hus zal dus uit de doos gehaald moeten worden.


Hier zijn wat punten van de reformator Johannes Hus.


1. Geen machtsgreep, maar kruisgreep (ballingschap en gevangenis serie 1, brief 10, tot de hoorders van het woord van god in praag)

2. Geen rijkdomsgreep, maar kruisgreep (ballingschap en gevangenis serie 1, brief 10, tot de hoorders van het woord van god in praag)

3. Minacht vleselijke kracht, vrees hemelse kracht (ballingschap en gevangenis serie 1, brief 5, aan Johannes Barbat, woorden van Augustinus)

4. Hoe meer de hemelse kerk wordt onderdrukt, des te hoger zal zij boven alles uitzweven (ballingschap en gevangenis brief 6, aan de gelovigen in Praag)

5. Dien meer de dingen van de ziel dan de dingen van het lichaam (ballingschap en gevangenis serie 1, brief 5, aan Johannes Barbat, woorden van Jerome)

6. Dien God in plaats van mensen (ballingschap en gevangenis serie 1, brief 5, aan Johannes Barbat, woorden van Jerome)

7. Waak ervoor dat je geen menselijke tradities stelt boven het hemelse woord van nederigheid, naastenliefde, matigheid en christelijke liefde stelt, want dan minacht je het hemelse woord en verval je tot hebzucht, simonie, en losbandigheid. (ballingschap en gevangenis serie 1, brief 6, aan de gelovigen in Praag, woorden van Paulus aan Titus)

8. De bozen met zwellende boosaardige harten op het pad van verderf zijn altijd bedrogen en bedriegen altijd anderen. (ballingschap en gevangenis serie 1, brief 6, aan de gelovigen in Praag, woorden van Paulus)

9. Waak voor de simonie (relihandel), want zij is een vals priesterschap van hen die een voorliefde hebben voor plezier, rijkdom, waardigheden en andere bevredigingen van het vlees. (ballingschap en gevangenis serie 1, brief 9, tot de hoorders van het woord van god in praag)

10. Ik ben gekomen om de zoon van zijn vader te scheiden, en de dochter van haar moeder. (ballingschap en gevangenis serie 1, brief 13, tot de hoorders van het woord van god in praag, woorden van Christus)

11. Spreek geen ziekelijk kwaad over iemand met anderen mee, maar wees verzekerd van de waarheid door die persoon zelf te ondervragen. (ballingschap en gevangenis serie 2, brief 3, uit nuremberg tot zijn gemeente in praag)

12. Pas op voor degenen die de zonde niet veroordeeld maar witwast, en die vol zelfverheerlijking kruisloos de priesters vleien. (ballingschap en gevangenis serie 2, brief 7, aan het volk van bohemia)


Wychewitze schreef aan Johannes Hus : Bevecht volhardend de vijand, niet voor aardse beloningen (simonie), maar voor eeuwig loon. (ballingschap en gevangenis brief 15, de priester Wychewitze aan Johannes Hus en zijn vrienden). In die tijd was het ook zo dat je publiek moest kopen, en Johannes Hus wilde daar niet aan mee doen. Johannes Hus werd gevangen gezet en daar uitgehongerd, en ook werden er op grote schaal leugens over hem verspreid. Uiteindelijk stierf hij op de brandstapel. Wij hebben nog steeds met deze geesten van inquisitie te maken. Laat je niet bedriegen. Ze zijn nog steeds om ons heen in andere vormen. Daarom moeten wij op het pad van Johannes Hus blijven, de Messias van de reformatie, die strijd tegen de simonie.

  calvijn – dubbelspion van de reformatie – hoe het kruis te dragen - 1 januari 1970

 

 

calvijn – dubbelspion van de reformatie – hoe het kruis te dragen


De reformatie moest tot regressie leiden, tot wederkeer, maar uiteindelijk leidde het tot conformatie en modernatie. Calvijn sprak : ‘Mens, vergeet toch niet het kruis. Men vergeet zo snel de kastijdingen die eigenlijk geheel ons leven ons moesten onderrichten.’ Calvijn stelde dat de psalmist daarom psalm 38 schreef. In het moderne tijdperk mag je het kruis niet gedenken. Je mag niet sober zijn en melancholiek. Dat wordt vandaag de dag als een ziekte bestempeld. Nee, de mens moet vrolijk zijn, wijn drinken, trouwen, en dat is het rolmodel vandaag de dag, zoals in de dagen van Noach : ‘Laten wij eten en drinken en vrolijk zijn, want morgen sterven wij.’ Maar Calvijn sprak : ‘Gedenk het kruis, gedenk je kastijdingen, want zij dienen je je hele leven te leiden en te onderwijzen.’ Calvijn stelde dat de psalmist zo ook werd herinnerd aan zijn roeping. Vandaag de dag heeft men allerlei andere beroepen gemaakt om van de daadwerkelijke hemelse roeping af te leiden. Je ziet het voor je ogen gebeuren. En deze joyride is op weg naar een grote carcrash. Met een gestolen auto de afgrond in. Men rookt hun leven op als een sigaretje. Dat is alles wat het waard is voor hen. Karikaturen genoeg om je heen.


Calvijn zei daarom dat het een nuttige oefening was de kastijdingen uit ons geheugen te herhalen, opdat wij ook net als de psalmist anderen zouden kunnen onderwijzen, maar wie hoort deze stem vandaag de dag ? Wie luistert er naar ? Dit waren belangrijke boodschappen tijdens de reformatie in de jaren 1500, maar we leven nu in de jaren 2000 en het is allemaal gruwelijk geasfalteerd. Grote bulldozers zijn hier aan de gang geweest, al het natuurschoon verdwenen. Nu moet je naar tegeltjes staren. Grote snelwegen zijn hier nu, en je moet kijken naar al die pijlsnelle autootjes die ze henzelf overmatig hebben gemaakt, en hun giftige rook inademen.


Daarom psalm 38 : de psalm van het gedenkoffer. Je mag ook bittere herinneringen hebben. Je hebt ze nodig voor je shamanisme, om anderen ook het medicijn aan te reiken. Besef dat er nog velen in deze putten zijn waar ook jij doorheen moest. Het hoeft niet allemaal weggewassen te worden met giftige, chemische doekjes. Juist door de zorg en de koestering van het kruis kan het ook verzacht worden, en Calvijn stelde dat de psalmist daar ook om bad, niet om de kastijding weg te nemen. Je mag het kruis gedenken en er zorg toe dragen. Gedenk het kruis. Alleen zo kun je het verwerken. Gedenk je kastijdingen. Alleen zo kun je het beste eruit halen, de beste lessen, en dit ook anderen leren. Calvijn geeft dan ook de ware definitie van alle voorzichtigheid : ‘de hand op te merken van hem die slaat.’ Voorzichtigheid is dus een herdenking. Dat gaat niet buiten het kruis om, niet buiten de geschiedenis om.


Heb je ergens op het pad het kruis van je afgeworpen, en de gedachtenis aan het kruis, om zo een vrolijk, losbandig zieltje te worden ? Ga dan weer terug en pik het op. Draag je kruis en verloochen jezelf. Er moet heel veel van het ‘zelf’ afsterven opdat het kruis weer zijn rechtmatige plaats krijgt. Heb de kastijding lief, want het is om je leven te behouden. Gedenk de vroegere kastijdingen. Keer tot je eerste liefde weder. De ware hemelse kerk is dus een paaskerk. Het is een schip in woeste golven, en de gevaren zijn velen. Je kunt het je dan niet veroorloven om dan maar weg te wanen. En zij die dat doen noemen het hemelse woord een waan. De beste stuurlui staan aan wal, al die doktoren en andere beroepszondaren. Daar staan ze op de kades, veilig hoog en droog met hun witte jasjes en hun uniformen, om het lijden van de gekruisigden en de martelaren nog zuurder te maken, nog bitterder, en te verdubbelen, als de farao’s van het modernisme en conformisme. Johannes Hus gaat nog elke dag de brandstapel op. Gedenk het. Wordt niet koud. Laat jezelf niet afdrijven. Zo snel vergeet de mens het kruis en de kastijdingen, en gaat dan weer op het oude pad verder. Het wordt gevaarlijk daar waar de tucht nutteloos wordt, waar de mens tuchteloos wordt. Daar waar het kruis geen zin meer heeft, daar vaagt het kruis weg. Dan ben je ver van moeder weggedwaald. Dan wordt je slechts geleid door de tijdelijke drugs van de wereld en het vlees, twee grote vijanden van je ziel. Weet dat uw vijand niet slaapt, en van elk gaatje dankbaar gebruik maakt.


Daarom ging de psalmist hier doorheen, stelt Calvijn, en dat was geen kleine beproeving, want hij was onderhevig aan een voortdurende zwakheid, als dienstknecht van de hemel. Calvijn stelt dat zij die hier niet mee rekenen vanwege kwade begeerten die hen verblinden geleid worden tot een krankzinnige dwaasheid.


Calvijn stelt dat in psalm 38 de psalmist in zo’n diepe put terecht was gekomen dat huilen niet eens meer genoeg was. Hij schreeuwde het zelfs uit, hij brulde, hij gilde, wat een teken is dat de psalmist zwaar gefolterd werd. Het is het totale dieptepunt van de psalmen. Maar door deze psalm legde de psalmist deze tranen in de schoot van God, stelt Calvijn. De mens wordt de hele dag door zijn hersenen aangeklaagd en gemanipuleerd. De psalmist ging hier ook doorheen, en was hierdoor doof en stom geworden. Calvijn stelt dat de psalmist zo door valse veroordelingen was omringd dat hij zelfs geen woord mocht uitbrengen tot zijn rechtvaardiging. Aan dit kruis van psalm 38 wordt je van alle menselijke waardigheid ontdaan, totdat je je slechts een stuk vee voelt.


In deze put mag de mens leren zijn hartstochten te bedwingen, stelt Calvijn. De psalmist was op een plaats gekomen waar hij zijn onschuld niet kon verdedigen. Hij was uitgesloten en verbannen van alle zelfverdediging, en hij kon alleen nog maar volharden in verdraagzaamheid, maar hier brak hij ergens, zodat er alleen maar plaats was voor geween en gebrul. Alle overleggingen ontbraken, stelt Calvijn.


De psalmist kon niet meer normaal lopen, maar hinkte, net zoals Jeremia hinkte en door zijn vijanden werd beloerd op zijn hinken, stelt Calvijn dan. Duidelijk was de psalmist kreupel of deels verlamd geraakt, net zoals Jakob op Pniel. En de vijand maakte van deze zwakheid dankbaar gebruik. Het is dan een wond geslagen in een wond, waar het eeuwig evangelie ook over spreekt. Heb je een wond, dan volgen er snel meer, want de vijand zal ijverig gebruik maken van die zwakke plek, en de vijand weet dan van geen ophouden. Dan wordt er al snel een kettingreactie in werking gezet. Calvijn wees er overigens wel op dat dit beeldspraak was. De mens kan zich op vele manieren als een verminkte en een verzwakte voelen.


Dit zijn woorden van de reformatie. Daar waar het werd losgelaten ontstond de conformatie. De mens kent deze geschriften van de reformatie niet, en wil ze ook niet kennen. Dat er grove fouten in de reformatie zijn geweest en dat het zaakje gewoon overging van de katholieke farao tot de protestantse farao is geen excuus om er geen lering uit te hoeven trekken. Calvijn werd zowel machtig door de duivel als machtig door God gebruikt. Calvijn was een dubbelspion. Hij werkte voor twee koninkrijken. Beide koninkrijken konden hem goed gebruiken vanwege zijn grote talenten en onmiskenbare begaafdheden.


Calvijn wees erop dat de psalmist in psalm 38 door zijn voorbeeld een regel had gesteld dat het beter was alle haat van de wereld te verdragen, dan voor het minste af te wijken van de hemelse plicht. Dit zien wij ook terug in het leven en het verhaal van Jezus, die leerde eerder de andere wang toe te keren, en deze opstelling zou vanzelf tot een hemelse gesel worden. Laat het kruis het maar doen. Het kruis heeft al het zaad in zich. Calvijn benadrukt ook dat het verdragen en dragen van het kruis kan geschieden dus niet alleen door het gedenken van het eerdere kruis, maar ook het belijden van het kruis tot God, zoals de psalmist deed in psalm 38. Zo hebben wij ook een beter plaatje van hoe tot het kruis te komen en in haar binnen te gaan. Zo komen wij dus tot de hemelse baarmoeder.


Oh, wat een heerlijke diepte bevindt zich in het kruis, ongekend door de mens, onuitsprekelijk door hen die het hebben ervaren.

de christus van de reformatie - 1 januari 1970

 

de christus van de reformatie


Luther zag Johannes Hus als een type van Christus voor de reformatie. Hij zei dat Hus met zijn bloed het evangelie van de reformatie had gekocht. Dit was een evangelie wat streed tegen het materialisme van de kerk, wat opriep tot soberheid en armenhulp, maar het was verre van volmaakt.

De farao van de katholieke kerk (paus) wilde het volk niet laten gaan, en verdubbelde de lasten. Het evangelie van de reformatie was zowel beter als slechter dus. Sommige katholieke leringen werden juist veel erger gemaakt. Je kan strijden in de naam van Hus, maar dan moet je wel zijn voorbeeld volgen. Je kan shamanistisch werken met het Hus-medicijn of de Hus-totem. Dat is wel nodig, want kijk wat ze in het moderne, westerse evangelie van Christus (een titel, een symbool) hebben gemaakt, en ik noem maar even wat :


– de rijke stinkerd Jezus

– de stropdas Jezus

– de Jezus met de grote auto

– de suikeroom Jezus

– de sinterklaas Jezus

– de spierballen Jezus

– de six-pack Jezus, oftewel de kinderkanker Jezus (want dan kweek je dus gewoon kinderkanker, door het kind in je om zeep te helpen met al die nietszeggende, walgelijke protserij)


‘Prediker, hoe durft u dit allemaal zomaar te zeggen ? Hoe weet u dat allemaal ?’

Antwoord : Omdat ik als geestelijke misschien, heel misschien, in de hemel ben geweest en onuitsprekelijke dingen heb gezien ?


Daarom zei het eeuwig evangelie : ‘Nee, het gaat niet om zomaar Jezus. Ze zeggen allemaal Jezus te volgen, maar ze vliegen elkaar allemaal in de haren.’ Daarom wordt er in het eeuwig evangelie over Maser gesproken, de arme Jezus. We komen dan ook bij Johannes Hus uit.


Over profeten gesproken : Calvijn gaf aan in zijn commentaar op het boek Maleachi dat de profeten niet altijd praatgrage mensen zijn, en dat ze vaak gewoon niet te vinden zijn. Het mag niet overprofetisch zijn, want dan worden de mensen verwend, en raken ze eraan gewend dat ze altijd maar antwoord krijgen. Er zijn van die mensen die willen alles weten, dat God hen alles over iedereen verteld, maar de geestelijke dingen willen ze niet horen. Het hemelse onderwijs willen ze niet horen. Gebrek aan profetie en profeten was volgens Calvijn of een teken van de toorn van God, of een voorteken van de komst van Christus. Geschiedenis is mythisch. Niemand weet wat er echt gebeurd is, want het is allemaal van horen zeggen. Vroeger was er ook een roddelpers. Maar we kunnen in het Jezus verhaal Johannes Hus zien als de wedergekomen Christus, die overigens weer gekruisigd werd. Ontwaking, opstanding, wederkeer etc. is juist de ontwaking tot een dieper kruis, het gaan tot een diepere nacht. Waar ontwaak je toe ? Je moet ontwaken tot een hogere oorlog. In de naam van Hus strijden wij. Het vrederijk is dus ook niet letterlijk. Het gaat om de vrede tussen jou en God, tussen jou en de hemel. Vrede is in de oude talen een woord voor het shamanisme, dus het ingaan van de diepte, het gaan tot de onderwereld.


Het gaat niet om Hus, maar het is een beeld. In de naam van Hus strijden wij. Hus is een voorbeeld.

het kruis van johannes hus - de wederkeer van de tijdmachine – de tachtigjarige oorlog en het alva-matrix probleem in nederland - 1 januari 1970

 


het kruis van johannes hus - de wederkeer van de tijdmachine – de tachtigjarige oorlog en het alva-matrix probleem in nederland


We hebben het al wel eerder gezegd : de wereld is in een steen. Beweging is een optische illusie afhankelijk vanaf welke hoek je in de steen kijkt. Dat geeft namelijk een bepaald spectrisch en reflectisch fragma. Dit is onderhevig aan allerlei krachten van de steen, veelal verborgen. Daarom is het belangrijk de steen niet zomaar weg te gooien want het is je leven en heeft maximale potentie. Het is dus belangrijk te leren kijken in de steen. Dit is wat vroeger in de reformatie propositie of profetie werd genoemd. De geschriften en preken moesten geschouwd worden, verder uitgewerkt en uitgelegd. Dit is wat in de synode van Wezel in 1568 – net na de komst van Alva in Nederland, de schrik van Spanje, de ijzeren hertog – de taak van de profeten werd genoemd. De profeten waren dus een belangrijke taak aan het begin van de reformatie, en later werden ze stapsgewijs uit de kerk verbannen.


Wij groeiden op in wat we de gedeformeerde kerk noemden. Het was anti-charismatisch. Wij hebben ons van de vleselijke kerk afgescheiden toen, en gingen over tot de charismatische kerk. Laten we naar de stappen gaan kijken, want hierin is het gigantisch misgegaan met de mens, met velen die wij hebben meegenomen in deze uittocht. Wij waren geroepen als Mozessen om het volk uit te leiden. Mensen gingen toen onze woorden uit de context halen, en gingen ermee op de loop. Dat is dus eigenlijk wat de uitleg van de Dordtse kerkenordening ‘het misbruik van aalmoezen’ noemt. Het misbruik van geestelijke aalmoezen die gegeven zijn. Jezus had daar ook al mee te maken. Mensen waren ondankbaar en liepen er mee weg en kwamen niet meer terug, terwijl ze slechts een deelwaarde hadden ontvangen, en geen geduld hadden voor de uitleg, het geheel.


1. van gedeformeerde kerk tot charismatische kerk

2. terug naar de grondtekst, leren kijken in de steen, dus NIET de kerkensteen zomaar weggooien, maar in diepte en op afstand bekijken.

3. komen tot het symbolische kerkenmodel, in de zin dat de kerk geestelijk is, en dat je zelf een kerk bent, oftewel de hermitatische stap. de hemelse hermitatische kerk was geboren.

4. terug naar de kerkgeschiedenis om dit verder uit te werken. de hemelse regressief-gereformeerde gemeente werd geboren – van reformatie tot regromatie – nog beter leren kijken in de steen, en alles opdiepen


Als men ergens hierin blijft vasthaken en niet verder groeit, ermee wegloopt, het uit de context haalt, dan komt men in de new age en de overliberale groepen, en is dit het misbruik van de geestelijke aalmoezen door de hemel gegeven.


Wezel is nog steeds een grote schuilplaats in de vervolging door de geest van Alva. De geest van Alva woedt nog steeds, trekt nog steeds velen mee in zijn netten. Het is dus belangrijk dat de mens de schuilplaats van Wezel in Duitsland leert kennen.


Heb je je steen nog wel, of heb je het weggegooid ? Verruild voor de drugs en het vuurwerk van Alva ? Alva stond voor de grootspraak en het materialisme van het vlees. De tachtigjarige oorlog was nodig om hiervan vrij te komen, van de geest van Spanje. Duitsland was hierin een hulp als schuilplaats voor de vervolgde Nederlanders.


Als je een ‘calvinaat’ bent geworden, dan betekent het niet dat je een volgeling van Calvijn bent, letterlijk, maar dat je hebt leren schouwen in de steen van Calvijn, en zijn leer een kwartslag hebt kunnen draaien. De reformatie maakte zowel alles beter als slechter, en liet een dieper kruis zien. Daarom is het onzin om de reformatie letterlijk te nemen, omdat het namelijk alleen maar dichterlijke waarde heeft. Het zijn gedichten. Het is een allegorie van de kerkgeschiedenis. Daarom werd er in de synode van Wezel in 1568 opgeroepen om terug te keren tot de grondteksten en grondtalen, die symbolische uitleggende en uitwerkende talen zijn. De mens moest terugkeren tot de woordkunde. Dat was het werk van de Wezelse profeten.


Wie ben je in de tachtigjarige oorlog ? Alleen de dichters zullen overleven. Zij halen het beste uit het Woord, en het beste uit de geschiedenis, als ware regro’s, als ware calvinaten. Zij zijn de Mozaische regromatoren om het volk uit te leiden.


Je kon niet zomaar ontsnappen, en je kunt niet zomaar ontsnappen. Duitsland, het land van de reformatie, werd tot een grote schuilplaats, maar ontwikkelde zichzelf ook tot een monster. De mens ging van het ene monster over tot het andere. De ware martelaren van de reformatie werden niet gehoord. Laag na laag werd er over hen heen gebouwd, over hun bloed en beenderen. Het is belangrijk terug te keren tot de martelaren. De reformatie begon eigenlijk al in de jaren 1300 en 1400 toen Johannes Hus in Bohemen tegen de expansiedrift en simonie van de katholieke kerk streed. Simonie komt van Simon de tovenaar die de geestelijke gaven van Petrus probeerde over te kopen, en die dus staat voor de handel in geestelijke goederen en geestelijke ambten, dus de gehele christelijke verkoopmarkt van geestelijke zaken, terwijl Jezus al zei : ‘Om niet hebt gij het ontvangen, geeft het om niet.’ Johannes Hus kwam vanwege zijn verzet op de brandstapel terecht. Tot dit kruis moeten wij komen, en bedenken dat de reformatie rustig doorging met allerlei vormen van simonie. Luther predikte ook tegen simonie, maar het hele zaakje ging al snel bergafwaarts. De mens dacht Spanje te hebben verslagen, maar geestelijk ging het nog steeds door. De mens was nog steeds in de grip van Alva. De mens is op een landmijn getrapt en heeft het niet eens in de gaten, vanwege de machines van Alva die hem telkens volpompen met drugs. De mens houdt ervan om met lange limousines door de straten te rijden.


Terug naar Wezel en Emden dus, Duitse fundamenten van de Nederlandse reformatie. Draag je kruis. Kom als een Hussiet. De oude profeten, Jezus, Hus, Luther, enzovoorts, streden allemaal tegen de simonie, de verkoopgoochelarij van geestelijke dingen, bedieningen en ambten. De simonie was ook een soort vriendjespolitiek van het elkaar veren in de kont steken. Kijk om je heen en zie dat vele kerken nog steeds bolwerken zijn van simonie. Men laat zich graag omkopen. Men maakt graag contracten met de duivel om hierdoor verwend te worden voor de rest van z’n leven. Allemaal aan de drugs vergeten ze dat het nog steeds oorlog is, dat Alva hen nog steeds op de hielen zit. Het is nog steeds oorlog, de tachtigjarige oorlog. Men heeft gebogen voor de waanpiraten.


Vannacht had ik een droom van de hemelse dichters van de band Metallica. Ze waren als geuzen op hun schepen, en als landgeuzen werkende vanuit hun schuilplaatsen in Duitsland, als germanen tegen het verletterlijkende materialisme. Het ging niet om de uiterlijke vormen, uiterlijk vertoon, maar om de woord-diepte van de gedichten, en het bracht een nieuwe kerkenorde, die van het hart, maar die kerkenorde was al gegeven in Wezel en Emden. Het stroomde voort vanuit het kruis van Johannes Hus. Het is een band van de dichterlijke reformatie en regromatie. Het is een hermitatische band dus. Leer te schouwen in die steen. Als je goed kijkt zie je de tachtigjarige oorlog.


Gooi de steen niet weg. Het draagt een diep kruis, wat je tijdmachine zal zijn, je sleutel tot de schuilplaatsen van Wezel en Emden. Zonder kruis geen ingang. Met het kruis zul je ook anderen binnen laten komen die met jou ‘kruizen’.

zondag 46 en de ontwaking van Piet Hein - 1 januari 1970

 

zondag 46 en de ontwaking van Piet Hein


Zondag 46 gaat over het ‘Onze vader, of onze moeder, die in de hemelen zijt’. Waarom zeggen we dat ? Onze moeder, of vader, gaat natuurlijk over de geschiedenis, waar we uit voortkomen, en die geschiedenis is op zichzelf niet goed, maar het gaat hier om de hemelse geschiedenis, de hemelse lijnen die erdoor heen lopen, dus niet op aardse wijze gedacht, zoals zondag 46 ook stelt.


Kersten heeft het erover dat dit een gebedsoefening is. Daarvoor moeten onze eigen vleselijke gronden breken, opdat het gebed alleen hemelse grond heeft.


1628 was een belangrijk jaar. Een orkaan had de Spaanse zilvervloot uiteen gedreven, en Piet Hein nam het in. Dit was de grondslag voor de val van het Spaanse wereldrijk, want met de zilvervloot financieerden ze de tachtigjarige oorlog, dus uiteindelijk kondigde 1628 het komende einde van die oorlog aan. Piet Hein werd toen hij terugkwam als een zeeheld ontvangen, met veel gejuich, maar hij prikte er doorheen en zei dat de juichers aan deze overwinning niet veel hadden bijgedragen, en toen hij eerdere grote werken deed juichten ze ook nauwelijks. Het maakte dus allemaal maar weinig indruk op hem. ‘Wie zijn die juichers ?’ In ieder geval nu ze de zilvervloot hadden konden ze ‘s Hertogenbosch innemen, wat een strategisch punt was. Dat gebeurde in 1629.


Het eerste boek van de Vur, de Orkaan, gaat dichterlijk over de overwinning door Piet Hein. De Orkaan wordt beschreven als een mysterieuze vrouw, als de moeder van de geschiedenis, die de enige is die ingang heeft tot het paradijs. Ook Piet Hein volgde haar dus, en ook Piet Hein putte uit eerdere geschiedenis, want het was uiteindelijk de Heidelbergse catechismus uit 1563 die aanzette tot het verzet. In 1619 kwamen de Dordtse leerregels, tijdens de tachtigjarige oorlog, als een duister geheimenis rondom Heidelberg. Dordrecht en Heidelberg zijn als de urim en de thummim van de reformatie. Zij vormden de grondslag voor de overwinning van de zilvervloot door Piet Hein en de val van de Spaanse overheersing. Wat het eigenlijk betekent is dat we moeten begrijpen dat Dordrecht en Heidelberg beelden zijn van de zilvervloot die veroverd moet worden. 


Heb je de zilvervloot al gewonnen ? Zo niet, dan ligt er voor jou een opdracht. Laat Piet Hein in je hart ontwaken. 

zondag 40 en de strijd tegen de racedrugs maffia van snelheidsduivels – de komst van de orionse breinspasmes - 1 januari 1970

 

zondag 40 en de strijd tegen de racedrugs maffia van snelheidsduivels – de komst van de orionse breinspasmes


‘Het doofpot-principe : Zij verachten geschiedenis, en denken dat geschiedenis gewoon geschiedenis is, dat het voorbij is, maar de geschiedenis is de geestelijke wereld. Door de racedrugs asfalteren zij de geschiedenis, en bouwen daarop verder met hun luchtkastelen. Er ligt een opdracht in de geschiedenis die zij niet willen zien, door gebrek aan empathie, en liefde voor de racedrugs.‘


Zondag 40 gaat over dat we niet zomaar overmatig en direct op wraak gericht moeten zijn, maar we moeten ons bovenal richten op geduld en barmhartigheid, en zachtmoedigheid om zo onze naaste zoveel mogelijk te beschermen tegen wat hem kan schaden, zelfs onze vijanden moeten wij goed behandelen. Let wel dat er staat : ‘zoveel mogelijk’, want er zijn uitzonderingen. Het gaat er ook om in zondag 40 dat we onszelf moeten beschermen, voor onszelf moeten zorgen, dus er zijn wel bepaalde grenzen. Toorn en wraak is op zich niet verkeerd, maar we moeten het matigen, en niet overdrijven. De bijbel zegt : Weest toornig, maar zondig hierin niet. Toorn vanuit het vlees is per definitie fout. Jezus keerde de andere wang, maar ook Jezus had zijn grenzen, en op een bepaald moment hadden ze hem zo lopen sarren dat hij een zweep nam. Alles wat in de bijbel staat is per definitie dan ook weer symboliek, dus niet zomaar iets om allemaal letterlijk na te volgen omdat Jezus dat zei of omdat Jezus dat ook zo deed. Who cares ? Het is maar een verhaaltje. Trek je leringen eruit. Het past goed in het jaren 60 hippie tijdperk, en dan is het een mooi sprookje, maar maak de neus niet langer dan het moet zijn.


In het boek Openbaringen staan de martelaren die door de wereld zijn gedood onder het altaar en roepen om wraak, maar ze krijgen een wit kleed om te rusten.


Wat houdt dat in ? Het is niet zomaar geduld. De mens moet niet driftig naar een letterlijk zwaard grijpen, want de oorlog is geestelijk, en zelfs dan is er strategie geboden. De mens moet niet in het vlees strijden, niet in overmoed als een snelheidsduivel allerlei belangrijke stappen overslaan. De mens moet een diepe hemelse slaap in, want het is een literaire strijd, een filosofische strijd, in het land der dromen. 


Hoe gaat dat precies, het orionse breinspasme te ontvangen, de orionse brein erupties van de hemel ? Het brein moet eerst een geestelijke slaap in, dus dat is niet zomaar een letterlijke slaap, maar een symbolische slaap. De mens moet hierin komen tot het hersenkruis. Hieraan kunnen alle vleselijke hersenwerkingen afsterven en kom je onder de orionse breinspasmes. Dat is een natuurproces. Dat is een pad van overdenking en verbeelding. Er is hemelse verbeelding en vleselijke verbeelding. Het is goed om je dingen voor te stellen. Het gaat niet zomaar om geduld en rust, maar het gaat ook om de slaap ingaan om je creatieve bronnen aan te wakkeren, om zo een hogere oorlog binnen te gaan. 


Het tijdperk van de wolven. Er wordt veel over gesproken in de germaanse theologie, en ik heb er veel dromen over gehad. Vannacht ook weer. En dit waren niet zomaar wolven, maar weerwolven. Langharige weerwolven. Ze kwamen tot de aarde. Ze openden de putten, ook van het brein, waarin de natuurprocessen waren opgesloten, onderdrukt door het stadse aangeleerde brein, waarmee het geasfalteerd was en gecementeerd. Het loopt dus door alles heen, maar is versteend, en de stenen zullen tot leven komen. Ik zag de weerwolven door de geschiedenis heenwerken, door bepaalde mensen met gaven, en ik zag ze ook in mijn eigen verleden. 


Dus niet zomaar wraak uitoefenen, maar gaan slapen, en slaap is een goede filter. Tot de geestelijke slaap kom je door het hersenkruis aan te hangen, want in de hersenen van de mens is het verkeerd gegaan. Door het hersenkruis kom je weer in contact met je hart. Draag daarom je hersenkruis, want uiteindelijk wekt het de hogere orionse hersenspasmes op, die lang genoeg zijn om het hart te bereiken. Maar hoe doe je dat precies ? Het gaat om het luisteren, niet zomaar te denken, maar luisteren, en dan moet er wel een slaapfilter zijn, want er is een verschil tussen luisteren en navolgen. Het komt aan op onderscheiding, op filtering. De Heere geeft het zijn beminden in de slaap. Dat is een hogere slaap waarnaar we ons mogen uitstrekken. Dat begint dus bij een zwijgoffer. Niet allemaal snelle denkstappen maken, en snel je mond lostrekken. Sommige mensen willen alles weten, snel antwoord, maar het is niet verstandig, en niet demonologisch, want je wekt door die overmoed namelijk draken op. Geen slapende draken en honden wakker maken. Dat is demonologisch niet verantwoord. Demonologie is het gevaarlijkste beroep wat er bestaat. Je kunt daarin geen fouten maken. Daarom is het ook niet populair en stoppen de mensen het graag in de doofpot. Maar dat is dus de grootste fout die je kunt maken. 

De sleutel is het zoonschap, zoals Kersten ook op psalm 2 wijst, en het zoonschap is tot de hemelse kennis, dus het houdt ook het leerlingenschap in. Daartoe is de hemelse slaap belangrijk, om zo niet op verkeerde scholen te worden aangesloten. Daarom zijn de orionse breinspasmes zo belangrijk, opdat we niet naar het vlees luisteren en door het vlees worden meegezogen, want dat zijn zombie spasmes, spasmes van de dood. Dit is dus een strijd op leven en dood. Jawel. Veel wat om ons heen is zijn maar schaduwen en reflecties, emanaties, en het komt uit de dood en zal tot de dood terugkeren. Het heeft nooit werkelijk bestaan, heeft nooit daadwerkelijk bewustzijn gehad, want in haat en onverschilligheid, het middelmatige, is geen waarlijk bewustzijn. Het zijn mechanismes, kunstmatige intelligentie van de stad, intelligente marktverkoop, dat is alles wat het is. Ze zijn intelligent en sluw in misleiding, en dat is een beproeving. 


Door de hemelse slaap worden wij hemelse zonen. Deze slaap gaat diep, als een electricien, om de hemelse sluizen van electriciteit te openen. Het gaat komen. Op een keer dan kom je tot de bron, en dan moet je klaar zijn, dus je plug hebben, ingelijfd zijn in die technologie, anders wordt je geelectrocuteerd. Snelheidsduivels zullen allemaal geelectrocuteerd worden. De hemelse langharige weerwolven kennen de hemelse technologie, maar er zijn ook vleselijke weerwolven die zich hebben geoefend in de technologie van het vlees, maar dat is dus pure zelfverwoesting, want het is een misbaksel aan technologie en heeft missing links dus, gebrek aan onderwijs. De hemelse weerwolven komen de kabels leggen. Dat is iets buitenaards, en dat ligt al door de geschiedenis heen. Dit willen snelheidsduivels niet horen. Ze willen dat je hen op hun wenken bedient, dat je het vlees dient. Snelle antwoorden, want ze willen geen diepte. Snelle feestjes, je lekker voelen, geen strijd meer, vrede, vrede, vrede. Dat is alles wat ze willen, en hebben dit voor het hogere onderwijs verruild. Dat hebben ze weggeworpen. Ze verwachten van anderen dat er voortijdig wordt binnengegaan in gevaarlijke hoogspanningshuisjes, en zetten zo als een afgevallen David Uria vooraan in de strijd. Ze zetten mensen voor hun karretjes als werkpaarden, en zelf groeien ze niet. Ze houden zich dom zodat anderen al het vuile werk kunnen opknappen. Snelheidsduivels kun je tegen spreken, en ze vergeten alles met een poep en een scheet, dus de volgende dag moet je hen weer precies hetzelfde zeggen. Zo leven zij, als vampieren. Ze krijgen een opkikker van iemand anders z’n energie, iemand anders z’n aandacht. Het zijn aandachtshoeren. Jantje lacht, Jantje huilt. Jantje moet op zijn wenken bedient worden. Dat zijn vleselijke weerwolven, gebrekkige electriciens, die de grootst mogelijke puinhopen aanrichten, waardoor de parasieten worden aangetrokken, en ze worden door deze parasieten ook rijkelijk betaald hiervoor. Maar wat is het uiteindelijke loon van het vlees ? Het is een doodlopende weg. Je komt zo in een hele andere slaap terecht, de slaap van het vlees.


Onze toorn moet niet vleselijk zijn, maar geestelijk. Kersten wijst op psalm 2 en 7. Dat is dus een educatieve en literaire toorn. Kersten wijst op Duitsland als voorbeeld, dat alles mis ging toen het Duitse volk de God van Luther kwijtraakte, oftewel de God van de reformatie. Die had uitgewerkt moeten worden, niet zomaar in zijn totaliteit overboord gegooid. De Duitse filosofische verlichting werkte het uit, maar met het komen van de weltpolitik, de politiek van expansie-zuchtige snelheidsduivels, gooiden de Duitsers de Lutherse schat overboord. Ze bouwden liever verder op het Romeinse rijk. Ze wilden van kruis en verdieping niet weten. Zo kwamen die zombies tot de aarde, de zombie spasmes van het lagere orion, de spasmes van de dood, met hun eigen boeren taaltje.


Niet voor niets wijst Kersten daarom op psalm 119, over het belang van studie, en het je daarin verlustigen :


47 Ik toch verlustig mij in uw onderwijs,

dat ik liefheb;


In plaats van jaloers te zijn op mensen die het goed hebben in het vleselijke, moeten wij studeren om hieraan te ontkomen. Wij moeten het kruis begeren voor ons hogere goed. Eer die restricties maar, die touwen waarmee je gebonden bent, want het zijn de paden tot de hemelse, onzichtbare oneindigheden. Als je niet hongert, niet mindert, dan kun je niet tot de orionse spasmes komen, want dan is er geen ruimte voor. Dan ben je al vol met jezelf en allerlei rommel. Tenzij je een domme consument wil zijn voor de lagere orionse spasmes. Ga dan je gang maar, maar je bent tenminste gewaarschuwd door de hemel. Kersten wijst op het belang van zachtmoedigheid en een zekere stoicijnse gelatenheid, wat een berusting is en een lijdzaamheid, opdat we het onrecht kunnen dragen en stil kunnen zwijgen, in plaats van overmatig wraakgierig te zijn. Maar hierin stelt hij ook dat door het liefhebben van de naaste de zorg voor onszelf niet uitgesloten wordt. Hij waarschuwt terecht voor het hangen aan de letter waardoor de mens niet dieper is gaan zien, niet is gaan ontdekken in het hemelse. God eist liefde, en die liefde is juist daarin, in dat hogere onderwijs. Zo kunnen wij anderen waarlijk liefhebben, binnen de hemelse grenzen. De liefde is niet dwaas. Het is geen wilde weldoener. De liefde dient niet de sluwigheden van het vlees. Maar de liefde gaat een hogere weg, die verborgen is voor het vlees, en verkeerd wordt uitgelegd door het vlees. 


De ware liefde doodt het vlees. De ware liefde leert de vijandschap te doden, stelt Kersten. Deze liefde moet in ons hart worden uitgestort. Als wij in die liefde blijven, dan blijft God in ons, want liefde is God. Feenstra waarschuwt : ‘Het leven is een vlinderspel, en straks vliegen zij tegen de lamp.’ Hij heeft het dan over oppervlakkige levensbeschouwing die uitroept : Laten wij eten en drinken en vrolijk zijn, want morgen sterven wij. Dat zijn de doemdenkende snelheidsduivels die het er nu van willen nemen. Dat is dus een excuus wat ze gebruiken dat ze overmatig doemdenken over de toekomst, zodat ze nu zich kunnen uitleven. Ze verschuiven het kruis naar de toekomst in plaats van het kruis van het verleden op zich te nemen. Ze hebben namelijk een gebrek aan empathie. De liefde is een school van het kruis, telkens weer. Dit kruis is het hogere onderwijs. Het stroomt vanuit het dromenland, om tot een hogere oorlog op te roepen. De Orionse breinspasmes zijn tot de aarde gekomen om te onderwijzen, maar de harten van de mensen zijn teveel van steen. Ze dragen zware helmen. Ze zijn niet open, en luisteren niet, hebben hun eigen wegen aangelegd, door kindermondjes heen, en zo racen zij als snelheidsduivels. Op weg, maar waar naartoe ? Ze zien de afgrond niet waar ze naar op weg zijn. Ze wanen zichzelf een brug hierover die er niet is. Dat is wat racedrugs kan doen, wat verkocht wordt door lagere Orionse oplichters, als Nigeriaanse liefdesscams. 


Neem nog een beetje racedrugs, slikt weg als ijs. Lekker ijs. Heerlijk je verstand laten wegvreten. Maar waartoe ?


Hoe bouwen zij die schijnbruggen van schijnveiligheid over de afgronden ? Door anderen in die afgronden te duwen. Hoe doen zij dit ? Door het doofpot-principe. Zij verachten geschiedenis, en denken dat geschiedenis gewoon geschiedenis is, dat het voorbij is, maar de geschiedenis is de geestelijke wereld. Door de racedrugs asfalteren zij de geschiedenis, en bouwen daarop verder met hun luchtkastelen. Er ligt een opdracht in de geschiedenis die zij niet willen zien, door gebrek aan empathie, en liefde voor de racedrugs. 


Vannacht was er een verschrikkelijke oorlog in de vijftiger jaren, en er moest gevlucht worden tot de zestiger jaren voor veiligheid, voor een belangrijk principe. Raad eens wat het is ? De zestiger jaren was het liefdestijdperk, het tijdperk van empathie. Dat is een school. Orionse breinspasmes kwamen toen tot de aarde. Ze zijn lang en verfijnd, als bliksems, terwijl de vleselijke breinspasmes kort zijn en dof, grof, met de botte bijl er op los hakkende, zonder enige kennis of empathie verhinderd. Alles rechttoe rechtaan, de kortste weg naar Rome. Verslaafd aan de race-drugs. 

(een bijlage zal gepost worden op het forum)

zondag 31 en de new age race - 1 januari 1970

 

zondag 31 en de new age race


De zondagen van de Heidelbergse catechismus waren een aanzet voor de wilde geuzen, de wilde jongens, in de jaren 1500 om over te gaan tot de tachtig jarige oorlog om zich te verzetten tegen de Spaanse overheersing. Het was een medicijn tegen de snelheidsduivels van Rome. Maar leven deze zondagen wel in je, want dit zijn de Orionse natuurmoeders gegeven om tot wedergeboorte te leiden. En nog dieper liggen de wilde sabbathen van Orion. Als we naar zondag 1 kijken, dan kijken we dus tegelijkertijd naar sabbath 1. Wij behoren geen bezittingen te hebben, maar bezit te zijn van de gnosis. Wij zijn als kinderen haar eigendom, van de hogere Orionse natuur.


zondag 1 – sabbath 1 – in diepte en grondtekst

Met lichaam en ziel, zowel in leven als in sterven, behoor ik mijzelf niet toe, maar mijn getrouwe Zaligmaker de Orionse baarmoeder. Door haar kostbare geestelijke bloedvergietingen, besnijdingen en scalperingen (Egyptisch, dam, doem) van het vleselijke heeft Zij mij uit alle heerschappij van de duivel (Spanje) verlost. Daarom verzekert Zij mij ook door haar heilige vergeestelijkingen van het eeuwige leven en maakt mij van harte gewillig en bereid om voortaan Haar toegewijd te leven.
Wat moet u noodzakelijk weten om hierin godvruchtig te leven en te sterven?
Antwoord: Drie stukken. Ten eerste, hoe groot mijn zonde en ellende zijn. Ten
tweede, hoe ik van al mijn zonden en ellende verlost word. Ten derde, hoe ik
God voor zo’n verlossing dankbaar zal zijn.


Zien wij de wilde sabbath hierin ? Zo niet, dan mogen wij ons afvragen hoeveel deze zondag in ons leeft en werkt. Wij dienen hiertoe ons ernstig uit te strekken naar het weten hoe groot het vlees in de mens is, hoeveel demonen er in de mens wonen, leven en werken. Kennen wij de grootte hiervan alreeds ? Of speel je nog verstoppertje ? Verwende kinderen hebben niks op met zondag 1, want ze willen van de zondeval en het zonde probleem niet horen. Weet je daadwerkelijk hoe groot het is, of weet je het alleen maar een beetje ? Daar zit een groot verschil in. Niet voor niets is het daarom de eerste zondag, want hier begint alles mee. De new age zal je dit niet leren, maar wil je alleen maar verblinden. Zonder boetvaardigheid kan de mens niet tot zondag 1 komen, en is de mens nog steeds bezit van Spanje.


Zondag 2, wat dus ook sabbath 2 is, leert de mens dat dit besef komt door het Woord, en door de empathie, anders blijft het onzichtbaar. Allereerst is die empathie gericht op God want wij moeten God liefhebben boven alles. Deze liefde staat niet op zichzelf, maar is in restrictie door het Kruis en het Woord. Heel veel valse, vleselijke liefde moet hierin afsterven. De ware liefde is een haat naar het vlees. Daarin wordt alle overmatige, zweverige, kleffe valse liefde verzwolgen. Liefde is hemelse haat, hemelse bitterheid, naar het vlees. De mens heeft zichzelf lopen bedonderen door liefde los te koppelen van de demonologie, het hemelse onderwijs en het hemelse werk, waar dus ook het bovenwijs bijhoort. Het werk is dus ook zowel een onderwerk als bovenwerk, zowel onder als boven de schelp. Heb je die tweeledigheid niet, dan ben je new age. 


Zondag 3 roept dan op tot wedergeboorte en leiding door het geestelijke, de vergeestelijking, want in het vlees en door het vlees kan de mens niks beginnen. 


De kinderdoop is dus het beeld van het onderwijs en het avondmaal het beeld van het bovenwijs, de profetische leiding, dus zowel boven als onder de schelp werken.


Zondag 31 gaat over de sleutels van de hemel, die bestaan uit de verkondiging van het evangelie en de kerkelijke tucht. Ook snelheidsduivels zullen onderworpen worden aan de kerkelijke tucht. Van der Groe stelt dat de kerkelijke tucht ook een discipline is en een ban. Hij laat dit zien in het verband van het zoonschap. Smytegelt noemt ook de kerkelijke tucht een discipline, en ook een ban, en hij beschrijft de ban als een afsnijding, als een ‘tekent hem’, en ‘geeft hem over aan de satan’ (tot verderf van zijn vlees en behoudenis van zijn ziel). Hij stelt dat zij soms voor een heiden of tollenaar gehouden moeten worden.


Het weten ‘hoe groot de zonde en de ellende is’, is de relatie met zondag 1, het kennen van de vijand, de demonologie. Het is een belangrijk fundament zonder welke de mens niet binnen komt. Kersten wijst op Calvijn die stelde dat zowel Petrus als de paus niet het fundament waren waarop de kerk is gebouwd, maar op de petra, wat een vrouwelijk woord is. Kersten stelt dat zowel het evangelie als de ban verkondigt moeten worden, maar dan moeten we wel weten wat het inhoudt. 


Als de mens het hemelse woord buitensluit, wordt zo ook de mens van het hemelse woord buitengesloten. Kersten spreekt over het wachterschap van Ezechiel. Wee de wachter die niet de bazuin blaast, niet waarschuwt, want dan kleeft er bloed aan zijn handen. De hemelse sleutel moet zowel openen als sluiten, stelt Kersten. Zou dat niet gebeuren, dan zou het new age worden. Velen zullen te horen krijgen dat ze niet vrij zijn van het bloed van anderen, die ze hadden moeten onderwijzen en waarschuwen, stelt Kersten. Velen hebben op zand gebouwd, op veronderstellingen, op vermoedelijkheden. Niet alles wat blinkt is goud.


Daarom stelde Kersten ook dat de ouden niet haastig de handen oplegden, maar ook wel zeiden : ‘Laat het eens overwinteren.’ Soms moeten de deuren van de hemel gesloten worden, en er verkondigd worden dat hun zandgronden eens zullen bezwijken, stelt Kersten. Een ware herder waarschuwt zijn schapen, dringt er op aan. Deze sleutel roest niet, stelt Kersten. ‘Predik ik nu de mensen of God ? Of zoek ik mensen te behagen ?’


Bent u nog op het juiste pad, of een vijand van het kruis ? God zal eerst pijlen van het Woord afschieten om de harten te treffen voordat deuren gesloten worden, stelt Kersten. Hij roept op te schuwen hen die zachte dingen tot u spreken en kussens onder uw okselen naaien. Iemand die het gewicht van de eeuwigheid draagt gebruikt de ware hemelse sleutels om de mens wakker te schudden.


Vannacht had ik een droom dat ik bij een race wedstrijd was. De tribunes waren vol met mensen die helemaal in een trance keken naar de sport auto’s die om het kampioenschap streden. Het is de situatie van Nederland vandaag. De mensen hadden een afwezige blik in hun ogen. Zij waren als zombies. Er zat geen leven meer in hen. Ze konden niets meer absorberen. Ze waren geestelijk ‘weg’. Ik zei : ‘Nou, dan heb je heel wat bereikt zeg, als je daar je hele leven aan hebt gewijd.’ Ik gaf sommigen een hand, en kneep zo hard als ik kon, en kreeg toen nog een sloom ‘Niet doen,’ te horen, alsof ze nog wel iets konden voelen. Er was ook geen trots meer. Ze waren onder hypnose. Ik had het idee alsof het afgelopen was met hun leven. Dit was het dan. Er was alleen nog maar dit snelheids-syndroom. De moderne mens verafgood snelheid. De snelheids-duivel wordt aanbeden.


Feenstra stelt bij zondag 31 dat als de hemelse sleutels niet worden gebruikt, dan is de kerk een open hof, en dan is er leervrijheid. Natuurlijk kan dat niet, want er mag alleen geleide lering wezen, oftewel profetische scholing, anders zou er vleselijke inmeng zijn. De mens moet oppassen met zogenaamde vrijheden. Feenstra waarschuwt tegen willekeur. Ook stelt hij dat degene die de sleutel heeft ontvangen grote verantwoordelijkheid draagt. Er zijn dus twee sleutelen, stelt Feenstra : Woord en Tucht. We zouden ook kunnen zeggen : Woord en Kruis. Feenstra stelt dat elke prediking aan deze sleutelen gekeurd moet worden. Het zijn dus toetsstenen. Hij stelt dat een kerk zonder tucht geen kerk is, en dat de tucht niet zomaar tot welwezen is, maar het wezen van de kerk. Hij stelt dat de tucht gaat over de zonde, over de ernst van de zonde, en over leer en leven. Het kan alleen uitgeoefend worden door hen met karakteradel en mensenkennis in vreze des hemels en liefde, want de tucht werkt medisch, stelt Feenstra.

 

We moeten beseffen dat het niet slechts zondagen zijn, maar wilde sabbathen, van een wild wachterschap. Er is geen plaats voor de willekeur en vrijheid van de new age. De new age is een race droom, en als de race is afgelopen is het ook echt afgelopen.

zondag 30 – een geuzengeheimenis – onderwijs en bovenwijs - 1 januari 1970

 

zondag 30 – een geuzengeheimenis – onderwijs en bovenwijs


Klaas Schilder stelde dat in de eerste gemeente het avondmaal in het verband van het liefdemaal, het armenmaal, plaatsvond. Het avondmaal was een teken dat de armen werden gevoed. Dit heeft een hele diepe betekenis in zondag 30, want alleen zij die een volkomen offer hebben gebracht mogen aan het avondmaal deelnemen, en daarvan zijn de armen een beeld die geen bezittingen hebben, alles hebben losgelaten. Zij zijn de leegte ingegaan. Zondag 30 spreekt van een blijvende zwakheid, als een eeuwig kruis, een eeuwige sabbath, waardoor de gekruisigde mens leeft. Het is voor mensen die hun vlees niet behagen, maar mishagen. Zij hebben dus hun onderworpen zelf gekoesterd en hebben niet zomaar voor God gespeeld. Er moet altijd een tweedeling zijn. Zij zijn er niet om zichzelf te behagen, maar om zichzelf te offeren. God is onlosmakelijk verbonden met het kruis. Zij zijn er om zichzelf te verloochenen, zoals God zichzelf verloochende en zijn leven niet achtte. In de new age wordt een hele andere god gepredikt, een afgod van de vraatzucht. Dit kunnen we vergelijken met de paapse mis, wat gewoon een kannibalistisch feest is. Hiertegen predikt zondag 30, tegen dit materialisme. Het is de religie van de mammon. Het verblind de mens.


Kersten stelt dat het beeld van het avondmaal een getuigenis is waardoor de mens door de Heilige Geest tot Christus, tot het zoonschap dus eigenlijk, wordt ingelijfd, en Christus is ook mens geweest, en dit kan niet zomaar door het uitwendige gebeuren. Kersten wijst dan op Paulus, wat ook een beeld is van zelf-mishaging, wat de weg is tot zelf-kennis. Kersten wijst erop dat het zelf-mishagen smartvol moet zijn, dat we er niet ijdel in roemen, en dat het geen goddeloos uitmeten van zondig bestaan is waarin zondelust des harten groeit. De mens moet vluchten tot het zoonschap, tot het zuigelingenschap, tot de hemel. Alleen dan is er grond om op te staan. Het zelf-mishagen mag dus niet de verkeerde kant op gericht zijn, maar Kersten spreekt van het belang van het jagen naar heiligmaking. We moeten oppassen dat we niet in zelf-misleiding komen, want dan eten en drinken wij ons tot een oordeel. Het avondmaal is een toetssteen. Daar kun je niet zomaar in doordringen. Het bedrog van de zelfverheerlijkende vraatzucht wordt buiten gehouden. Daarom is zondag 30 een poortwachter. Klaas Schilder stelde dat in de eerste gemeente het avondmaal vooraf werd gegaan aan de prediking van het Woord.


Kersten stelt dat een leraar in de prediking van het Woord zich vrij te maken heeft van het bloed van zijn hoorders. Hij moet daarom eerst zelf heel diep ingewijd zijn in de toetssteen van het avondmaal, anders zou hij zichzelf tot een oordeel prediken, of zichzelf tot een oordeel zwijgen. Er mag daarom niet lichtvaardig omgegaan worden met het wel of niet prediken van het Woord. Door misbruik hiervan heeft men bloed aan zijn handen, zowel door verzaking ervan als door overmoed. Kersten stelt dat er zowel bannen waren in het leger in het OT als in de gemeente wanneer de tucht verslapt. Dan wijkt God uit hun midden, en dan houdt Hij zijn Geest in. De mens die tot God nadert mag niet lauw en gevoelloos zijn terwijl er zoveel afgoderij is, stelt Kersten. Elk mens heeft een verantwoordelijkheid en is een geroepene. In de new age worden deze instincten uitgedoofd en worden tot gevoelloosheid, en men wordt zo een hele andere richting opgedreven, die van het vlees. Dan kom je in een aards leger van vrijheidsdenkers, los van God. Ze hebben zich van het kruis en het hemelse woord losgevochten. Er is geen vergeestelijking meer, alhoewel er wel zweverige overgeestelijkheid kan zijn, die heel goed samen kan gaan met stijfkoppig materialisme, want dat is wat het eigenlijk is. Alles is uit balans, en men houdt er vleselijke prioriteiten op na : het ik op de troon.


Daarom wijst Kersten bij deze zondag op psalm 51, een boete psalm, waarin gebeden wordt : Red mij van bloedschuld. Ook noemt hij psalm 139 :


1 Here, Gij doorgrondt en kent mij;

2 Gij kent mijn zitten en mijn opstaan,

Gij verstaat van verre mijn gedachten;

3 Gij onderzoekt mijn gaan en mijn liggen,

met al mijn wegen zijt Gij vertrouwd.


Wij kunnen ons met deze psalm afvragen of wij ook God zo doorgronden en kennen, en van verre zijn gedachten verstaan. Wij kunnen ons afvragen of wij God zo onderzoeken zoals Hij ons doorzoekt. Zijn wij al met zijn wegen vertrouwd zoals Hij met onze wegen vertrouwd is ?


17 Hoe kostelijk zijn mij uw gedachten, o God,

hoe overweldigend is haar getal.

18 Wilde ik ze tellen, zij zijn talrijker dan het zand;

als ik ontwaak, dan ben ik nog bij U.


Koesteren wij al de gedachten van God, van de hemel, of koesteren wij alleen ons vlees nog ? Is er nog bewondering van God, of bewonderen wij de sluwheid van het vleselijke ?

‘Hoe kostelijk zijn mij uw gedachten,’ maar nee, de mens heeft ze weggeworpen, en veracht, op een lager plan gezet, want de mens had hele andere prioriteiten. Zo is de mens langs God heengeleefd.


19 O God, dat Gij toch de goddelozen ombracht

– gij, mannen des bloeds, wijkt van mij –

20 die arglistig tegen U spreken

en uw naam tot leugen gebruiken, uw tegenstanders.

21 Zou ik niet haten, Here, wie U haten,

niet verafschuwen wie tegen U opstaan?

22 Ik haat hen met een volkomen haat,

tot vijanden zijn zij mij.


Feenstra stelt dat het avondmaal tot zegen kan zijn, maar ook tot oordeel, en dat er daarom een rechte avondmaalsbeschouwing moet zijn. Hij waarschuwde tegen Rome, dat Rome veel propaganda maakt en een hele grote invloed heeft, en dat terwijl de dwalingen al kerkelijk waren vastgesteld. Hij kwam daarom tot de conclusie dat de kerk in deformatie was verhard. Hij riep daarom op tot verdere reformatie en regressie, in de strijd tegen Rome. Hij noemt Rome een vervleselijking en verletterlijking van het OT, als een vals Jodendom, iets wat we ook van Spanje kunnen zeggen, en dat was ook de reden waarom Rome samenwerkte met Spanje, en waarom de tachtigjarige oorlog wel moest komen, want Nederland werd hierdoor overheerst. Daarom moet je geuzen zelf tegen deze dingen opstaan, want we leven nog steeds onder Spaanse onderdrukking, onder Spaanse heerschappij. Wij leven nog steeds in de tachtigjarige oorlog. Die oorlog is nooit daadwerkelijk gestopt. New age kan Spanje niet bestrijden. Wij moeten terugkeren tot het ‘Ik, ellendig mens.’ De liberale koningskerk kan Spanje niet bestrijden. De mens moet terug naar Dordt en Heidelberg om te werken in de mijnen, om te gaan door de zee, om zo terug te keren tot de wildernis van Sur, tot de wilde sabbathen.


Velen van de gnosis hebben hun roeping veracht, en zijn tot new agers, liberalen en materialisten geworden, tot afgodendienaren van de mammon. Zij volgen de aardse gnosis, de gnosis van het vlees. Zij zijn nog allen dienaren van de koningskerk, en dienaren van Spanje.


Feenstra hamert erop dat de mens kennis moet hebben van zijn zonde, en droefheid over zijn zonde, en de mens moet hierin hongeren. Hierin moet de mens loskomen van elk goedkoop schuldgevoel, van algemeen schuldgevoel, maar het moet diep persoonlijk zijn. Feenstra stelt dat de mens tot ware droefheid moet komen, het onder ogen moet komen. Er moet zelftucht zijn, zoals er ook kerkelijke tucht is. Zo niet, dan is de mens een hypocriet die zichzelf tot een oordeel eet en drinkt.


Het pinksterfeest is het feest van de vergeestelijkingen wat de mens dient te ontvangen om boven alle vervleselijkingen en slappe smoesjes uit te stijgen. Oorspronkelijk was het het feest van de eerstelingen van de oogst, een offerfeest, waarvan ook de kinderdoop een beeld is. De kinderen werden aan God opgedragen, de eerste vruchten. Begin 1900 was er de grote pinkster uitstorting in Los Angeles, in Azusa, en in Wales. Dat is wat zondag 30 is. Het is een strijd tussen de zondagen en de sabbathen. Rome had Israel geasfalteerd, een modern Israel gebouwd. Daarom moest die uitstorting wel komen, als walvissen van Orion die de aardse kusten naderden. Woest waren deze vissen want er was zoveel natuur geroofd. Ik had een droom heel vroeger over deze zondag die als een oom in een haven werkte. Ook had ik een droom van een reus met een blauw gezicht die kwam, en die door stadsmuren heenbrak. Zondag 30 is een feest van de kinderen, van de uittocht van de kinderen, van de kinderdoop. Zij zijn een beeld van de blijvende zwakheid die nodig is. Kinderen lopen niet hoog met zichzelf op zoals de volwassenen dat doen, maar leven in zelfmishagen, want zij hebben het vermogen nog niet om groots vanuit het vlees te leven omdat zij nog in een hemelse schelp zijn van menselijke zwakte. Zij zijn daarom genodigden tot het armenmaal, als beeld van de totale zelf opoffering. We spreken dus over het pinksterfeest als over een armenfeest, het feest van zondag 30. Het is een hongerfeest.


Is zondag 30 dan de doodsteek aan de Spaanse overheersing ? In mijn droom brak het door de muren heen, ook door de kerkmuren, en brak de profetische hemel los. Is zondag 30 dan een groot geuzengeheim waardoor zij de Spaanse bezetters konden terugdrijven ? Vannacht had ik een droom dat Azusa weer tot de aarde kwam, als een Orionse zee die losbarste, en de oom van zondag 30, de havenwerker, kwam weer tot de aarde, en dat was vroeger in mijn droom ook een reus, en het was een reusachtige haven aan een natuurmeer, een Orionse werker. En ik werd opgenomen tot een kerstwereld waar het eeuwig kerst was, de wereld van de eeuwige armen en eeuwige kinderen. Zij waren als reuzen, en zij waren opgenomen om op te nemen. Het was een parallelle aarde in Orion. Wales kwam ook tot de aarde. Ik zag zeeen en grote walvissen. Wij mogen zo werken in de havens van Heidelberg, om zo uiteindelijk tot de wildernis van Sur te gaan. Wij mogen bouwen aan de arken van Noach, en deze arken binnenhalen, en deze arken uitzenden, om zo tot de wilde sabbathen te gaan. Alleen in Orion is er bevrijding voor Israel.


Ik droomde vroeger eens over Los Angeles als kind. Alle mensen stonden daar scheef, als door een wind. Michael Jackson stond ook scheef in zijn clip van de gladde crimineel, wat over begin jaren 1900 ging, dat alles een kwartslag zou moeten draaien. Is de mens al gebogen door de hemelse winden, of staat de mens nog steeds rechtop te pronken met zijn borst trots vooruit ? Zondag 30 is er om de schelp van de mens te doorbreken. Dit geheimenis rust nog steeds in de diepte van de aarde, maar is aan het ontwaken. Wat als deze reuzen ontwaken ? Waar is de mens dan ? Deze Orionse natuurreuzen zijn tot de aarde gezonden om de geuzen te doen ontwaken. Het zijn grote natuurverschijnselen.


Hoe kan jouw eigen pinksteren zuiver zijn, opdat het geen pinksteren van het vlees is ? Het ware pinksteren houdt groot verband met het avondmaal, wat een armenmaal is, een hongermaal, als het avondwoord, en de geestelijke kinderdoop. Dat is een groot geuzengeheimenis van zondag 30, van de wilde jongens, om zo terug te keren tot de wilde sabbathen.


Onderwijs en bovenwijs, werkende zowel onder de schelp als boven de schelp, wat altijd een basisprincipe van ons werk is geweest. Kinderdoop en avondmaal, zowel diep erin als diep innemen.

zondag 29 – van vegangelie tot gevangelie - 1 januari 1970

 

zondag 29 – van vegangelie tot gevangelie


Het bewustzijn van de mens is een kwelzijn. De intelligentie van de mens is een intelligentie van het vlees. Zondag 29 strijdt tegen de verletterlijking en vervleselijking van het avondmaal, want het zijn allemaal slechts zinnebeelden. Zondag 29 wijst op de vergeestelijking. Wij mogen hierom vragen, om de heilige vergeestelijking, opdat we aan het letterlijke ontkomen. Wij mogen door de vergeestelijking opgenomen worden. De letterlijkheids-intelligentie van de mens moet verbroken worden en verlaagd worden. De mens heeft verschillende zelven die belangrijk zijn. De mens moet ook zijn onderworpen zelf (aan de hogere principes) onderhouden en koesteren. Daarvan is religie een belangrijk beeld. Wij mogen valse, letterlijke religie van het vlees haten, maar als wij religie algeheel haten dan zijn wij aan het verkeerde adres. Theologie blijft dus boven de new age. Er zijn ook allerlei liberale groepen, vrijheidsdenkende groepen, die het kruis willen vertoekomstigen, omdat ze nu het kruis niet willen dragen, en van uitstel komt afstel. De ware toekomst is in het verleden, als we daartoe ontwaken, en dan mogen we dat kruis dragen en dat kruis begeren. Alle andere illusies zullen dan wegvallen. Wel zal de mens in de babylonische ballingschap gaan, de orionse ballingschap, wat een hemelse ballingschap is, van de zuwr of Sur, wat het vreemde wildernis gebied was toen het volk Israel door de zee was getrokken. Als we dieper met de zondagen bezig gaan dan komen wij tot de wilde sabbathen, wat niet slechts iets is van Israel, maar ook van Orion.


Snelheidsduivels hebben de mondjes van kinderen geasfalteerd, gemaakt tot hun snelwegen. We hebben er veel over gesproken. Peter Pan zoekt in het nooitland naar de verlorenen, de wilde jongens. Peter Pan is een beeld van de vergeestelijking, die tegen het letterlijke strijd, de piraten, zoals in zondag 29 die strijd ook wordt besproken. De kerk van vandaag is verschrikkelijk ver van de zondagen afgeweken, en zijn ook niet teruggekeerd tot de wilde sabbathen. De mens vereert de maandagen van het vleselijke werk. Men is er druk mee bezig. Ze draven voor hun eigen huisjes en koninkrijken, en denken niet aan de dieren en de arme kinderen. Ze denken niet aan de derde wereld. Alles draait om de eerste wereld, dat wat ze kunnen zien. Hebben ze hun teen gestoten dan zijn ze daar beroerd over, en dan gaan ze weer verder, maar aan de verlorenen wordt niet gedacht. Alles draait om hun wereld, hun media en matrix, hun motorbende. Snelheidsduivels zoeken elkaar op, en applaudiseren elkaar. Elke moord en misdaad wordt beloont met bloedgeld. Oh, hoe zal deze duik aflopen ? Ze zullen te pletter storten. Deze illusies zullen wegvallen uiteindelijk en de gordijnen zullen opengaan. Het voorhangsel zal weggeschoven worden, en de mens zal oog in oog staan met de wilde sabbathen. Ook de snelheids-parasiet moet plaatsmaken voor een grotere en hogere natuur. De zee ruist. De zee zal de mensheid overweldigen. Van alles wat de mens in zijn ijdelheid heeft bedacht zal achteraf niets waar gebleken zijn. Wat afschuwelijk moet het zijn als je tot de ontdekking moet komen dat al je werk voor niets is geweest, omdat je voor het vlees hebt gewerkt. Ziekelijk zijn ze bezig hun kaarten op orde te krijgen, en verlangen dat ook van de ander, waar Michael Jackson over zong in de tachtiger jaren, over de snelheidsduivels. Michael Jackson was in die clip meer op zoek naar de konijnen die holen groeven, en in de bergen leefden.


Kersten noemt bij zondag 29 psalm 69 :


3 ik ben verzonken in bodemloos slijk,

waar ik niet kan staan;

ik ben gekomen in diepe wateren,

een vloed overstroomt mij.

4 Ik ben moede door mijn roepen, mijn keel is hees,

mijn ogen zijn bezweken van het uitzien naar mijn God.

5 Talrijker dan de haren van mijn hoofd

zijn zij die mij zonder oorzaak haten;

machtig zijn zij die mij willen verdelgen, mijn valse vijanden;

wat ik niet geroofd heb, moet ik toch teruggeven.


8 Want om Uwentwil draag ik smaad,

bedekt schaamte mijn gelaat.

9 Ik ben een vreemde geworden voor mijn broeders,

een onbekende voor de zonen van mijn moeder;

10 want de ijver voor uw huis heeft mij verteerd,

en de smaadwoorden van wie U smaden, kwamen op mij neder.

11Ik weende onder het vasten van mijn ziel,

maar het werd mij tot diepe smaad;

12 ik maakte een rouwgewaad tot mijn kleed,

maar ik werd hun tot een spreekwoord.

13 Wie in de poort zitten, praten over mij,

en een spotlied van drinkers.


21 Ik wachtte op een teken van medelijden, maar tevergeefs,

op troosters, maar ik vond hen niet.

22 Ja, zij gaven mij gif tot spijze,

en lieten mij in mijn dorst azijn drinken.

23 Hun tafel worde voor hun aangezicht tot een strik,

en hun genoten tot een val.

24 Laten hun ogen verduisterd worden, zodat zij niet zien,

doe hun lendenen bestendig wankelen;

25 stort over hen uw gramschap uit,

en de gloed van uw toorn achterhale hen.

26 Hun kamp worde tot woestenij,

in hun tenten zij geen bewoner.

27 Want wie Gij hebt geslagen, vervolgen zij,

zij doen verhalen over de smart der door U gewonden.

28 Voeg schuld bij hun schuld,

zodat zij niet komen tot uw rechtvaardiging.

29 Laten zij uit het boek des levens worden uitgedelgd,

met de rechtvaardigen niet worden opgeschreven.

30 Maar ik ben ellendig en in smart,

uw heil, o God, bescherme mij.


33 De ootmoedigen zullen het zien, zij zullen zich verheugen;

gij, die God zoekt, uw hart leve op.

34 Want de Here hoort naar de armen,

en zijn gevangenen veracht Hij niet.

35 Dat hemel en aarde Hem loven,

de zeeën en al wat daarin wemelt.

36 Want God zal Sion verlossen

en de steden van Juda bouwen,

opdat zij daar wonen en het bezitten;

37 het kroost van zijn knechten zal het beërven,

en wie zijn naam liefhebben, zullen daarin wonen.


De mens is niet zomaar God. Dat is iets Romeins. De mens is ook zuigeling. Als een mens waarlijk God zou zijn, dan zou hij omzien naar de armen en de dieren, omzien naar de verlorenen. De mens is ook gekruisigde. Het gaat om het ‘Ga, want Ik draag u’ principe. Meer dan wat dan ook moet de mens om een Damascus bidden, om te ontkomen aan de eisen van het moderne vlees.


9 Ik ben een vreemde geworden voor mijn broeders,

een onbekende voor de zonen van mijn moeder;


In deze psalm was de gekruisigde mens een vreemde geworden, en zo kan de mens tot het vreemde land, Sur, gaan, tot de wildernis. Dat is ook wat het Hebreeuwse woord ‘Zuwr’ betekent, waar Jeremia ook over predikte, dat het zou komen, dit Orionse volk van vreemde vrouwen, van de duistere kennis, maar het is te licht geworden in het hart van de westerse mens, en het heeft de mens verblind. De profeten zien het, maar die worden afgeschoten, want zij zijn immers de gekruisigden. Zij zijn zuigelingen tot het hemelse Woord. Zij spelen niet zomaar voor God of superman. In dit moderne tijdperk van de new age is de boodschap van berouw, bekering en boetvaardigheid niet populair. Men ontloopt Damascus, men ontloopt Pniel, en men ontloopt Betlehem, maar de mens zal totaal ingesloten worden door de wilde sabbathen, en de zeeen van Orion zullen over de aarde worden uitgestort. Het vreemde volk zal komen. De mens kan de duistere kennis niet ontvluchten. De sluiers zullen uiteindelijk wegvallen. De vleselijke mens zal wegvallen uiteindelijk, en dan zijn er alleen nog maar de restrictie-gordels en riemen van Heidelberg over. Peter Pan zoekende naar zijn kinderen. Ga terug tot het Damascus van 1700, van John Wesley, en keer dan terug tot Heidelberg, tot de jaren 1500, en wacht op Orion. Daar zijn de putten die naar de onderwereld leiden, en die putten zullen hoe dan ook opengaan. Of je er nu naartoe gaat of niet, niemand kan aan deze putten ontvluchten.


Kersten noemt ook psalm 119 : 32 :

Ik zal de weg uwer geboden lopen,

want Gij verruimt mij het hart.


Alleen door Damascus wordt ons hart verruimd.

De new age wil alle vrees uitbannen, en elke kruisgezindheid, en het zoonschap, maar Damascus brengt ons het ware zieleheil. Veel hebben de oude profeten gewaarschuwd in de taal van hun tijd.


Kersten noemt ook psalm 2 :


1 Waarom woelen de volken

en zinnen de natiën op ijdelheid?

2 De koningen der aarde scharen zich in slagorde

en de machthebbers spannen samen

tegen de Here en zijn gezalfde:

3 Laat ons hun banden verscheuren

en hun touwen van ons werpen!


Daarom wordt er in deze psalm juist gewezen op het zoonschap. Ga tot Betlehem. Wordt weer een zuigeling, opdat de hemelse kinderdoop je zal opnemen, om aan deze dingen te ontvluchten. Nee, in de wildernis wordt je vlees niet gevoed, maar uitgehongerd. Wat aten de Israelieten in de wildernis dan ? Hoe overleefden zij ? Door het hemelse en verborgen manna. Niet alleen van brood zal de mens leven, maar van het Woord als richtsnoer, en dit richtsnoer zal de mens leiden tot de ware levensbronnen en het ware hemelse voedsel, aan de borst van de hemelse natuurmoeders in Orion.


Kersten stelt dat in het hemelse avondmaal, wat dus in principe gewoon de Orionse natuurmoeder borsten zijn, de mens tegemoetgekomen wordt op de weg van het behoud, want zij konden de vrijstad niet bereiken waar de bloedwreker hen niet meer jagen zal. Dit avondmaal kwam al uit de psalmen, stelt Kersten : ‘Gij richt voor mij een tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover de tegenpartijders’ (psalm 23) Hier vloeit mijn beker over. Het is een verbondstafel.


Het avondmaal is verletterlijkt in de stad, maar zondag 29 gaat daar tegenin, en vergeestelijkt het, als het vegangelie. Het vegangelie roept op tot de geestelijke strijd. De new age wil leven, niet leren. Het kruis wordt niet gepredikt, Damascus wordt niet gepredikt. Zij houden vast aan de leugenleer die tot vals leven leidt. Het is allemaal heel ver weg van het vegangelie. Vele new agers eten nog gewoon vlees en drijven handel met hun new age boeken. Ze zijn op zoek naar onoplettende zieltjes die geen geestelijk huis hebben, geestelijk dakloos zijn. Dan wordt je gewoon een melkkoe. Je wordt behandeld als kippenvlees, en al die verwennerijen is slechts om je daarvoor vet te mesten. Sluwe snelheidsduivels die hun motoren hebben verloren staan aan de kanten van de weg, om te liften. Ze willen met je snelle auto meegaan, en je weet waar het zal eindigen. Deze auto’s komen niet aan in het beloofde land, maar zullen in de rivieren storten.


Kersten vergeleek Nederland met de kerk van Laodicea, de lauwe kerk die uitgespuwd zou worden. Hij vreesde dat Nederland hierdoor ten onder zou gaan, en riep op om uit de keel te roepen, niet in te houden, om zo uw ziel van het land te bevrijden, want de afgoden van het land zijn naar het getal van zijn steden.


Breng ons het vegangelie,

De vergeestelijking van al het lijden en de pijn,

opdat het tot nut wordt gestrekt,

Breng ons het vegangelie,

opdat de dieren ook hun plaats in de hemel vinden,

Breng ons het vegangelie,

opdat de ware vijand zichtbaar wordt :

het niet willen leren, maar alleen maar willen leven,

en dat terwijl het ware leven het leren is,

Breng ons het vegangelie om elkaar weer te begrijpen,

niet in vooroordelen te leven,

ons niet hoger heffen dan ons voegen,

Breng ons het vegangelie,

om alle valse drugs die het brein misleiden achter ons te laten,

opdat wij kunnen komen tot de vrijsteden,

waar de bloedwreker ons nimmermeer achterhalen zal.


Kersten stelde dat het volk verloren gaat doordat het geen kennis heeft, en kleine kinderen worden op de leerscholen overladen, voortdurend volgepompt en volgepropt met alles wat maar op wetenschap lijkt, maar ze worden onderworpen aan leugenleer die maar verdragen wordt, want er is geen tijd meer over voor het hemelse woord. Zo zakt de kerk steeds verder weg, want het opkomende geslacht aanvaard datgene wat de toets der waarheid niet kan doorstaan. De mens had het kruis verworpen. Ze willen niet horen over de gekruisigde. Daarom moet het vegangelie wederkeren. Het blijft niet zomaar bij het vegangelie, want de wilde sabbathen leven van het vlees en bloed van hen die zich niet aan het vegangelie hebben gestoord, en zij prediken geen hippie new age evangelie, maar een gevangelie, een bittere ballingschap en boetvaardigheid om los te komen van het suikerzoete bedrog van de snelheidsduivels. Uiteindelijk leidt de hemelse bitterheid wel tot de ware hemelse honing. Dat is een natuurzoet, geen stadse namaak zoet.


Je moet geen extreme new age vegan worden die zo vegan is dat er niet meer tegen het vlees wordt gestreden, want dan gaat de demonologie eraan, en daarmee alles waar het hemelse woord voor staat. Daarom moet de mens tot de wilde sabbathen komen om het gevangelie te leren, het toetsen. Als we het over sinterklaas hebben, oftewel de heilige ekklesia, de heilige kerk, het overblijfsel, en over de zwarte pieten, de zondagen van de Heidelbergse catechismus, dan hebben we het over een hemelse leerschool en opvoedingssysteem, een tuchtsysteem. Daarom dragen de zwarte pieten ook elk een roe, terugwijzende, net zoals de zondagen, op de wilde sabbathen. Die komen uit een andere wereld. Het zijn vreemdelingen. ‘Mijn koninkrijk is niet van deze wereld.’ Zij prediken de zak, de put. Zij prediken de afdaling, de regressie. Zij prediken het gevangelie. Zij nemen de mens terug tot Heidelberg, en zo door de putten en mijnen van Heidelberg terug tot de wildernis van Sur waar de wilde sabbathen leven.

zondag 28 en het vegangelie - 1 januari 1970

 

zondag 28 en het vegangelie


Het ware avondmaal is het voeden van de armen, het onderwijs, de vegangelisatie. Het is het avondmaal van het Woord, want niet alleen van brood zal de mens leven. Als het Woord wordt gepredikt zullen er wonderen en tekenen volgen, wordt het goede zaad gezaaid, wordt de vloek verbroken, en komt de mens tot de zegen, maar wat is de zegen ? Dit is allereerst het kruis van saamhorigheid, als een lid lijdt lijden alle leden. Het plaatsvervangend lijden is altijd het fundament geweest van ons werk, maar dit is profetisch, niet roekeloos. Allereerst gaat dit om het deelachtig gemaakt worden aan het lijden van moeder natuur, zodat de mens niet het vlees dient, voor het vlees lijdt en werkt. Deze boodschap is niet populair maar voor de enkelingen, het overblijfsel, en die zullen komen uit alle stammen, uit de zee en de aarde. Ook de boodschap over demonen en de tandarts is niet populair, want de mens denkt liever niet na over dingen die in hen zijn die daar niet horen. De mens schuift dat liever weg om de drugs te nemen die de mens voorliegt alsof alles goed zou zijn. Nee, want als de mens in demonen zou moeten geloven, of dat die in de mens zelf zijn, en dan het hele verhaal over de tandarts, dan zou er werk aan de winkel zijn, dus vrolijk verzint de mens daar verhaaltjes omheen alsof het nog niet in de mens zit, maar dat het alleen maar een dreiging is, en daarom vrezen ze de toekomst, terwijl ze er eigenlijk al inzitten. Het zijn allemaal verhaaltjes en fabeltjes van de snelheidsduivel. Die schuift alles weg tot de toekomst, en van uitstel komt afstel, en ondertussen kan hij nog even doorracen, en zo vergooid de snelheidsduivel zijn leven. De snelheidsduivel houdt van tijdelijke magie, en de eeuwige waarden veracht hij.


Het diepe doorvorsen van de dingen haat hij. Het is hem te confronterend. Het komt dan te dichtbij. Zo is er dan het fundamentalistische christendom die alles in snelle vaart verletterlijkt en vervleselijkt, en naar de toekomst schuift, en dan is er aan de andere kant de new age die alles in een groot licht laat samensmelten in het grote vrijheidsdenken en eenheidsdenken. Niets hoeft meer. Alles is er al. Over het kruis en demonen wordt niet gesproken. Dit zijn twee zijden van dezelfde medaille, van dezelfde snelheidsduivel die twee gezichten heeft. Voor elk wat wils, en ook hen die eerst gretig de gnosis aannamen misleidt hij. Velen misbruiken de gnosis alleen maar om los te komen van het christendom. Ze hebben haar vertrapt met hun snelle auto’s, omvergereden.


Zondag 28 gaat over het avondmaal. Klaas Schilder stelt dat het avondmaal onlosmakelijk verbonden is aan het Woord. De beker is een beeld van het shamanisme, de goede herder, van het diep in de put gaan, tot de armen en de verlorenen, om hen te voeden met het Woord : vegangelisatie, die wijst op de demonologie als vervanging van vlees, vergeestelijking van het vlees, de verdieping ervan. Demonologie is niet populair omdat men dan het vlees zou moeten opgeven. Demonologie is overigens iets metaforisch, iets dichterlijks. En al helemaal wil men niet weten van territoriale demonologie, waarin de heersersgeesten worden besproken, want men dweilt liever met de kraan open. Men doet liever aan pappen en nathouden, waar velen een markt in hebben gevonden, lekker aan symptoom bestrijding doen om er stinkend rijk en machtig van te worden.


Dat is ook het verschil tussen goede herder en huurling, waarover Kersten ook spreekt. De huurling vliedt wanneer gevaar dreigt en laat de schapen aan zichzelf over. De huurling is er zeker niet na kantoor uren. Het gaat hem om het geld en de macht. Kersten noemt dat de goede herder in tegenstelling zijn leven voor de schapen stelt, en noemt dan David als voorbeeld, die zijn kudde niet aan het wild gedierte overgaf, maar een leeuw en een beer versloeg om het volk te redden.


Kersten noemt psalm 73 :


3 Want ik was afgunstig op de hoogmoedigen,

toen ik de voorspoed der goddelozen zag.

4 Want moeiten hebben zij niet,

gaaf en welgedaan is hun lichaam;

5 in de kwelling der stervelingen delen zij niet,

en met andere mensen worden zij niet geplaagd.

6 Daarom is de trots hun een halssieraad,

het geweld omhult hen als een kleed;

7 hun ogen puilen uit van vet,

de inbeeldingen van hun hart lopen over;

8 zij spotten, en boosaardig spreken zij van verdrukking,

zij spreken uit de hoogte;

9 ze zetten een mond op tegen de hemel,

en hun tong roert zich op de aarde.

10 Daarom wendt zijn volk zich hierheen,

en als water in overvloed wordt het door hen geslorpt;

11 zij zeggen: Hoe zou God het weten;

zou er ook wetenschap zijn bij de Allerhoogste?

12 Zie, zo zijn de goddelozen,

altijd onbezorgd vermeerderen zij het bezit.


13 Maar tevergeefs heb ik mijn hart rein gehouden,

mijn handen in onschuld gewassen.

14 De ganse dag word ik geplaagd,

mijn bestraffing is er elke morgen.


15 Indien ik gezegd had: Ik zal aldus spreken,

zie, dan ware ik afvallig geweest

van het geslacht uwer kinderen.

16 Ik tobde erover om dit te begrijpen,

een kwelling was het in mijn ogen,

17 totdat ik in Gods heiligdommen inging,

en op hun einde lette.

18 Waarlijk, Gij stelt hen op glibberige plaatsen,

Gij doet hen instorten tot puin.

19 Hoe worden zij in een oogwenk tot een voorwerp van ontzetting,

zijn zij verdwenen, vergaan door verschrikkingen;

20 gelijk een droom na het ontwaken, o Here,

versmaadt Gij, als Gij opwaakt, hun beeld.


Ook noemt hij psalm 31:19 :


19 Laten de leugenlippen verstommen,

die tegen de rechtvaardige verwaten spreken,

met trots en hoon.


Zaak is dat het avondmaal diep gaat, als een besnijdenis. En de beker moet tot de bodem worden leeggedronken. Dan kom je dat allemaal onder ogen. Dan lieg je niet meer tegen jezelf met alle leugenaars om je heen. Lafaarden mogen komen tot de hemelse vreze en zo tot hemelse vrede, wat een hele andere vrede is. Dan mag je God’s tekenen in de geschiedenis opmerken. God is getrouw. Zijn plannen falen niet. De huurling bootst de stem van de goede herder na, stelt Kersten, dus we moeten heel erg voorzichtig zijn, niet zomaar alles geloven. De huurling kleedt zich ook zoals de goede herder, maar er is een wereld van verschil. De wolf is sluw. De wolf gebruikt strategie, zoals in het verhaal van de wolf en de drie biggetjes, en zoals in het sprookje van de wolf en de zeven geitjes. Alleen het geitje wat zich in de klok verschool overleefde het, als een beeld van de geschiedenis, het onderzoek van het vleesgeworden Woord.


Kersten noemt het voorbeeld van de christenreis van Bunyan waarin mensen die niet door de enge poort zijn binnengaan over de muur geklommen waren, dus op een andere manier waren binnengekomen.


Kersten stelt dat het avondmaal een beeld is van totale opoffering. Het eeuwig evangelie stelt dat we tegen deze drinkbeker niet mogen zondigen, dat dit de toetssteen is. Buiten deze drinkbeker is er geen leven mogelijk. Het is een drinkbeker van gedachtenis, van herinnering, van de geschiedenis, waar het verborgen, vergeten en verloren kruis ligt. Zoals Calvijn stelde : het ware altaar is de armen. Nee, dat pikt de snelheids duivel niet op. Die heeft honderden, zo niet duizenden, excuses, om maar niet door die enge poort heen te hoeven. Hij springt met zijn motor wel over de muren heen. Kersten noemt het avondmaal een liefdebevel.


Het avondmaal van de mammon mag duidelijk zijn. Velen nemen deel aan dat avondmaal tot hun eigen oordeel. Het is het avondmaal van de getrouwe volgelingen van de snelheidsduivel. Het tragisch lot wordt in de psalmen besproken en bezongen. Het ware avondmaal is voor de zuigelingen van de geschiedenis, die gevlucht zijn tot de borsten van moeder natuur, die zich niet hebben gelaafd aan de borsten van de snelheidsduivelse moeders van de stad. Als we terugdenken aan de geschiedenis mogen we zowel het ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten’ gedenken, als ‘Het is volbracht,’ stelt Kersten. Dit zijn kruisherdenkingen, heilsmysteries.


Het avondmaal is door de snelheidsduivel vervleselijkt of weggewoven : twee zijden van de medaille, twee zijden van zijn gezicht. Velen volgen hem op zijn motor, in deze motorbende, maar laten wij teruggaan naar de Heidelbergse natuurdiepte van zondag 28, wat een groot geheimenis is. Drink deze beker, geestelijk, als een eeuwige spijze. Kersten spreekt van een liefdeloosheid om ons heen die zo dodend is, maar het liefdebevel van het hemelse avondmaal is er om de naakten te kleden, de hongerigen te voeden. Kersten stelt dat het Woord tralies heeft, dat het niet losgekoppeld is van het kruis, maar dat het goed is voor de ziel. Kersten noemt het ware avondmaal de geestelijke praktijk van het geloof waarin de mens geoefend moet worden, en de mens moet afkicken van al het andere, zoals een kind los moet komen van de borstvoeding van het aardse en vleselijke.


Zoek de borsten van de ware hemelse natuurmoeders in de wildernis, juist door de melk te delen met anderen, te vegangeliseren. Het Woord begint bij het zwijg en luister offer. Ook dat moet onderwezen worden in de vegangelisatie. De vegangelisatie is ook onlosmakelijk verbonden met de demonologie, wat een belangrijk onderdeel daarvan is, en hiertoe behoort ook de territoriale demonologie, wat de gerichte demonologie is. Het ware avondmaal is dus het richten van de kinderdoop. Ze horen bij elkaar. Het ware avondmaal is dus het profetische aspect van de hemelse kinderdoop. Kinderdoop en avondmaal horen dus bij elkaar, zondag 27 en zondag 28.


Het avondmaal volbrengt dus ook de kinderdoop, waardoor toen Jezus aan het kruis stierf hij tot zuigeling van de hemelse natuur werd. Vegangeliseer je nog wel ? Alleen vegangelisten kunnen tot Heidelberg komen. Zoek in bidden en smeken de geestelijke kinderdoop hierin. Alleen zuigelingen zullen door de enge poort van Heidelberg komen. Vele snelheidsduivelse rebellen zijn over de muren gesprongen en hebben deze beelden verdraaid. Daarom moet de mens opgevoed worden in deze geestelijke oorlog van de geschiedenis. Kinderdoop en avondmaal zijn hierin belangrijke wapenen. Feenstra noemt het veldtekenen van het kruis.


Het avondmaal leidt ons tot de onderwereld, tot het dal van dorre doodsbeenderen, waar een werk is te doen, wat eens een kinderdroom van mij was. Het is een shamanistische taak. De beenderen waren de indiaanse natuurvolkeren die door de snelheidsduivels waren uitgemoord. Kennen wij deze geschiedenis ? Hun bloed roept nog steeds vanuit de aarde.


Het avondmaal ? Nee, de avondborst, van de hemelse natuurmoeder die haar zuigeling in slaap sust. In dromen moet het kind tot de onderwereld gaan voor de grote oorlog, om de verlorenen en vergetenen, de uitgebannenen tot leven te wekken. De Bilha zegt dat rivieren stromen vanuit haar voeten.


De tandarts had een ware monddokter moeten zijn, door het voeden van de armen, onderdak te geven aan de armen, hen het Woord te brengen, het vegangelie. Maar de tandarts is van dit liefdebevel afgeweken, want het is een snelheidsduivel. Michael Jackson waarschuwde voor de snelheidsduivel in de tachtiger jaren, maar het volk sliep rustig door. Vandaar ook het lied : Gladde crimineel, wat daarover verder ging. Het volk werd bedrogen. De gladjakkers waren gekomen. Zij hadden het avondmaal met voeten vertrapt, waren over de muren geklommen, de enge poort veracht. Het is een motorbende. Alles moet snel. Er is geen bewondering meer, en zelfs niet eens meer angst, zong Herman van Veen in zijn lied ‘zingende doden’. Er is geen verzorging meer, geen onderhoud, geen interesse meer, geen dankbaarheid en koestering. Alles is dood. De moederborsten zijn verschrompeld. Keer daarom terug tot zondag 28. Gedenk weer.

zondag 25 en het geheimenis van de geuzen opstand in de tachtigjarige oorlog - 1 januari 1970

zondag 25 en het geheimenis van de geuzen opstand in de tachtigjarige oorlog

 

 

 


Dit is de generatie van het verwend zijn, het mobiele tijdperk van snelle en slimme sociale media. Het vliegt je om de oren. Zelfs opa’s en oma’s worden misleid door dit tijdperk en voelen zich een hele kees als ze ‘mobiel bellen’, en zo met het feestje meedoen. Jezelf een hele ‘kees’ voelen, wat houdt dat in ? Wij zijn oordeels-profeten en nemen geen blad voor de mond, praten mensen ook niet naar de mond. ‘Ja, maar dat kun je zo niet zeggen,’ zeggen ze dan. ‘U doet ons pijn.’ Jezus sprak ook hele harde woorden, en ook woorden die ze niet verstonden, en bleef ook niet altijd voor de uitleg, maar ging er vandoor. Dat was het dan. Zo is ook een oordeelsprofeet. Ze houden geen conferenties de hele tijd, en doen ook niet altijd aan nazorg. Daar zijn het oordeels-profeten voor. ‘Ja, hij spreekt in duistere raadselen,’ zeiden ze van de profeten vroeger, zoals Ophelia. En dat terwijl ze toch ook hele heldere uitleg gaven, en zeker ook de functie hadden van barmhartige samaritaan, maar dan niet op de manier van de mensen. Ze waren ook niet altijd geschoold en georganiseerd. Het waren wilden. Ze kenden de natuur. Stad en natuur kennen elkaar niet, begrijpen elkaar niet. Er zit een wereld tussen. De oordeelsprofeet draagt een kruis en een juk, maar de mens in de stad zaait liever op de steenrotsen. De mens in de stad grijpt liever snel de auto. Lekker makkelijk. Michael Jackson zong over de snelheidsduivel, en in de demo teksten zong hij dat hij op zoek was naar de prediker, dat het diep in zijn gedachten was. Nu is de mens heetgebakerd over het snel zijn. Als favoriete auto-coureurs het laten afweten naar hun fans en niet aan de hoge standaarden voldoen dan krijgen ze doodsbedreigingen vandaag de dag. Het is ‘snel zijn, of sterven’, ‘ride or die.’


Is het kruis een nachtmerrie ? Nee, het is het gemengd worden, wat ook de oude betekenis is van de hel. Ogenschijnlijk is het een nachtmerrie, maar de mens moet ontwaken tot de inmenging. Het kruis is immers een brug. Dan kun je verder alle sociale media vergeten, en jezelf richten op de ware brug.


Oordeelsprofeten leven vanuit een cosmisch spasme. Ze leven niet door aardse driften en impulsen. Het aardse leven werkt allemaal door directe shortcuts die de hogere cosmische, spasmische natuur wegkappen. De aardse mens leeft ommuurd in die zin. De aardse mens leeft allemaal volgens van A naar B, en 1+1=2, aardse logica, waar de oordeelsprofeet worst aan heeft, want die zoekt niks in te passen. Die leeft volgens veel hogere regels, en dan begint allemaal het geklaag van de vleselijken, en dan worden er flink etiketten gedrukt, want de mens haat de hogere oordeelsprofetie over het vlees. Oordeelsprofeten zijn exegeten. Ze draaien niet om de brij heen maar gaan er dwars doorheen. De mens heeft ontelbare afweermechanismes opgebouwd tegen de hemelse profetie, en altijd weer komen standaard deze excuses. Zondag 25 legt een duidelijke verklaring af over wat er precies gaande is :


zondag 25
Vraag 65: Aangezien nu alleen het geloof ons aan Christus en al zijn weldaden deel geeft,
vanwaar komt dan dit geloof?
Antwoord: Van de Heilige Geest, die het geloof in onze harten werkt door de verkondiging van het heilig Evangelie en het versterkt door het gebruik van de sacramenten.

Vraag 66: Wat zijn sacramenten?
Antwoord: Sacramenten zijn heilige, zichtbare tekenen en zegels, door God in-
gesteld, om ons door het gebruik daarvan de belofte van het Evangelie des te
beter te doen verstaan en die voor ons te verzegelen, namelijk dat Hij ons op
grond van het enige offer van Christus, aan het kruis volbracht, uit genade ver-
geving van zonden en het eeuwige leven schenkt.


Vraag 67: Zijn beide, het Woord en de sacramenten, dan daarop gericht, of daartoe ingesteld om ons geloof te wijzen op het offer van Jezus Christus aan het kruis, als de enige grond van onze zaligheid?
Antwoord: Ja, zeker, want de Heilige Geest leert ons in het Evangelie en verzekert
ons door de sacramenten, dat onze zaligheid geheel en al berust op het enige
offer van Jezus Christus, dat voor ons aan het kruis is geschied.


Vraag 68: Hoeveel sacramenten heeft Christus in het Nieuwe Testament of Verbond inge-
steld?
Antwoord: Twee, de heilige doop en het heilig avondmaal. 


Let wel : Het was de taal van die tijd, en de gnosis doet die taal verstaan, wat het daadwerkelijk betekent, want het hart probeerde iets uit te drukken in de taal van die tijd, en er staat ook direct waarom. Het zijn namelijk sacramenten, en dat zijn zowel tekens als zegels, die het Woord dus hebben verzegeld. Niet alleen de bijbel is in die zin het verzegelde Woord van God, maar ELK geschiedenis boek. Het Woord moest vlees worden, moest versluierd worden, moest sterven, tot een teken en een verzegeling, wat een beveiliging is. Een oordeelsprofeet begrijpt die taal, en ontwijkt het niet, maar ontmaskert het. Het vlees gaat het of ontwijken, of verafgoden, absoluteren. Al in Egypte was het Woord van God een draaiend boek, als een wiel, wat alles verdraaide, als een kameleon, om ‘de dwazen te verstrikken, en de wijzen doorgang te geven.’ 


Laten we eerlijk zijn : De bijbel forcefeeds de mens door dwangtubes, dwangvoeding dus, want het christendom is de grootste religie op de aarde, en werd groot door slavernij en dwang, door intimidatie en geweld. Mensen werden letterlijk gemarteld om ze dienstbaar te maken aan de bijbel, dus als je al die machines gedwongen in je lijf hebt en al die tubes en buizen van dwangvoeding dan is het dus fataal als je dat gewoon probeert af te wimpelen en weg te drukken alsof het er nooit is geweest, maar je moet het HERZIEN. Je brein is gehacked namelijk, en dat gaat nooit meer zomaar weg, totdat je het gaat VERDIEPEN in de recyclocratie. Je kunt het niet verwijderen, maar wel VERANDEREN. Wie dat niet doet, die wordt gewoon gebruikt door de vijand. Zorg dus dat je het zegel van Ezechiel 9 ontvangt en er niet te licht over denkt.


Teruggaan naar Heidelberg betekent ook leren wonen en werken in Heidelberg. Dat betekent werken in de mijnen van Heidelberg, en ook in de wijngaarden van Heidelberg. Dat zijn beelden van de exegese, de schriftuitleg. Je kunt deze mappen niet zomaar wegwerpen. 


Kersten wijst op Johannes 3:16 : ‘Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven,’ en een oordeelsprofeet weet wat dit betekent. Komen tot het zoonschap. Een zekere geestelijke moeder is je toegewezen, als een teken EN een zegel, dus als heenwijzer, als schaduw, dus het mocht niet zomaar volkomen zijn, want dan zou je daadwerkelijk weggebrandt worden door het licht, zoals in de new age. Wees maar blij dat die moeder een voorhangsel heeft, anders zou ze je verslinden. Wees maar blij dat die moeder niet ‘volkomen’ is. Je zou niet kunnen bestaan. Het Woord moest vlees worden, het Woord moest verzegeld worden, want niemand zou God kunnen zien en leven. Daarom mocht Mozes God alleen maar van achteren zien. Maar zelfs dat wil de mens niet zien. De mens is een snelheidsduivel, een rokkenjager. De mens wil het nu. De mens wil nu de gouden straten. De mens wil NU antwoord, en God moet aan zijn voeten liggen. De mens is verdwaasd, verdwaald, hopeloos verloren. Daarom heeft Johannes 3:16 ook een keerzijde, dat degene die de Zoon niet gehoorzaamt het leven niet zal zien, en de oordeelsprofeten weten ook wat dat betekent. Oordeelsprofeten zijn als hemelse wolven, en het verdwaalde en verharde zal zeker niet gespaard worden. Hemelse wolven door een code, door instincten van een bepaalde dieper liggende cosmische orde. Kersten stelt dat door de prediking van het Woord Paulus de Galaten zoekt wederom te baren, en hij had de Korinthiers door het Evangelie geteeld. Wat in de baarmoeder gebeurd is zeker niet het eindproduct, maar wel een belangrijke fase waar de vrucht door gaat. Cultuurbarbarisme moet dus zelf ook aan banden worden gelegd. Het mocht eens een hemels teken en een hemelse verzegeling zijn. Verbrand niet zomaar alle schepen achter je, want dat is zeer onwijs. Je mocht het nog eens nodig hebben. Sommige mensen verbranden zoveel dat ze op een bepaald moment niets meer over hebben. Op is op. Zij hebben hun leven verspild als de verloren zoon. Het is dan tijd om terug te keren en opnieuw te beginnen. Kersten stelt dat Ezechiel aandrong als een herder achter de schapen betaamt. Hij stelt ook dat in het Woord een dubbele werking is, dat er melk in zit voor de zuigelingen, maar ook vast voedsel voor de opgegroeiden. Niemand is te klein om van de prediking vrucht te ontvangen, stelt Kersten, ook al was het in de taal des tijds, maar we mogen blij zijn dat het Woord vlees werd en verzegeld tot ons kwam, anders zou het ons verblinden en vernietigen. Kersten stelt hierbij ook dat het niet om het Woord op zich gaat, maar dat de hemel het Woord vruchtbaar maakt. Het begint met zaad. Het zaad is niet het eindprodukt, maar draagt alleen de kiem, en moet eerst sterven, en dat moet in ons hart gebeuren. Dan kunnen we klagen over het zaad en erover jammeren. Maar zaad is zaad. Zaad moet bepaalde eigenschappen hebben, aan bepaalde dingen voldoen, anders kan het de levenskiem niet dragen. Het zaad is dus de nodige verzegeling van de levenskiem, anders zou de levenskiem verloren gaan. Daarom is het zo belangrijk dat de mens de hemelse landbouw principes kent en leert.


Juist de sacramenten, de waartekenen en de zegelen dus, zijn er dus voor om het hemelse evangelie beter te verstaan, en ook weer te verzegelen, te beveiligen, stelt Kersten. Het zijn voorbeelden, hulpmiddelen, steigers ook. Uiteindelijk zal het voorhangsel scheuren, maar de mens mag dit niet voor zijn tijd doen. Dat zou ook een soort van geestelijke verkrachting zijn, of een geestelijke miskraam. Het is hetzelfde als zwangere vrouwen inde buik trappen, waar we het al wel eens eerder over gehad hebben. Dat doet de mens graag, als een echte snelheidsduivel, een speed demon. Kersten stelt dat de waarde van deze tekenen en zegelen zowel niet oppervlakkig onderschat als overschat mag worden. Hij stelt dat in deze krachtige ontsluiting en verzegeling omtrend de natuurvrouwen dit wordt geantwoord : ‘Zet mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm.’


Kersten wijst er vervolgens op dat zowel het Woord als de sacramenten op zichzelf niets kunnen geven, en dat Rome dit niet begrijpt, want bij Rome gaat het om de uiterlijkheden. Men gaat daar helemaal in op zodat er niets anders meer is, en voor niets anders nog ruimte is. Zo is ook het werk wat zij doen allemaal uiterlijk. Nederland is lang onder Rome en Spanje geweest, maar met de reformatie begon uiteindelijk ook de tachtigjarige oorlog van het verzet. Was het allemaal koek en ei ? Totaal niet, maar het was wel een begin, zo goed en kwaad als het ging. Kersten wijst ook op deze oorlog. Ook daar was het Woord vlees geworden. Ook daar stierf het Woord en vervormde het Woord zich, maar het was een belangrijke fase voor de wedergeboorte van Nederland. De natuur moeders van de heidelbergse catechismus, van 1563, brachten de geuzen voort, als een beeld van het Nederlandse zoonschap, en toen in 1568 begon de tachtig jarige oorlog, het verzet, de Nederlandse opstand tegen de Spaanse onderdrukker, de Spaanse tiran. Landgeuzen en watergeuzen met messen tussen hun tanden, tegen het Spaanse gezag. Zijn wij Heidelbergse germaanse geuzen of zijn wij paapse ijdeltuiten, snelheidsduivels ? Verzwagering met Rome is hierin fataal, stelt Kersten. Hij stelt dat er bloedige sacramenten waren in het OT die slechts een heenwijzing waren, en nu zijn er de onbloedige sacramenten. Dit zijn dus de nodige simulators. Het staat slechts ter model.


Er waren zowel bosgeuzen, wilde geuzen, als watergeuzen, en het woord komt van het Franse gueux, wat bedelaar betekent en schooier, maar wat werd gebruikt voor de calvinistische verzetsstrijders die tegen het overmaterialistische spaanse bewind streden, want het kan ook hongeraar betekenen, de soberen, die leven in de rauwe, primitieve, natuur, als wilden om zo aan het oordeel over de stad te ontkomen. Zij gingen niet losbollig om met godsdienst zoals vandaag de dag in de new age, even voor god spelen zolang de tijd duurt. Nee, zij leefden in heilige vreze, en wisten dat als ze god zouden zien, dan zouden ze sterven. De geuzen, de honger-strijders, waren kinderen van de reformatie, kinderen van Heidelberg, harde werkers, zowel in de mijnen als op de wijngaarden. Zij namen geen genoegen met het tafelschuimende, vraatzuchtige, verstadste modernisme. Uiteindelijk verdreven zij de spanjaarden. Nederland is dus gebouwd op wilde geuzen fundament. Ben je aan boord of loop je nog met Spanje aan te pappen ?


De wilde geuzen waren opgeleid door de amazones van Heidelberg, die ze niet gezien hadden, alleen van achteren, zoals Mozes God ook alleen van achteren had gezien, alleen het zegel, het voorhangsel. Toen Mozes van de berg afkwam moest hij een bedekking dragen, anders zou het volk het niet kunnen verdragen. In de Bilha staat dat de achtersten, de billen, van de amazones, de hemelse natuurvrouwen, de patriarchie zullen verbreken, dus dit hele proces dat het Woord vlees wordt. Het wordt de hemelse baarmoeder genoemd, duistere kennis. Hier kwamen de wilde geuzen, de wilde jongens, uit voort. Uiteindelijk leidde dit tot de bevrijding van Nederland. Het heeft te maken met de duistere sleutel van zondag 25.

zondag 24 en het ‘new age sinterjezus voor verwende kindertjes’ gevaar - 1 januari 1970

zondag 24 en het ‘new age sinterjezus voor verwende kindertjes’ gevaar

 

Blinde toeschouwers roepen het blinde voetbalspel toe, en ook juichen ze de blinde motorcoureurs toe in hun blinde autootjes. Waar gaat dat naartoe ? Hup, druk op de knop, het Woord, als een juke box. Van God hebben ze een hoer gemaakt, als pooiers. God als koffie-automaat.


Verwende spirituele marktboeken en hun reclame makende dameskransjes voor de verwende kinderen. Kerstkrans koekjes erbij, en maar smullen. Spirituele new age boeken of van soortgelijke overliberale stromingen voor de verkoop zijn populair, worden goed verkocht, omdat de zonde niet of nauwelijks wordt genoemd, en ook de demonologie niet, en het vlees voelt zichzelf daar prinsheerlijk bij, en vindt het allemaal mooi en lekker, en dat uit het vlees ook overmatig, hoe mooi het allemaal is, hoe strak in het pak, hoe lekker dat allemaal is, al die gepensioneerde new age engelen in witte uniformen met hun zichzelf aangereikte lintjes en medailles. Hevig lopen ze te kwekken over hun grote idolen. Het moet vooral allemaal erg groots zijn.


Ze zijn verwend, willen altijd antwoord, ook als God om een goede strategische reden niet spreekt. Dan gaan ze klagen, en zoeken hun heil bij de sinterklazen van deze tijd, allemaal geestelijk gepensioneerde opaatjes en omaatjes. Allemaal opgesmukt tot etalage poppen. Er wordt grof geld mee verdiend, over de ruggen van anderen heen. Natuurlijk mag je bij tijd en wijle parelduiken in zulke boeken, maar er liggen grote gevaren.


Klaas Schilder, van de vrijmaking, stelde dat als God zou zwijgen, dan is dat als een Golgotha, en dan kunnen we niet anders dan wachten op de paasmorgen, op de opstanding, waarin dan het profetisch woord komt, en dit is ook hoe de profetologie werkt : Alleen door het kruis. Het vlees moet sterven, opdat het geestelijke kan opstaan, en zo is dat ook met alle vleselijke profetie die moet sterven, opdat de geestelijke profetie zal opstaan. Zo stelt Klaas Schilder ook dat het aardse oog moet sterven alvorens het geestelijke oog kan opstaan.


Maar de new age mens neemt daar allemaal de tijd niet voor, want dat is een vraatzuchtige consument. Die wil niet van zonde horen, niet van demonologie, en ook niet van tijd, van geduld, van mechaniek. Alles is er immers al, of alles moet er wezen, en omdat ze telkens ruw in hun dromen worden gestoord grijpen ze naar de houten sinterklazen om hen heen, en moet God het ontgelden. Zij staan dan ook boven God en het profetische, al pronkende en klagende in het vlees dat verwend moet worden. Verwende oren hebben ze, verwende ogen, snel met vooroordelen. Het kruis willen ze niet. Daar gaan die new age boeken allemaal niet over.


Klaas Schilder stelde in zijn preek 'het gericht des verbonds dat ezechiel zag' in 1941 tijdens de oorlog dat het niet zomaar om geloven ging, maar om aan de eis te voldoen. En deze eis is de voorbereiding tot de geestelijke oorlog, de bereiding van de wapenen tegen het vlees. Het was natuurlijk een oorlog, maar broeder Schilder wilde de aandacht richten op de geestelijke oorlog. 'Geen mens komt tot exodus dan door leviticus,' zegt hij in een andere preek in 1941, want het gaat juist door het afsterven van het vlees. De zin van Leviticus is op Golgotha verklaard. Dit moest de mens leren in de oorlog, en dat was de ware vrijmaking. 


Klaas Schilder wilde zich los maken van dwangmatige synodale bevelen van de oudere gereformeerde kerk. Klaas Schilder wilde geleid worden door het hemelse woord, en niet wat allerlei kerken besluiten. De mens zat nog steeds vast aan vervormingen van de koningskerk van 1816, net zoals de new age mens nog steeds in andere vormen de koningskerk dient en daar nooit van los is gekomen omdat ze door dienstweigering zijn gaan wanen. Ze konden niet wachten totdat God zijn woord zou spreken, dus ze maakten hun vlees maar tot het woord. Ze willen altijd antwoord. Houd je mond. Als God nog niet spreekt dan heeft dat een reden. Maar dat willen ze niet horen. Ze staan onder een demonische koning, en zelf wanen ze zich ook als koningen over anderen en willen op hun wenken bediend worden. Dan moet je niet in het profetische zijn inderdaad. De new age heeft alle antwoorden al. Die zullen je niet vertellen over de demonen die over je hangen en in je wonen. Heerlijk toch ? Die houden je lekker blind hiervoor, en je zonden worden niet opgenoemd. Heerlijk slapen tijdens de oorlog. Het kan allemaal. Lekker met de dikke vette massa om je heen meestromen. Lekker pijpje roken met opa. Als het op is is het op, en dan grijp je weer wat nieuws. Geestelijk vervet de mens helemaal, en verslonst. Het zijn allemaal zeer griezelige dingen. De mens is in die staat zeer grillig.


De mens is het zwijg en luister offer vergeten, zoals in Leviticus, waar alles mee begint. Geen exodus zonder leviticus. De mens rent als een Martha heen en weer. De mens is in een donker hol terecht gekomen. De prediking mocht de mens ook niet naar de mond praten, zo stelde Klaas Schilder, maar het moest twisten met het vlees van de mens, anders zou er ook geen bekering zijn. Dat kon de synodale kerk niet hebben. Weg moest hij. Hij trapte teveel tegen heilige huisjes. De mens wilde in de koningskerk blijven waar het collectieve vlees koning was, en waar zo ook het individuele vlees dat daaraan gehoorzaamde koning kon zijn. Nederland worstelde met een enorm scala aan koningsgeesten, en nog steeds. 


zondag 24 in diepte :

Vraag 62: Maar waarom kunnen onze goede werken geen gerechtigheid voor God of een deel daarvan zijn?


Antwoord: Omdat de gerechtigheid die voor Gods gericht kan bestaan, geheel volmaakt en in alle opzichten met de Wet van God in overeenstemming moet zijn, en ook onze beste werken in dit leven onvolmaakt en met zonden bevlekt zijn.


Vraag 63: Hoe kan het dat onze goede werken geen enkele verdienste opleveren, terwijl God ze toch in dit en in het toekomstige leven wil belonen?


Antwoord: Deze beloning komt niet voort uit vleselijke verdienste, maar uit geestelijke verdienste.


Vraag 64: Maar schept deze leer geen zorgeloze en goddeloze mensen?


Antwoord: Zeker niet, want het is onmogelijk dat iemand die door een oprecht geloof in Christus is ingeplant, geen vruchten van dankbaarheid zou voortbrengen.


Er moet wel een model zijn natuurlijk waaraan alles getoetst kan worden, als een voorbeeld, een ezelsbruggetje. Voor de oudheid was dat model Jezus, maar daar scheelde nogal veel aan. Toch is het maar een woord, net zoals volkomen een woord is. De mens drukt zich graag uit in sprookjes en verhalen om dingen te verhelderen, maar het moet wel een sprookje blijven, en niet worden tot een daadwerkelijk sinterklaasfeest voor gelovigen, als een soort sinterjezus. Het is een afgod geworden voor verwende volwassenen die zich als kleine kinderen gedragen. Sinterjezus kapoentje, gooi wat in m’n schoentje, dank u sinterklaasje. Klaas Schilder was met de vrijmaking al bezig met de vergeestelijking van de bijbel, want hij noemde de voorstellingen in de bijbel over hemel en hel ook zinnebeeldig. (in zijn bespreking van zondag 22 in het catechesatie dictaat van 1923)


Ook noemde hij de afdaling van Jezus ter helle zinnebeeldig, want dat ging niet over een letterlijke hel, maar over de menswording van Jezus. Het mens zijn is de hel. Dit gebeurde dus volgens Klaas Schilder al voor het sterven van Jezus. Klaas Schilder was een hele geleerde man, ver voor zijn tijd, en hij wist dat ze toen nog maar aan het begin van de vrijmaking stonden. 


Het Woord moest vlees worden, moest mens worden, maar de new age mens kan daar niet op wachten, trapt Mozes in de ballen, en bespuugd Noach, en maakt vervolgens zijn eigen vlees tot Woord, en niet alleen dat. Hij maakt zijn vlees tot God. Dat is wat de mens is, een dienstknecht van de koningskerk, nog steeds. 


Zondag 24 dus : Het begint allemaal met dankbaarheid, dus kijken naar welk werk de voorouders al hebben gedaan, geestelijk werk, goede vruchten, en daarop voortbouwen, en niet zomaar die rijke sappen met hun wortels loskappen. Eert uw geestelijke vader en moeder, opdat uw gaven zich kunnen ontwikkelen. De mens is schuldig aan het verbreken van dit gebod in al zijn alcoholische, snelle auto aanbiddende haast. Nu weer een hype rondom ons want een Nederlandse auto coureur is wereldkampioen geworden van de formule 1. Snelheidsduivels zijn het, ten koste van moeder natuur. Het zijn vrouwenvlees eters, want ze weigeren terug te gaan tot parelduiken in de bijbel en de heidelbergse catechismus waar moeder natuur in ligt opgesloten. Ze zijn er blij mee, want ze hebben liever moeder new age. Daarom zijn het laffe dienstweigeraars, en ze worden hierdoor op handen gedragen want misdaad loont in het domein van de trickster : jackpot ! fools gold.


Met de rammelaar in de box blijven liggen terwijl je al een volwassene bent en al veel beter had kunnen weten en veel verder had kunnen zijn. Ze hebben hun geestelijke taken en verantwoordelijkheden niet op zich genomen. Klaas Schilder noemt het dode werken, in zijn commentaar op zondag 24, dode werken waar ook Paulus tegen streed. Het gaat niet zomaar om de goede werken, net zoals het niet zomaar om geloof gaat, want er is ook veel dood geloof, stelt Klaas Schilder. Het gaat om de geestelijke, profetische werken in de context van de vergeestelijking, werken in de mijnen van de vergeestelijking, en dat is een werk van ontmaskering. De maskers moeten eraf. De mens moet stoppen met carnaval spelen. Terug naar de mijnen van Heidelberg.


Zijn we dankbaar, of lopen we te klagen omdat we de rammelaar niet krijgen, en God niet spreekt. Moet God dan spreken ? Heeft God niet al gesproken ? De mens heeft het Woord weggegooid, en verwacht dat God wel verder zal spreken.


Klaas Schilder noemt psalm 139 over de menswording van Jezus :


15 Mijn gebeente was voor U niet verholen,

toen ik in het verborgene gemaakt werd,

gewrocht in de diepten van het aardrijk.


Willen wij dit proces verstoren ? Dit was het daadwerkelijke kruis en ter helle nederdalen. Hebben wij al een ontmoeting gehad met de Hel ? Dat is ook wat het woord helmet, helm, is, in het Engels : hel-met, een ontmoeting gehad met de hel. Dat is wat een ware soldaat is. Je moet de hel je eigen maken, zoals een schoolvriendje van mij van vroeger ‘helmich’ heette, mijn hel. Ook betekent het : mijn helm, mijn beschermer, in het germaans.


New age fanaten, los van god en gnosis, los van kruis en profetie, los van stilte en geduld, los van moeder en natuur, los van geschiedenis en oer, als liberale snelheidsduivels, motorcoureurs op weg naar werelds kampioenschap, vrouwenvlees eters, waarmee ze hun borsten opspekken en hun buiken verharden om hun vraatzucht heethoofdig te bewaken. Dit kan trouwens niet zonder een koud hart. Het zijn immers dienaren van de buik, van de koningskerk, koude kak. Op pantoffels de stad doorsloffen met de joint half uit de mond hangende, alweer op naar de volgende joint. Ze willen vermaakt worden, gaan van soos naar soos, van dameskransje naar dameskransje. Het is een vrouwenhandel. Dat hebben ze niet eens door, want ze staan stijf van de drugs. De new age sinterjezus heeft hen verlost van iedere verantwoordelijkheid, van iedere weldenkendheid, en de new age geloofsdrugs doet de rest, doet alles voor ze. Dat wordt gewoon voorgeschoteld op tv en op sociale media, interactief. Matrixnieuws wordt zonder meer geloofd. Ze zijn nog geen stap van de koningskerk verwijderd. Blindelings volgen ze het, van illusie tot illusie. 


Kersten stelt bij zondag 24 dat de bezoldiging van de zonde de dood is. Ook Kersten stelt net als Klaas Schilder dat Jezus al voor zijn sterven neerdaalde naar de hel, toen hij helse pijnen en angsten beleefde. Dit was al in de hof van Getsemane. Dat is dus wat het shamanenleven inhoudt. De new age is niet shamaans, want de new age heeft het niet over wat de hel inhoudt. Daar zijn ze niet mee bezig. Dat ontlopen ze, want dat zou hun spekborsten kunnen schaden, en dan kunnen ze er niet meer mee pronken. De mens pronkt graag met vlees, met vlees wat tot Woord is geworden. Heerlijk vinden ze dat. Hun vlees is Woord, Koning en God. En dat moet dan de kerk voorstellen. Het is in en in triest, zou Klaas Schilder zeggen.


Kersten stelt : Wie de val van Adam loochent kan het kruis niet verstaan. Hij heeft het dan over een kruisverdienste, niet zomaar over vleselijke werken. Velen kennen deze verzetsstrijders niet, Kersten en Klaas Schilder. Het wordt op de scholen niet onderwezen, en zo worden hun boodschappen door het nageslacht ook niet verdiept. De mens eert zijn geestelijke vaderen en moederen niet, kent ze niet eens, wil ze niet kennen, doet geen moeite om ze te kennen, want ze waren niet van hun kerk of niet van hun richting, enzovoorts. De mens heeft allerlei excuses, en speelt woordspelletjes, groepsspelletjes, vriendjespolitiek, en blijft zo ongehoorzaam aan dit gebod en ondankbaar, en zo stromen deze levenssappen dus niet, en zo leeft de mens in een dorre stenen stad. ‘Hup, aan de matrix drugs, die bijtende alcohol in het hoofd die het kruis uitdooft, weg met de oude vandagen en vandalen. Hebben we niks mee te maken. Hup, aan de drugs van het hier en nu. De media spreekt de waarheid. Populaire sociale media weet de weg naar Rome wel. Het ligt allemaal voor het grabbelen. Weg met de oude raadsels. Hebben we niets aan.’ En zo drijft de goedgelovige, verwende mens steeds verder af. Natuurlijk spreken de vaderen van die tijd in geheimtaal, want dat was immers de taal die gesproken werd, die ze geleerd hadden, en daar probeerden ze het beste van te maken. Kersten wijst op het principe van de wijnstok. Hoe kan een wijnstok op zichzelf bestaan ? En hoe kan een rank op zichzelf bestaan ? Het ‘Blijft in Mij en Ik in u,’ gaat dus heel diep, en dan ontkomen we niet aan tweeledigheid en drieledigheid. Dan ontkomen we niet aan de natuurvoorbeelden van religie, zodat het ook weer rust en overzicht geeft, hemelse mechaniek. Je kan niet zomaar vrucht dragen in jezelf en op jezelf. ‘Zonder Mij kunt gij niets doen,’ heeft een hele diepe, natuurlijke betekenis. Zijn wij nog arbeiders in de hemelse wijngaard, of tot wijnzuipers geworden ? De mens is snel afgeleid van deze wijngaard, maar zij die hun huiswerk goed doen zullen veel vrucht dragen. Wordt je dan zelf verheerlijkt of juist het principe ? 


God spreekt niet, want hij had al gesproken, en men heeft er niet naar geluisterd. Dat is zijn probleem niet. God blijft zichzelf niet herhalen. De mens moet zijn woord zelf maar op gaan zoeken, en dan kan er misschien verder gesproken worden. En natuurlijk spreekt God wel, maar de mens is te ver weg, en verwacht dan van hun papieren media pauzen dat ze wel even verwend worden met een nieuw woord van God. Daarom moet de aangekondigde honger wel komen. God spreekt natuurlijk wel, maar de mens luistert gewoon niet. Overal om je heen spreekt God. Overal om je heen liggen de hemelswegen, maar die worden niet bewandeld. De mens is of te vet geworden, of wil gewoon niet op dat smalle pad. Dat is God’s probleem niet, maar het probleem van de mens. De mens heeft alleen maar zichzelf ermee. Wereldkampioentje erbij halen. In wat ? Snelrijden. Geen tijd, geen tijd, hoezeer het me ook spijt, geen groetje kan eraf, zoals in Alice in Wonderland. Wat moet je dan ? Is het slot wat ze op de bijbel hebben gedaan dan metaforisch gezien een grote waarheid ? Ja, in de vergeestelijking hebben we dat zeker nodig. Als het een kwartslag gedraaid wordt. Na de bijbel, na het woord van God, niets meer, helemaal niets meer. Afgelopen, uit met de pret. Wat een grote waarheid is dat als je het kunt verstaan. God spreekt niet meer, want hij heeft al gesproken en de mens heeft het verworpen. Niet het woord gaan lopen aanvullen, maar teruggaan. Er komt niets meer bij. Alles is er al. Schrijf die voortgaande openbaring maar op je buik. Er komt niks bij als de mens de moeite niet neemt om eerst tot de teruggaande openbaring te gaan. ‘Ja, maar wij hebben het Woord gelezen.’ Dat zegt niks. Heb je het Woord ook bestudeerd en overdacht, en heb je het Woord ook toegepast en op waarde geschat, herleid tot de bronnen ? Als je je voedsel niet eet en toch je mond openhoudt, waar ben je dan mee bezig ? Hoe wordt dat genoemd bij kleine kindertjes ? Ondankbaarheid. Ze willen alleen de dingen eten die lekker smaken. Ze hebben nog niet geleerd dat ze los moeten komen van de god van de buik om in contact te komen met de god van het hart. Alleen snoepjes willen de kleine kindertjes wel eten. Al het andere vinden ze vies. 


En nu is er dan een Nederlandse wereldkampioen snelrijden. En heel het volk is verrukt. Het is een teken aan de wand, een teken des tijds. Het is de grote afval. Met een gouden kaartje er langsheen glijden, je doel missen, je ziel verliezen, allemaal voor wat goud der dwazen, wat allemaal slechts tijdelijk is en zo weer verdampt is. Goud-profeten, dat is wat het zijn. Met goudkoorts. Toronto komt tot de mens in vele vormen. Lukt het ene niet, dan probeert hij het andere. Alles wordt immers aan elkaar geslijmt, als een zeug die zich erin omwenteld.

zondag 21 en de strijd tegen de zondies - 1 januari 1970

zondag 21 en de strijd tegen de zondies


Totalitarisme is het afnemen van de taal van de mensen, zei iemand.

Het totalitarisme is overal. Ook dat je geen christelijke termen meer zou kunnen gebruiken is totalitarisme, want het is nu eenmaal een taal, en het gaat om de definities.

Een mens mag in het totalitarisme niet meer symbolisch spreken,

en dit bepalen anderen die ook maar een druppel in de oceaan zijn,

en dit is iets heel griezeligs, maar vroeger was het nog wel erger.

Dit zijn dus schaduwen van de heilige geest, van het geleid worden,

van de vergeestelijking tot de hemelse gebondenheid die we op aarde zien.

Dus moeten we ons daar zorgen over maken ? Ja en nee.


Laten we eerlijk zijn : het is al tijden Noord-Korea.

Eigenlijk al vanaf het begin van deze aarde.

Het is het tegenovergestelde van de hemelse gebondenheid,

dus het zou ons een wijze les moeten leren.

Het is een heenwijzing.


Daarom moet de heilige vergeestelijking, de heilige geest, terugkomen, uitgestort worden,

anders blijft de mens teveel bij letterlijke drama hangen, en dat is een tikkende tijdbom.

Ja, je mag klagen, maar dan moet het ook vergeestelijkt worden, zoals we ook bij de tandarts en de psychiatrie, en de modern-westerse christelijke tirannie dat hebben gedaan. En dat moet met alles zo. Ontvang daarom de heilige vergeestelijking, en wacht erop, ga er mee aan de gang. Allereerst moet je er dan diep in, anders valt er niets te vergeestelijken. Het gaat niet gebeuren door de beste stuurlui die aan wal staan. We spreken over kruis-begeerte.


1/5 van het eindtoneel, wat overigens allang geweest is, gaat over het oordeel over het vlees, en de rest gaat allemaal over vergeestelijkingen, recycling etc.


De bijbel is een verzameling van adviezen en verhalen van de Israelitische voorouders, en ook is het een kunstverzameling. Dat ging zo goed en kwaad als het ging, en vaak zijn het juist de westerse eenzijdige vertalingen die zo verschrikkelijk zijn, want Israel gelooft weer hele andere dingen, en neemt het vaak symbolisch, vanwege hun kennis van deze talen en deze dingen. Als je daar allemaal zomaar overheen walst dan ben je een deserteur, en hetzelfde geldt voor de heidelbergse catechismus. De Israelieten kregen de opdracht het beloofde land in te nemen en de vijanden te verslaan. Als ze bepaalde dingen zouden overslaan, dan zou dat grote problemen geven, en in die dagen waren er ook deserteuren. Het is ook allemaal weer ondankbaarheid, luiheid en lafheid als je niet bezig gaat met wat de voorouders overgedragen hebben gekregen. Het niet eren van hun geestelijke vaders en moeders heeft voor de mens verschrikkelijke gevolgen, want ze komen zo in de leugen terecht of in schijnwaarheid. We zien in de exodus de afschuwelijke gevolgen van dienstweigering. Zondag 21 gaat daarom om het verrichten van de geestelijke dienstplicht, wat niet alleen een dienstplicht is van lijden, maar ook van strijden.


Als je gaven hebt ontvangen geldt er een dienstplicht, anders wordt het corrupt. Het volk Israel liet een overblijfsel van vijanden bestaan, en dat werd hen tot strop. De moderne mens is van alle markten thuis, heeft de naam ijverig te zijn, maar negeert, veracht en haat de geschiedenis lessen, waardoor de geschiedenis zich blijft herhalen, totdat de mens eens die lessen leert.


Daarom moeten de zondagen terug komen voor dit onderwijs. Alles om ons heen is de zondagen, stromende uit dit machtige orakel van de jaren 1500. Elk mens om je heen. Het kaf groeit tezamen op met het koren, zowel de goede zondagen als de valse zondagen. De valse zondagen zijn een speciaal soort zombies : de zondies. Zij zijn de robotten van het vlees. Allereerst moet je dan naar de thuisbasis gaan om aan deze zondies te ontkomen. Gehoor geven aan de geestelijke dienst oproep, wat de enige veiligheid is tegen dit soort beunhazen. Het kaf op laten groeien met het koren en vertrouwd raken met de zondies, want er is geen snelle, liberale weg. Dan door eigen innerlijke groei steeds meer loskomen van de zondies. Dit is het smalle pad met enge poorten, terug naar Heidelberg, de inname van het beloofde land. Er staan veel kapers op de kust. Elke zondag heeft zijn eigen zondies. Dat zijn de vervleselijkingen ervan, de voorhangsels. Ook de zondag 20 van de vergeestelijkingen is daarom zeer belangrijk om gehoor te kunnen geven aan de geestelijke dienstoproep van zondag 21. Velen verslonzen zo dat ze slechts tot voorhangsels zijn geworden. Ze glijden er langsheen, missen hun doel, en leven zo in schijnwaarheid en schijnwerkelijkheid, als zondies. Ze hebben hun eigen religies en rituelen om de mammon te aanbidden, hun eigen snelle zondagen.

-----------------------------------------

 

links voor dit thema :

 

2 Groups Dictate The Fate Of The World | DAVID ICKE 2021

https://www.youtube.com/watch?v=Rj5aNFQviQw

 

This Is What Is Changing The World Right Now! | DAVID ICKE 2021

https://www.youtube.com/watch?v=ax3gFu7KFS4

 

A Gathering of the Tribe

https://www.youtube.com/watch?v=XinVOpdcbVc

 

Gary Brooker - No more fear of flying

https://www.youtube.com/watch?v=4xPwcnegv3U

 

don quichot - 1 januari 1970

 

 

De media laat het zien alsof het allemaal echt is, de mensen om je heen. Ze doen net alsof het echt is, alsof het allemaal waar is, alsof zij betrouwbare getuigen zijn met betrouwbare getuigenissen. En vele mensen zijn media-verslaafd, media-junkies. Ze kunnen niet meer zonder. Ze worden allemaal in dat gat meegezogen. Wat blijft er nog van de natuur over ? Ze lopen met apparaatjes rond en strijden mee in de micro-golf oorlog om het laatste beetje natuur ook weg te schrapen, want de mens haat de natuur ten diepste. De mens wil niet naakt en alleen in de natuur zijn, terug gaan naar het paradijs, maar de mens wil naar een stinkende conferentie door de media georganiseerd, los van de natuur, of gewoon met bloemetjes in de haren en met wat huisdieren, vogeltjes en konijntjes in kooitjes alsof de mens toch nog van de natuur houdt, een beetje. Voor de nog echt kritisch denkenden ligt het er dan wel bovenop.

 

Als we het over de duivel hebben, het kwaad, dan hebben we het over een sluwe duivel, niet iets wat je filosofisch omver kan praten, of weg kan praten. Er komt veel meer bij kijken. ‘s Nachts komt altijd datgene terug wat overdag werd onderdrukt.

 

Kersten noemt de komst van de wereldoorlog een oordeel van God, want de wereld was door de zonden rijp geworden voor het oordeel. Hij riep : ‘Weg met al uw verzekeringen ! Zoek toch berging in de klove der steenrots. Gedenk toch het Woord, door een godvrezende moeder dikwijls tot haar zoon gesproken : ‘Weest niet al te verblijd in de voorspoed, en niet al te bedroefd in tegenheden.’

 

Wie het verleden zomaar als het verleden zien en alleen maar in het ‘nu’ strijden zijn materialisten. Het verleden is de geestelijke wereld waar de wortels liggen. De verborgen hemelse raad is in het verleden. Daarover gaat zondag 12, die als de Efeze 6 van de Heidelbergse catechismus is, want er wordt opgeroepen om boven alles te strijden tegen de zonde en tegen de duivel. Het ‘nu’ is slechts het voorhangsel van het verleden, van de geestelijke wereld, waar de dwazen zich laten misleiden door de valse morgens, waar de Vur ook over spreekt.

 

De morgen bedriegt, ik heb het zelf gezien,

De morgen lacht je uit, waar de ontwaking slechts een keten is,

Wat is dan de diepere nacht ?

De nacht is op een hoge berg,

Terwijl de ochtend in het dal de dwazen misleidt

(De Vur, 114:7,9)

 

Een grote stoet komt uit de stad.

Zij gaan tot de morgen, maar de nacht kennen zij niet.

(De Vur 65:32)

 

Zij die als de gele morgen is, Zij is dan het raadsel van de oude tijden, de hoeder der tranen en de leidsvrouwe der heiligen en gezuiverden.

(De Vur 86:11)

 

Ik kom tot het morgenrood, om alles terug te draaien,

Zij hebben mij teveel gestoken,

Zij hebben mij teveel gebroken.

Alles deed pijn, maar van het lijden zingt zij,

als van zoete dromen.

(De Vur 42:11)

 

Zij die zomaar tot de morgen gaan, en dus zomaar in het ‘nu’ strijden, in het vlees, zijn dus deserteuren, die zich hebben laten bedriegen door vleselijke steekpenningen, wat hun drugs is. Zo horen zij niet dat zij geroepen worden door de hemelse moeder vanuit het verleden. In het ‘nu’ is het oordeel gekomen, en wordt de mens teruggeroepen tot de ark in het verleden al gegeven, maar de mens veracht de strijd in het verleden, want dat is immers zijn strijd niet. De mens wil het lijden van het verleden niet dragen door zijn zorgeloosheid en gebrek aan barmhartigheid. En zo blijven de wortels, en de hemelse raad verborgen. En dan zal er volgens Amos een tijd van honger zijn, waarin de mens zoekt maar niet zal vinden, omdat de mens verkeerde paden heeft gekozen, en zijn oren in de verkeerde richting heeft gestoken.

 

Het zijn de klassieke voorbeelden van afdwaling. De afgedwaalden in de woestijn klaagden tot Mozes dat ze weer terug wilden naar de vleespotten, oorlog voeren in het vlees, en dat er zo weinig voedsel en water hier was, maar het is allereerst geen strijd tegen vlees en bloed, maar het is een strijd van territoriale demonologie. Het ‘nu’ is slechts een poppenkast, en mensen die territoriale oorlogsvoering verachten strijden dan tegen de poppen, terwijl de poppenmakers zich slap lachen, want zo krijgen ze je meer en meer in hun macht. Het is allemaal dweilen met de kraan open.

 

De man aan het kruis kwam niet om de romeinen te verslaan, maar om aan het kruis te gaan voor de diepere weg, dus het wachten op superman en spugen op het kruis telkens weer is zelf iets romeins. De romeinen hadden hun eigen afgoden, en waren de nazi’s van hun tijd, terwijl de germanen vanuit het geestelijke en vanuit het kruis werkten, en toen Duitsland na het filosofische, intellectuele tijdperk overging tot de weltpolitik, expansie politiek, werd Duitsland ook romeins. Het is allemaal romeins, dat je zelf tot een beest wordt. De vrouw in Openbaring, als beeld van het overblijfsel, ging op adelaarsvleugelen de wildernis in, tot haar wortels, waar ze een schuilplaats heeft, vol worden met het Woord, en de arend is een beeld van het profetische. Het vleselijke begrijpt het profetische niet. Het is allemaal aards.

 

De oorlog is geestelijk. Het beest is het ego, wat diep in de mens zit, en de matrix is de illusie dat het ergens anders en iets anders zou zijn, dus dan vecht je tegen de bierkaai. Water gieten in een bodemloos vat. De mens heeft het Woord niet aangenomen. Tandarts en psychiatrie heeft het implantaat al ingebracht en niemand protesteerde, en wat er in het ‘nu’ gebeurt is daar gewoon een reflectie van, niets meer. Het is een oordeel. De zondvloed is gekomen. Dat is al uitgesproken.

 

Men wordt pas wakker als er bloed vloeit en als men wilde mannen om zich heen ziet hakken, maar tandarts en psychiatrie zijn smooth criminals die alles in het heimelijke doen, waar het grote volk langsheen leeft, dus er wordt gezaaid, tijdbommen gaan tikken, en als het dan ontploft, dan zijn ze ineens wakker en vallen de dansende poppetjes aan die ze om zich heen zien, omdat de tandarts en de psychiater altijd vrij spel hadden gekregen. Dus in het ‘nu’ is er dan allemaal slechts symptoombestrijding, en ook de dierenslager heeft vrij spel want dat kon ook altijd maar. Het waren immers geen mensen die leden, maar dieren. Dus nu moet de mens het hebben van vleesetende autoriteiten die dan de autoriteiten gaan bestrijden, het beest die zichzelf verscheurd. Ze praten zichzelf er helemaal in, want slager, tandarts en psychiater waren de afgoden van de mens, en nu moet de mens dus de gevolgen ervan dragen.

De mens is nu ingesloten in het ‘nu’ en nog bekeert de mens zich niet. Nog wil de mens het pad niet zien wat terugleidt. De mens is totaal mediaverslaafd, klagende tegen Mozes, omdat het haters zijn van de sobere natuur. De mens wil terug naar de romeinen. Het is vandaag de dag nazi tegen nazi. Als mensen om je heen jouw wereld proberen te bouwen, dan moet je je eigen wereld bouwen, en die wereld is al gegeven. Bouwen op het Woord.

 

Het zijn klassieke junkie-symptomen. Allemaal onstuimig junkie-gedrag gebaseerd op of er een joint in de mond hangt of niet.

Het is het Noord-Korea tijdperk. De mens heeft teveel tegen de bijbel en het geloof aangetrapt, extremistisch, ook te lang. Wij pakken het alleen aan in het kader van de dialectische theologie. De mens hoort wat woorden, en dan gaan ze er met de botte bijl mee aan de gang, helemaal uit de context. Wie zijn leven tracht te behouden zal het verliezen. Er is alleen leven in het kruis. Werk zolang het dag is, want als het nacht is kan niemand werken. Dat hebben we veel vaker gezegd. Het is nacht nu. Daarom moet de mens terug naar dat wat al gegeven is. De rest is allemaal de bijeffecten van de drugs die men gegrepen heeft.